direct naar inhoud van Artikel 16: Water
Plan: Medemblik - Woongebieden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0420.BPKMEDWOONGEBIEDEN-VA01

Artikel 16: Water

16.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. waterlopen en waterpartijen;
  • b. oevers, bermen en beplanting;
  • c. groenvoorzieningen;
  • d. een ligplaats voor een woonschip, ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats';
  • e. schiphuizen, ter plaatse van de aanduiding 'schiphuis';
  • f. het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege de geluidszoneringsplichtige inrichtingen op het industrieterrein van geluidsgevoelige objecten, ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie';
  • g. de bescherming van de functie van de in het aanliggende gebied gesitueerde molen als werktuig en zijn waarde als landschapsbepalend element, ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop';

met daaraan ondergeschikt:

  • h. wegen, straten en paden;
  • i. aanleggelegenheid;

met de daarbijbehorende:

  • j. andere bouwwerken, waaronder steigers, bruggen, dammen en/of duikers.
16.2. Bouwregels
16.2.1. Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. als gebouw mogen uitsluitend schiphuizen worden gebouwd;
  • b. schiphuizen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding “schiphuis”;
  • c. de oppervlakte van een schiphuis zal ten hoogste 30 m² bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een schiphuis zal ten hoogste 2,50 m bedragen.
16.2.2. Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van oeverbeschoeiingen zal ten hoogste 0,40 m bedragen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - recreatieve vaarroute' gelden de volgende regels:
    • 1. de doorvaarthoogte van bruggen, duikers en daarmee gelijk te stellen overspanningen en overkluizingen, ten minste 1,50 m;
    • 2. de doorvaartbreedte van bruggen, duikers en daarmee gelijk te stellen overspanningen en overkluizingen, en de waterloop ten minste 3,00 m;
  • c. de bouwhoogte van de overige andere bouwwerken zal ten hoogste 3,50 m bedragen;
16.3. Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen ten behoeve van een goede waterhuishouding en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

16.4. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden als ligplaats voor woonschepen, tenzij de gronden ter plaatse zijn aangeduid als 'woonschepenligplaats', in welk geval:
    • 1. de breedte van een woonschip ten hoogste 5,00 m zal bedragen;
    • 2. de lengte van een woonschip ten hoogste 20,00 m zal bedragen;
    • 3. de bouwhoogte van een woonschip ten hoogste 4,00 m zal bedragen, gemeten vanaf de waterspiegel;
    • 4. er ten plaatse van de aanduiding "woonschepenligplaats" ten hoogste één woonschip mag liggen.