Artikel 32 Algemene wijzigingsregels
32.1 Algemene wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), ten behoeve van:
-
a. overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 5 meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
-
b. het aanbrengen van wijzigingen in de plaats, richting en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen en/of andere grenslijnen en aanduidingen ten behoeve van de praktische uitvoering van het plan met dien verstande dat de afwijking ten hoogste 5 meter mag bedragen, mits het wijzigingen betreft waarbij geen belangen van derden worden geschaad, dan wel ter correctie van afwijkingen of onnauwkeurigheden van bestemmingsvlakken en/of aanduidingen ten opzichte van de feitelijke situatie of anderszins een meetverschil of indien de situatie ter plekke daartoe aanleiding geeft.
32.2 Voorwaarden bij wijzigingsbevoegdheid
De in lid 32.1 genoemde wijzigingen zijn slechts toegestaan indien:
-
a. hiervoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
-
b. geen blijvende onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de in het bestemmingsplan beschreven en te beschermen stedenbouwkundige structuur en/of de ruimtelijke, c.q. de milieukwaliteiten van het gebied en de omgeving;
-
c. geen verkeersonveilige situaties ontstaan.
32.3 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied' te wijzigen in de bestemming 'Wonen', met inachtneming van de volgende bepalingen:
-
a. de toepassing van de wijzigingsbevoegdheid geschiedt op basis van een intentieovereenkomst en daadwerkelijke verkoop van de percelen aan eigenaren van belendende percelen;
-
b. de gronden mogen in gebruik worden genomen als erf danwel tuin bij belendende percelen.
32.4 Toevoegen aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - rijksmonument', 'specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument' of 'karakteristiek'
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door voor gebouwen:
-
a. de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - rijksmonument' dan wel 'specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument' op te nemen, indien het betreffende pand is aangemerkt als rijksmonument respectievelijk gemeentelijk monument;
-
b. de aanduiding 'karakteristiek' op te nemen, indien het betreffende gebouw is opgenomen op een door de gemeenteraad vastgestelde lijst van beeldbepalende of beeldondersteunende panden.