direct naar inhoud van Artikel 6: Gemengd
Plan: Medemblik - Woongebieden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0420.BPKMEDWOONGEBIEDEN-VA01

Artikel 6: Gemengd

6.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van:
    • 1. dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen;
    • 2. maatschappelijke voorzieningen;
    • 3. horecabedrijven tot en met categorie C, ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie C';
    • 4. horecabedrijven tot en met categorie D, ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie D;
    • 5. een hotel / restaurant, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - hotel-/restaurant';
    • 6. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2, met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven;
    • 7. woningen;
    • 8. kantoren;
  • b. het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege de geluidszoneringsplichtige inrichtingen op het industrieterrein van geluidsgevoelige objecten, ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie';

met daaraan ondergeschikt:

  • c. wegen, straten en paden;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. speelvoorzieningen;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. waterlopen en waterpartijen;

met de daarbijbehorende:

  • i. tuinen, erven en terreinen;
  • j. andere bouwwerken.
6.2. Bouwregels
6.2.1. De in lid 5.1. sub a genoemde gebouwen

Voor het bouwen van de in lid 6.1 sub a genoemde gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen zullen binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goot- en bouwhoogte van een gebouw zullen ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven hoogtes bedragen.
6.2.2. Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw c.q. het verlengde daarvan ten hoogste 1,00 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
6.3. Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van een goede woonsituatie, een goede milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

6.4. Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 6.2.1 sub a in die zin dat gebouwen (gedeeltelijk) buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:
    • 1. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen buiten het bouwvlak ten hoogste 100 m² zal bedragen;
    • 2. er sprake is van een bedrijfstechnisch aantoonbare noodzaak tot uitbreiding;
    • 3. indien het een uitbreiding betreft die zich naar de wegzijde manifesteert, het gaat om het onderbrengen van de minder hinder veroorzakende onderdelen van een bedrijf;
    • 4. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger is dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde.
6.5. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de tweede en hogere bouwlaag van de gebouwen ten behoeve van de in lid 6.1 sub a onder 1 t/m 6 genoemde functies;
  • b. het gebruik van de eerste bouwlaag van de gebouwen ten behoeve van woningen;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de uitoefening van detailhandel;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven anders dan de bedrijven die zijn genoemd in bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2.
6.6. Afwijken van de gebruiksregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de woonsituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 6.5 sub a in die zin dat de tweede en/of hogere bouwlaag van de gebouwen wordt gebruikt ten behoeve van een in lid 5.1. sub a onder 1 t/m 6 genoemde functie;
  • b. het bepaalde in lid 6.5 sub b in die zin dat de eerste bouwlaag van de gebouwen wordt gebruikt ten behoeve van woningen;
  • c. het bepaalde in lid 6.5 sub c in die zin dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt voor de uitoefening van productiegebonden detailhandel, mits:
    • 1. de vestiging plaatsvindt in de bestaande gebouwen;
    • 2. de vestiging geen onevenredige afbreuk doet aan het winkelapparaat binnen het kernwinkelgebied;
  • d. het bepaalde in lid 6.5 sub d in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2, mits:
    • 1. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 2, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd of bedrijven die wel zijn genoemd in bijlage 2 onder een hogere categorie dan 2, maar in een individueel geval een lagere milieubelasting hebben;
    • 2. het geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven betreft.
6.7. Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de woonsituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat:

  • a. de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 2' en/of 'horeca tot en met horecacategorie 3' wordt verwijderd, mits:
    • 1. de betreffende functie ter plaatse is beëindigd.