8.1 Verbodsregels
-
a. Het is verboden de in het plan begrepen gronden en de zich daarop bevindende bebouwing te gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming of de daarbij behorende voorschriften.
Als een verboden gebruik, als bedoeld in lid 1, wordt in ieder geval beschouwd een gebruik van de onbebouwde gronden en / of bebouwing:
- ten dienste van bedrijven die worden begrepen onder artikel 2.4 van het "Inrichtingen- en vergunningenbesluit" (Stb. '93, nr.50, laatstelijk gewijzigd 7-2-'97 Stb. '97 nr.74);
- als stortplaats voor puin of afvalstoffen, voor zover dit niet betrekking heeft op geringe hoeveelheden afvalstoffen die afkomstig zijn van het onderhoud van de in het plan begrepen gronden;
- als opslagplaats van bagger en grondspecie, tenzij zulks plaatsvindt langs een waterloop en in verband met het onderhoud van de waterloop;
- ten behoeve van seksinrichtingen, prostitutiebedrijven en automatenhallen.
-
b. Burgemeester en Wethouders verleent ontheffing van het bepaalde in het eerste lid wanneer strikte toepassing daarvan leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.