Plan: | Landelijk Gebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0424.BP0300LANDGEBI2011-0302 |
In deze regels wordt verstaan onder:
Het bestemmingsplan Landelijk Gebied met identificatienummer NL.IMRO.0424.BP0300LANDGEBI2011-0302 van de gemeente Muiden;
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
Een gebouw in één bouwlaag dat als afzonderlijke ruimte danwel als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
Gedeelte van het erf dat aan de achterzijde van het gebouw is gelegen;
Een afwijking als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, sub a, onder 1° van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
Zorgboerderij met directe verwantschap met het ter plaatse gevestigd agrarisch bedrijf (zonder slaapvertrekken);
Een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid;
Professioneel archeoloog die op basis van de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie bevoegd is om archeologisch onderzoek uit te voeren en/of Programma's van Eisen op te stellen en te toetsen;
Diverse vormen van onderzoek naar de archeologische waarden binnen een plangebied, uitgevoerd volgens de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse archeologie;
In rapportvorm vervat verslag van een volgens de in de archeologische beroepsgroep gebruikelijke normen verricht archeologisch onderzoek, op basis waarvan een conclusie kan worden getrokken over de aanwezigheid van archeologische waarden;
De aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische relicten;
De aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische relicten;
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
Een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald;
Een kleinschalige overnachtingaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt, gevestigd in een woning en geëxploiteerd door de hoofdbewoners van die woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en die een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
Een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;
Een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor één huishouden, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is, alsmede een rustende boer;
Een dienstverlenend beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, (para)medisch, alternatief geneeskundig, verzorgend, ontwerptechnisch, kunstzinnig of daarmee gelijk te stellen gebied, niet zijnde horeca- en/of detailhandelsactiviteiten, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend door de bewoner / bewoonster, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
Een (ambachtelijk) productiebedrijf dat in een (gedeelte van) een woning wordt uitgeoefend door de bewoner / bewoonster van de woning, dat niet krachtens milieuregels uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of een milieuwet vergunning of meldingsplichtig is, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
De grens van een bestemmingsvlak;
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
Een niet voor bewoning bestemd, al dan niet vrijstaand gebouw, in één bouwlaag dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
Overdekte piste voorzien van een doorgaans bewerkte/aangepaste bodem waar naast training en africhting van het paard eveneens toetsing van prestaties van de combinatie paard en ruiter in diverse disciplines kan plaatsvinden;
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
De grens van een bouwvlak;
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
De grens van een bouwperceel;
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan;
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
Niet-overdekte piste voorzien van een bewerkte/aangepaste bodem waar naast training en africhting van het paard eveneens toetsing van prestaties van de combinatie paard en ruiter in diverse disciplines kan plaatsvinden;
De aan een bouwwerk en/of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk en/of dat gebied heeft gemaakt en in het bijzonder de kernkwaliteiten en de bepalende elementen van die waarden;
Vormen van recreatie die niet gericht zijn op het verstrekken van een nachtverblijf;
Iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
Hoek tussen hellend dakvlak en het horizontale vlak;
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij afnemers rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord worden gestaan en geholpen;
De bouwlaag op de begane grond;
Al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, voorzover dit bestemmingsplan deze inrichting niet verbiedt;
Een ruimte op de begane grond in een gebouw die buiten de gevel van het gebouw uitsteekt;
Een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
Recreatief gebruik van gronden voor wandelen, fietsen, varen, zwemmen en vissen en daarmee gelijk te stellen activiteiten, dat behoudens ruimtebeslag door voet- en fietspaden, geen specifiek beslag legt op de ruimte;
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt, niet zijnde een overkapping;
Gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
Een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;
Locatie van een ruimtelijk object, vastgelegd in een ruimtelijk referentiesysteem;
Een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk niet in gebouwen plaatsvindt, waarbij het gebruik van agrarische gronden noodzakelijk is voor het functioneren van het bedrijf;
De handel tussen de producent en de detailhandel;
Het houden van dieren, in een omvang die niet bedrijfsmatig is of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, zonder winstoogmerk, ten behoeve van eigen gebruik of hobby;
Een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
De plaats waar men werkelijk verblijft, waar men zijn zaken behartigt, zijn post ontvangt, zijn eigendommen beheert, kortom de plaats die als 'thuis' fungeert en die bij familie en vrienden bekend is als woonplaats. Het hoofdwoonverblijf bestaat minimaal uit een woon- en slaapgelegenheid, keuken, toilet en badkamer;
Een onderneming waar in hoofdzaak en waarbinnen bedrijfsmatig:
met een in principe open karakter (voor een ieder toegankelijk).
In het kader van het bestemmingsplan worden hierbij onderscheiden:
Niet-grondgebonden agrarische bedrijven die zelfstandig of alsneventak (nagenoeg) geheel in gebouwen varkens, pluimvee, konijnen, vleeskalveren, pelsdieren en/of overig kleinvee houden. Het biologisch houden van dieren conform de Landbouwkwaliteitswet, het kweken van vis en het houden van melkvee en overig rundvee, geiten, schapen of paarden wordt niet aangemerkt als intensieve veehouderij;
Plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf in de vorm van tenten;
Een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi) overheidsinstellingen, het bankwezen en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen/het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het afnemers niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
Een constructie van hellende dakvlakken;
Een gebouw waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander licht doorlatend materiaal ten behoeve van het kweken van vruchten, bloemen en/of planten;
bouwwerk, geen gebouw zijnde ten behoeve ten behoeve van civieltechnische, ecologische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel,een via- of aquaduct, een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellenvoorziening;
De aan een gebied toegekende waarde in visueel-ruimtelijk en/of cultuurhistorisch en/of geomorfologisch opzicht en in het bijzonder de kernkwaliteiten en de bepalende elementen van die waarden;
Bestaande uit een dijkje van 1 meter + NAP, een rij knotwilgen langs de noordelijke rand van de verzorgingsplaats, een rij knotwilgen langs de Mariahoeveweg vanaf de bestaande bosschage tot ter hoogte van het einde van hierboven genoemd dijkje, een rij met Salix Alba 'Liempde' (of een streekeigen boom met vergelijkbare omvang) op de verzorgingsplaats langs de parkeerplaatsen voor vrachtwagens en tenminste twee groepjes wilgen of elzen (of een streekeigen boom met vergelijkbare omvang) langs het hierboven genoemde dijkje.
Educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
De grens van een maatvoeringsvlak;
Een geometrisch bepaald vlak waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels voor bepaalde bouwwerken eenzelfde maatvoering geldt;
Een bedrijf dat op eigen terrein binnen en/of buiten een gebouw gelegenheid geeft tot het beoefenen van de paardensport en daarvoor (nagenoeg) volledig is ingericht op het lesgeven in paardrijden aan derden en daarvoor paarden en/of pony's houdt, zulks in combinatie met een of meer van de volgende activiteiten: het in pension houden van paarden en/of pony's, handelsstal, ondersteunende horeca zoals kantine en foyer, verenigingsaccomodaties en het houden van wedstrijden;
Een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder d van de Wet ruimtelijke ordening;
Een activiteit ondergeschikt aan de hoofdactiviteit in zowel omvang (m2) als de effecten op het woon- en leefklimaat en onderdeel uitmakend van de inrichting van het veehouderijbedrijf, zoals verkoop aan huis vanstreekeigen producten en ambachtelijke be- en verwerking van agrarischeproducten (zoals kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij);
De aan een gebied eigen zijnde ecologische waarden;
De door biologische, bodemkundige, geomorfologische en geologische elelementen of kenmerken, afzonderlijk of in onderlinge samenhang, aan een gebied toegekende of toe te kennen waarde;
Een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op tenminste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt, evenals agrarische grondbewerkingen tot die diepte waarop de gronden reeds zijn omgewoeld door regelmatig agrarisch grondgebruik;
Een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
Een vergunning als bedoeld in artikel 3.3, onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
Een vergunning als bedoeld in artikel 3.3, onder b van de Wet ruimtelijke ordening;
Een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m boven het peil is gelegen;
Het verstrekken van etenswaren en/of dranken voor gebruik ter plaatse op een perceel dat geen horecabestemming heeft en ondergeschikt en ondersteunend is aan die bestemming;
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, op het erf van een gebouw of standplaats, dat strekt tot vergroting van het woongenot/gebruiksgenot van het gebouw of de standplaats en dat, voor zover gebouwd vóór (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, geen tot de constructie zelf behorende wanden heeft en, voor zover gebouwd achter (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de constructie behoren;
Een bedrijf waar uitsluitend of in hoofdzaak handelingen aan en/of met paarden worden verricht die primair gericht zijn op het voortbrengen, africhten en trainen en verhandelen van paarden;
Een bedrijf waar paarden worden gehouden voor diverse doeleinden, zoals voor fok-, handels- en recreatiedoeleinden;
Een begrensde, niet overdekte ruimte, al dan niet met zand, houtsnippers, e.d. aangelegd, waar een of meerdere paarden ter ontspanning en naar eigen inzicht vrij kunnen bewegen;
Een paardenhouderij waarbij activiteiten uitsluitend of in hoofdzaak bestaan uit
het houden van paarden van derden door verhuur van stalling en/of weiland en verzorging van paarden;
Voor kampeermiddelen en/of zomerwoningen is er sprake van permanente bewoning indien:
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
Degene(n) die gedurende ten minste 20 jaar als agrarisch ondernemer op het bedrijf woonachtig en werkzaam is geweest en die na beëindiging van zijn/haar ondernemerschap op het bedrijf wil blijven wonen.
Een pensionstalling, gericht op het houden van paarden in het laatste stadium van hun leven, die niet meer worden afgericht of bereden worden;
Een gebouw met 3 wanden voor het bieden van beschutting voor dieren tegen slechte weersomstandigheden in zowel zomer als winter, niet zijnde een overkapping;
Een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
Opslagplaats voor stort- of bulkgoederen met één of meer rechtopstaande wanden;
Het slopen, het doen slopen of laten slopen van een bouwwerk of een gedeelte daarvan;
Een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;
Een caravan of soortgelijk onderkomen (chalet), dat mede gelet op de afmetingen, niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen ook over grotere afstanden als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen;
Het Tracébesluit weguitbreiding Schiphol - Amsterdam - Almere, zoals vastgesteld 21 maart 2011, inclusief de wijzigingen van dit besluit door het Tracébesluit Schiphol - Amsterdam - Almere 2013 d.d. 21 maart 2013;
Uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven;
Een uitwerking als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder b van de Wet ruimtelijke ordening;
Een bedrijf, waarin uitsluitend of overwegend dieren worden gehouden door hoofdzakelijk gebruik te maken van open grond, tenzij in de regels anders is bepaald;
De voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel;
Een duurzaam agrarisch bedrijf met de omvang van ten minste één volledige arbeidskracht die binding heeft met het agrarische bedrijf, met een daarbij passende bedrijfsomvang;
Gedeelte van een erf dat aan de voorkant van het gebouw is gelegen;
De naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt;
De aan een gebied aanwezig zijnde of toegekende ruimtelijke waarden, zoals natuur-, natuurwetenschappelijke-, landschappelijke- en cultuurhistorische waarden en in het bijzonder de kernkwaliteiten en de bepalende elementen van die waarden;
een leiding voor het transporteren van warm water ten behoeve van stadsverwarming;
Een wijziging als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
Een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
De ruimte welke door een woonschip of woonark, al dan niet met tussentijdse onderbrekingen, wordt ingenomen;
Een zich in het water bevindend, al dan niet onmiddellijk voor varen of drijven geschikt object, dat uitsluitend of hoofdzakelijk kan dienen voor bewoning;
Gedeelte van het erf dat aan de zijkant van het gebouw is gelegen;
Een gebouw, geen woonkeet, geen (sta)caravan, geen bouwwerk of ander bouwsel op wielen zijnde, bestemd om uitsluitend door een of meer personen, die zijn/hun hoofdverblijf elders heeft/hebben, gedurende het zomerseizoen te worden bewoond;
De periode van 1 april tot en met 31 oktober;
Bedrijf dat een aanbod verzorgt voor specifieke doelgroepen waarbij sprake is van een combinatie van zorg en functioneel gebruik van de groene ruimte met als doel het (re)integreren van de mens in de samenleving.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
de diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping;
van het peil tot aan de bovenzijde van de afgewerkte vloer van het ondergrondse (deel van het) bouwwerk.
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van de wijze van meten en het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
Bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn op de verbeelding en op de schaal waarin het plan is vastgesteld.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor de uitoefening van een grondgebonden veehouderijbedrijf, met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in- en uitritten, water en voorzieningen voor de waterhuishouding.
Gebouwen zijn niet toegestaan.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.2.2 voor plaatsen van erf-/terreinafscheidingen elders op de gronden als bedoeld in artikel 3.1, mits voldaan wordt aan de volgende vereisten:
De voor 'Agrarisch - Paardenfokkerij' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven, bergingen en andere nevenruimten, parkeervoorzieningen en in- en uitritten, water en voorzieningen voor de waterhuishouding.
In aanvulling op 4.1.1zijn de voor 'Agrarisch - Paardenfokkerij' aangewezen gronden mede bestemd voor de volgende nevenactiviteiten:
Bedrijfsgebouwen voldoen aan de volgende regels:
Bedrijfswoningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning voldoen aan de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor zover gelegen binnen een bouwvlak voldoen aan de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor zover gelegen buiten een bouwvlak voldoen aan de volgende regels:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.2.5 voor plaatsen van erf-/terreinafscheidingen elders op de gronden als bedoeld in artikel 4.1, mits voldaan wordt aan de volgende vereisen:
Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval begrepen:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.1.2 voor het toestaan van nevenactiviteiten in de vorm van bed &breakfast, kamperen bij de boerderij, kleinschalige horecagelegenheid, kinderboerderij, extensieve dagrecreatie, kano- of fietsenverhuur, theetuin, calamiteitenberging en/of baggerdepot in het kader van duurzaam waterbeheer, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.1.1, onder c voor het toestaan van een tweede bedrijfswoning, mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 4.1 bedoelde gronden, voor zover gelegen buiten een bouwvlak de volgende andere-werken uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 4.6.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de andere-werken, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de waarde van de omgeving en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Geen omgevingsvergunning is nodig voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor het na volledige bedrijfsbeëindiging wijzigen van de bestemming, voor zover het betreft de in artikel 4.1 bedoelde gronden en voor zover gelegen binnen een bouwvlak, in de bestemming 'Wonen' en de bestemming 'Tuin' ten behoeve van één of meerdere wooneenheden, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met de daarbij behorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven, bergingen en andere nevenruimten, parkeervoorzieningen en in- en uitritten, water en voorzieningen voor de waterhuishouding.
In aanvulling op 5.1.1zijn de voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden mede bestemd voor de volgende nevenactiviteiten:
Bedrijfsgebouwen voldoen aan de volgende regels:
Bedrijfswoningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning voldoen aan de volgende regels:
Gebouwen voor geleiding van het luchtverkeer voldoen aan de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor zover gelegen binnen een bouwvlak voldoen aan de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor zover gelegen buiten een bouwvlak voldoen aan de volgende regels:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.2.1, onder a voor het bouwen van nieuwe schuilstallen buiten een bouwvlak, mits voldaan wordt aan de volgende vereisten:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.2.6 voor plaatsen van erf-/terreinafscheidingen elders op de gronden als bedoeld in artikel 5.1, mits voldaan wordt aan de volgende vereisen:
Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval begrepen:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.1.2voor het toestaan van nevenactiviteiten in de vorm van Bed & Breakfast, kamperen bij de boerderij, kleinschalige horecagelegenheid, kinderboerderij, extensieve dagrecreatie, kano- of fietsenverhuur, theetuin en calamiteitenberging en/of baggerdepot in het kader van duurzaam waterbeheer mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.1.1, onder c voor
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 5.1 bedoelde gronden, voor zover gelegen buiten een bouwvlak de volgende andere-werken uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.6.1mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de andere-werken, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de waarde van de omgeving en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Geen omgevingsvergunning is nodig voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor het na volledige bedrijfsbeëindiging wijzigen van de bestemming, voor zover het betreft de in artikel 5.1 bedoelde gronden en voorzover gelegen binnen een bouwvlak, in de bestemming 'Wonen' en de bestemming 'Tuin' ten behoeve van één of meerdere wooneenheden, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Gebouwen voldoen aan de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouwen zijn voldoen aan de volgende regels:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor het na volledige bedrijfsbeëindiging wijzigen van de bestemming, voor zover het betreft de in artikel 6.1 bedoelde gronden, in de bestemming 'Wonen' en de bestemming 'Tuin' ten behoeve van één of meerdere wooneenheden, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
De voor 'Bedrijf - Gasontvangststation' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, lichtvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding.
Gebouwen voldoen aan de volgende regels:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal:
De voor 'Bedrijf - Meet- en regelstation' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding.
Gebouwen voldoen aan de volgende regels:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal:
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en verhardingen.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 1,5 m.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 9.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 9.3.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het ander-werk dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarde van de bosomgeving en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
Geen omgevingsvergunning is nodig voor:
De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende regels:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, opslagplaatsen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding.
Gebouwen voldoen aan de volgende regels:
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 11.1, onder e voor een lagere parkeernorm indien een gewijzigde bedrijfsvoering daartoe aanleiding en de parkeerbehoefte lager uitvalt.
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Bedrijfsgebouwen voldoen aan de volgende regels:
Bedrijfswoningen voldoen aan de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende regels:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor het na volledige bedrijfsbeëindiging wijzigen van de bestemming voor zover het betreft de in artikel 12.1 bedoelde gronden, in de bestemming 'Wonen' en de bestemming 'Tuin' ten behoeve van één of meerdere wooneenheden, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Gebouwen voldoen aan de volgende regels:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 2 m.
Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval begrepen:
De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven..
Bedrijfsgebouwen voldoen aan de volgende regels:
Een bedrijfswoning voldoet aan de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende regels:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor het na volledige bedrijfsbeëindiging wijzigen van de bestemming voor zover het betreft de in artikel 14.1 bedoelde gronden, in de bestemming 'Wonen' en de bestemming 'Tuin' ten behoeve van één of meerdere wooneenheden, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Gebouwen zijn niet toegestaan, met uitzondering van een aquaduct ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang'.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende regels:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 15.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 15.3.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het ander-werk dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan waarde van de omgeving en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
Geen omgevingsvergunning is nodig voor:
De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Gebouwen voldoen aan de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende regels:
De voor 'Natuur - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, water en voorzieningen voor de waterhuishouding.
Bedrijfsgebouwen voldoen aan de volgende regels:
Bedrijfswoningen voldoen aan de volgende regels:
Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning voldoen aan de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 17.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 17.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het ander-werk dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden van de omgeving en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
Geen omgevingsvergunning is nodig voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan, in samenhang met de wijzigingsbevoegdheid voor 'Natuur - 2' als bedoeld in artikel 18.3, te wijzigen voor het toevoegen van een aquaduct als bedoeld in artikel 18.2.1 en bestaande ecoducten als bedoeld in artikel 18.1f aan de bestemming 'Natuur - 1' nadat de natuur van het Tracébesluit is aangelegd.
De voor 'Natuur - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Gebouwen zijn niet toegestaan, met uitzondering van een aquaduct ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang'.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 1,2 m.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor het geheel of gedeeltelijk wijzigen van de bestemming 'Natuur - 2' in de bestemming 'Natuur - 1' nadat de natuur van het Tracébesluit is aangelegd, onder de volgende voorwaarde:
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen waaronder begrepen bestaande bergingen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, sanitaire voorzieningen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Ten behoeve van centrale voorzieningen mag 1 gebouw worden gebouwd, met dien verstande dat:
Bedrijfswoningen voldoen aan de volgende regels:
Bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning voldoen aan de volgende regels:
Zomerhuizen en/of (sta-)caravans voldoen aan de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende regels:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 19.2.4, onder a, b en e voor het bouwen van minimaal 8 en maximaal 10 zomerhuisjes met een totale gezamenlijke oppervlakte van 660 m2 en een nokhoogte van 5,5 meter, mits de bestaande zomerhuisjes, stacaravans en bergingen worden gesloopt.
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen:
De voor 'Recreatie - Volkstuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, water en voorzieningen voor de waterhuishouding.
Gebouwen voldoen aan de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende regels:
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor sportterreinen, met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groen- en speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding.
Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende regels:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken voor het bepaalde ten aanzien van de minimale en maximale dakhellingen in artikel 21.2 voor het geheel of gedeeltelijk plat afdekken, danwel het toepassen van een andere dakhelling, mits er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in de omgeving aanwezige functies en waarden;
De voor 'Sport - Manege' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, ondersteunende horecavoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding.
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van de paardensport gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van de sterrenwacht gelden de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende regels:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen, met bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, in- en uitritten, water en voorzieningen voor de waterhuishouding.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende regels:
De voor 'Tuin - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen bij woonschepen of woonarken, met bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, water en voorzieningen voor de waterhuishouding.
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende regels:
De voor 'Verkeer - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Gebouwen zijn niet toegestaan, met uitzondering van een aquaduct ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang'.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 9 m.
De voor 'Verkeer - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder kunstwerken, een tunnelbak, voorzieningen ten behoeve van de geleiding van het verkeer, voorzieningen ten behoeve van de bewegwijzering en signalering inclusief bermkasten, lichtmasten inclusief bermkasten, voorzieningen ten behoeve van de landschappelijke en natuurlijke inpassing, geluidschermen en andere geluidwerende voorzieningen, straatmeubilair, calamiteitenzones, nutsvoorzieningen, waterstaatkundige werken, kabels, leidingen en overige ondergrondse infrastructuur, duikers, mottoborden en bouwborden, kunstobjecten, uitgezonderd lucht- en lichtschermen.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan voor de wegaanduiding, geleiding, beveiliging, verlichting en regeling van het verkeer, maximaal 10 m.
Het is verboden de gronden te gebruiken voor:
De voor 'Verkeer - Spoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende regels:
De voor 'Verkeer - Verzorgingsplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder kunstwerken, voorzieningen ten behoeve van de geleiding van het verkeer, voorzieningen ten behoeve van de bewegwijzering en signalering inclusief bermkasten, lichtmasten inclusief bermkasten, voorzieningen ten behoeve van de landschappelijke en natuurlijke inpassing, geluidschermen en andere geluidwerende voorzieningen, straatmeubilair, calamiteitenzones, nutsvoorzieningen, waterstaatkundige werken, kabels, leidingen en overige ondergrondse infrastructuur, duikers, mottoborden en bouwborden, kunstobjecten, tijdelijke werkterreinen ten behoeve van het Tracébesluit, uitgezonderd lucht- en lichtschermen.
Gebouwen voldoen aan de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende regels:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 28.2.1, sub a, onder 1 en sub b, onder 1 voor wat betreft het overschrijden van de toegestane oppervlakte met maximaal 200 m2 indien dit noodzakelijk is vanwege door de rijkswegbeheerder gestelde eisen aan de verzorgingsplaats, mits er geen onevenredige aantasting plaats vindt van de in de omgeving aanwezige functies en waarden.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 28' mag de bestaande inrichting van de gronden slechts worden gewijzigd onder de voorwaarde dat de Landschappelijke inpassing en inrichting van de verzorgingsplaats De Hackelaar is uitgevoerd.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, dammen en/of duikers.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend keermuren voor de waterbeheersing, oeverbeschoeiingen, duikers, sluizen en bruggen worden gebouwd, alsmede:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 29.2 voor het oprichten van bouwwerken geen gebouw zijnde, noodzakelijk voor het afmeren van schepen.
Afwijking als bedoeld in artikel 29.3.1 kan slechts worden verleend, mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 29.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 29.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het ander-werk dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan waarden van de omgeving en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
Geen omgevingsvergunning is nodig voor:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, parkeervoorzieningen, tuinen en erven.
Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende regels:
Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen voldoen aan de volgende regels:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, voor wat betreft het wijzigen van een bouwvlak zoals bedoeld in artikel 30.2.1, onder a, alsmede het intekenen van aanduidingen als bedoeld in artikel 30.1, onder b en artikel 30.2.1, onder b1 en onder c op de verbeelding ten behoeve van één of meerdere extra wooneenheden, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
De voor 'Maatschappelijk - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, ondersteunende horecavoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding zorg.
Burgemeester en wethouders werken de bestemming uit met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om in de uitwerking afwijkingsbevoegdheden op te nemen met betrekking tot de het toestaan van:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, ook bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (Artikel 3 tot en met Artikel 31) mogen geen nieuwe gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 32.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 32.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 32.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het ander-werk dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de leiding en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in dit artikel wordt niet eerder verleend dan nadat hieromtrent advies is verkregen van de leidingbeheerder.
Geen omgevingsvergunning is nodig voor:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het geheel of gedeeltelijk verwijderen van de bestemming 'Leiding - Gas' indien de betreffende leiding niet meer wordt of zal worden gebruikt en het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming van de leiding voorziet en positief advies is verkregen van de leidingbeheerder.
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (Artikel 3 tot en met Artikel 31) mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde maximaal:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 33.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits hieromtrent advies is verkregen van de leidingbeheerder.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 33.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 33.4.1 wordt niet eerder verleend dan nadat hieromtrent advies is verkregen van de leidingbeheerder.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 33.4.1 is nodig voor:
De voor 'Leiding - Leidingstrook' aangewezen gronden zijn naast voor de andere daar geldende bestemming(en), tevens bestemd voor ondergrondse leidingen met daarbij behorende belemmeringenstrook voor warmtetransportleiding.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (Artikel 3 tot en met Artikel 31) mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 34.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits hieromtrent advies is verkregen van de leidingbeheerder.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 34.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 34.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het ander-werk dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de leiding en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in dit artikel wordt niet eerder verleend dan nadat hieromtrent advies is verkregen van de leidingbeheerder.
Geen omgevingsvergunning is nodig voor:
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde.
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen (Artikel 3 tot en met Artikel 31) mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde maximaal 3 m.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 35.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits hieromtrent advies is gevraagd aan de leidingbeheerder.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 35.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 35.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijde, of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de ondergrondse leidingen en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 35.4.1 wordt niet eerder verleend dan nadat hieromtrent advies is gevraagd aan de leidingbeheerder.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 35.4.1 is nodig voor:
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, ook bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de aan de grond eigen zijnde archeologische waarden.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (Artikel 3 tot en met Artikel 31) mag op de in artikel 36.1 bedoelde gronden alleen worden gebouwd ten behoeve van aanvullend of definitief archeologisch onderzoek.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 36.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Afwijking als bedoeld in artikel 36.3.1 is niet vereist, indien:
Een omgevingsvergunning wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de archeologische deskundige, omtrent de vraag of de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 36.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:
Een omgevingsvergunning wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de archeologische deskundige, omtrent de vraag of de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Het in artikel 36.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het geheel of gedeeltelijk verwijderen van de bestemming 'Waarde - Archeologie 1', indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn en het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, ook bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de aan de grond eigen zijnde archeologische waarden.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (Artikel 3 tot en met Artikel 31) mag op de in artikel 37.1 bedoelde gronden alleen worden gebouwd ten behoeve van aanvullend of definitief archeologisch onderzoek.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 37.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Afwijking als bedoeld in artikel 37.3.1 is niet vereist, indien:
Een omgevingsvergunning wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de archeologische deskundige, omtrent de vraag of de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 37.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:
Een omgevingsvergunning wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de archeologische deskundige, omtrent de vraag of de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Het in artikel 37.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het geheel of gedeeltelijk verwijderen van de bestemming 'Waarde - Archeologie 2', indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn en het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, ook bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de aan de grond eigen zijnde archeologische waarden.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (Artikel 3 tot en met Artikel 31) mag op de in artikel 38.1 bedoelde gronden alleen worden gebouwd ten behoeve van aanvullend of definitief archeologisch onderzoek.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 38.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Afwijking als bedoeld in artikel 38.3.1 is niet vereist, indien:
Een omgevingsvergunning wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de archeologische deskundige, omtrent de vraag of de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 38.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:
Een omgevingsvergunning wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de archeologische deskundige, omtrent de vraag of de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Het in artikel 38.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het geheel of gedeeltelijk verwijderen van de bestemming 'Waarde - Archeologie 3', indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn en het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, ook bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de aan de grond eigen zijnde archeologische waarden.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (Artikel 3 tot en met Artikel 31) mag op de in artikel 39.1 bedoelde gronden alleen worden gebouwd ten behoeve van aanvullend of definitief archeologisch onderzoek.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 39.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Afwijking als bedoeld in artikel 39.3.1 is niet vereist, indien:
Een omgevingsvergunning wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de archeologische deskundige, omtrent de vraag of de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 39.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:
Een omgevingsvergunning wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de archeologische deskundige, omtrent de vraag of de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Het in artikel 39.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het geheel of gedeeltelijk verwijderen van de bestemming 'Waarde - Archeologie 4', indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn en het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, ook bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de aan de grond eigen zijnde archeologische waarden.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (Artikel 3 tot en met Artikel 31) mag op de in artikel 40.1 bedoelde gronden alleen worden gebouwd ten behoeve van aanvullend of definitief archeologisch onderzoek.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 40.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Afwijking als bedoeld in artikel 40.3.1 is niet vereist, indien:
Een omgevingsvergunning wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de archeologische deskundige, omtrent de vraag of de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 40.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:
Een omgevingsvergunning wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de archeologische deskundige, omtrent de vraag of de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Het in artikel 40.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het geheel of gedeeltelijk verwijderen van de bestemming 'Waarde - Archeologie 5', indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn en het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de cultuurhistorische waarden.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (Artikel 3 tot en met Artikel 31) mag niet worden gebouwd.
Het in artikel 41.2.1 vervatte verbod is niet van toepassing op:
Het bevoegd gezag is bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering en maatvoering van bouwwerken alsmede groene omzoming indien en voor zover dat noodzakelijk is om de cultuurhistorische waarden te beschermen.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 41.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 41.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 41.5.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het ander-werk dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarden van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
Geen omgevingsvergunning is nodig voor:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – primair bestemd voor de aanleg, het behoud en het herstel van de waterkering met bijbehorende bouwwerken zoals duikers, keerwanden en merktekens. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemmingen (Artikel 3 tot en met Artikel 31) is, voor zover voor dat bouwen volgens de regels van de water(kering)beheerder, zoals de Waterwet of de Keur, een (water)vergunning is vereist, uitsluitend toegestaan na inwerkingtreding van die vergunning.
Het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden op de onder lid 42.1bedoelde gronden is, voor zover voor het uitvoeren van die werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden volgens de regels van de water(kering)beheerder, zoals de Waterwet of de Keur, een (water)vergunning is vereist, uitsluitend toegestaan na inwerkingtreding van die vergunning.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand tot enige aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet en/of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
In die gevallen dat een bestaand bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet en/of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand is gekomen, meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt dat bebouwingspercentage in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
Bestaande ondergrondse bouwwerken zijn toegestaan.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 44.3.1 voor de realisatie van nieuwe ondergrondse bouwwerken, met dien verstande dat:
Tot een gebruik in strijd met alle bestemmingen wordt in ieder geval begrepen:
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' geldt een zone als bedoeld in artikel 40 en artikel 41, eerste en tweede lid van de Wet geluidhinder. Binnen deze zone mogen geen nieuwe geluidgevoelige objecten worden gerealiseerd. Vervanging van bestaande geluidgevoelige objecten is slechts toegestaan indien wordt voldaan aan de bepalingen van de Wet geluidhinder.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mogen geen nieuwe woningen en andere geluidgevoelige gebouwen worden gebouwd.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 46.1.2 en worden toegestaan dat nieuwe woningen en geluidgevoelige objecten overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemmingen mogen worden gebouwd, mits:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het verblijfsklimaat in verband met een lpg-installatie.
In afwijking van het bepaalde bij de daar voorkomende bestemmingen zijn op de in artikel46.2.1bedoelde gronden geen nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toegestaan.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 46.2.2 voor het toestaan van nieuwe beperkt kwetsbare objecten, mits ter plaatse een aanvaardbaar verblijfsklimaat kan worden gerealiseerd.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn, naast de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de functie van de molen als werktuig en zijn waarde als landschapsbepalend element.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (Artikel 3 tot en met Artikel 31) geldt dat:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 46.3.2 onder a, mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 46.3.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:
Geen omgevingsvergunning is nodig voor:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - radar' zijn, naast de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de functie van apparatuur voor communicatie-, navigatie- en surveillance infrastructuur voor radiocontact tussen verkeersleiding en vliegtuigen, navigatie van vliegtuigen in het naderingsgebied van een luchthaven en plaatsbepaling van vliegtuigen.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (Artikel 3 tot en met Artikel 31) geldt dat
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 46.4.2 onder a, mits de functie van apparatuur voor communicatie-, navigatie- en surveillance infrastructuur voor radiocontact tussen verkeersleiding en vliegtuigen, navigatie van vliegtuigen in het naderingsgebied van een luchthaven en plaatsbepaling van vliegtuigen niet verder worden beperkt vanwege de nieuw op te richten bebouwing.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 46.4.3 wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de beheerder van de apparatuur voor communicatie-, navigatie- en surveillance infrastructuur voor radiocontact tussen verkeersleiding en vliegtuigen, navigatie van vliegtuigen in het naderingsgebied van een luchthaven en plaatsbepaling van vliegtuigen.
Geen omgevingsvergunning is nodig voorde uitvoering van een bouwplan waarvoor omgevingsvergunning is verleend.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemmingen van de gronden gelegen binnen de 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 1', wijzigen in de bestemming 'Verkeer - 1' ten behoeve van een ontsluitingsweg door de Bloemendalerpolder vanaf de A1, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemmingen van de gronden gelegen binnen de 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 2', wijzigen in de bestemming 'Natuur - 1', mits er geen onevenredige aantasting van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden plaatsvindt.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemmingen van de gronden gelegen binnen de 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 3', wijzigen in de bestemming, 'Groen', 'Verkeer - 1', 'Verkeer - 2' ten behoeve van een betere verkeersafwikkeling of een beter behoud, herstel of benutten van de waarden van de omgeving, met dien verstande dat:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
Afwijking als bedoeld in artikel 47.1 is slechts toegestaan, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de agrarische bouwvlakken te wijzigen van vorm en situering van de agrarische bouwvlakken, mits door de aanvrager de agrarische-bedrijfseconomische noodzaak van de wijziging is aangetoond. Bij de toepassing van de wijzigingsbevoegdheid wordt de waarde van de omgeving in de afweging betrokken.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, voor wat betreft het wijzigen van de ligging van de aanduiding 'woonschepenligplaats' en het aantal in de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' zoals bedoeld in artikel 29.1, onder f ten behoeve van de verplaatsing van woonschepen. De wijziging is slechts toepasbaar indien dit noodzakelijk of gewenst is in verband met het behoud en versterking van de ecologische functie van de Vecht, danwel in verband met de veiligheid en onderhoud van aanwezige ondergrondse transportleidingen, de uitvoering van het Tracébesluit of uitplaatsing van woonboten uit het beschermd stadsgezicht Vesting Muiden. Bij toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid, wordt voor zover noodzakelijk, de bijbehorende bestemming 'Tuin - 1' gewijzigd in 'Groen' en wordt de aangrenzende grond bij de nieuwe ligplaats gewijzigd in de bestemming 'Tuin - 1'.
De regels van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Bij omgevingsvergunning kan eenmalig worden afgeweken van het bepaalde in artikel 50.1.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 50.1.1 met maximaal 10%.
Artikel 50.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 50.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in artikel 50.2.1, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Artikel 50.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied'.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 19 juni 2014.