12.2 Bouwregels
12.2.1 Gebouwen binnen het bouwvlak
Voor het bouwen van gebouwen gelden de regels in Artikel 28, alsmede de volgende regels:
-
a. gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
-
b. ter plaatse van de aanduiding "maximum bebouwingspercentage" geldt dat de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen niet meer mag bedragen dan het aangegeven percentage;
-
c. de goot- en bouwhoogte van binnen het bouwvlak gelegen gebouwen mag niet meer bedragen dan de aangegeven goot- en bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)";
-
d. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning" is een vrijstaande bestaande bedrijfswoning toegestaan.
12.2.2 Bouwen buiten bouwvlak bij bestaande bedrijfswoningen
Voor het bouwen van aan- of uitbouwen, bijgebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en overkappingen bij een bestaande bedrijfswoning buiten het bouwvlak geldt de volgende regel:
-
a. de gezamenlijke oppervlakte van aan- of uitbouwen, bijgebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en overkappingen mag niet meer dan 50% van het erf dat zich op meer dan 1 m afstand van de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerd gebouw bevindt;
-
b. aan-, uitbouwen en bijgebouwen, dienen ten minste 3 meter achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde gebouw te worden gebouwd, dan wel de bestaande afstand indien deze minder is;
-
c. de gezamenlijke oppervlakte van aan- of uitbouwen en bijgebouwen en overkappingen, buiten het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 50 m2;
-
d. indien het bouwperceel groter is dan 500 m2, de oppervlakte van aan- of uitbouwen, bijgebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten hoogste 75 m2 mag bedragen;
-
e. de goothoogte van aan- of uitbouwen en aan de bedrijfswoning gebouwde bijgebouwen mag niet meer dan de hoogte van de bovenzijde van de afgewerkte vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw bedragen tot een maximum van 3,5 meter;
-
f. de bouwhoogte van aan- of uitbouwen en aan de bedrijfswoning gebouwde bijgebouwen mag niet meer dan 6,5 m bedragen, met dien verstande dat:
-
1. de bouwhoogte van aan- of uitbouwen en aan de bedrijfswoning gebouwde bijgebouwen minimaal 1 meter lager is dan de bouwhoogte van de bedrijfswoning;
-
2. de bouwhoogte van aan- of uitbouwen en aan de bedrijfswoning gebouwde bijgebouwen die binnen een afstand van 3 meter tot de bouwperceelgrens worden gebouwd, niet meer dan 5 meter mag bedragen;
-
g. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 3 meter bedragen, dan wel de bestaande goothoogte indien deze meer is;
-
h. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 5 meter bedragen, dan wel de bestaande bouwhoogte indien deze meer is.
12.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
-
a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheiding voor (het verlengde) van de naar de weg gekeerde gevel van het dichtst bij de openbare weg mag niet meer dan 1 meter bedragen;
-
b. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen;
-
c. de bouwhoogte van sport- en speelvoorzieningen mag niet meer dan 6 meter bedragen;
-
d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen;
-
e. de oppervlakte aan overkappingen mag niet meer dan 20 m2 bedragen met een maximale hoogte van 3 meter;
-
f. een overkapping dient achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerd gebouw te worden gebouwd.