direct naar inhoud van Artikel 5 Cultuur en ontspanning
Plan: Kom-Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0406.BPKOMOOST2013-OH01

Artikel 5 Cultuur en ontspanning

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Cultuur en ontspanning aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. voorzieningen en activiteiten uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'Cultuur, Sport en Recreatie' (zie bijlage 1);
  • b. horeca uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten (zie bijlage 2);
  • c. uitsluitend in de kelder ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - a' tevens voor een zogenaamd feestcafé met entertainment;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en verhardingen.
5.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

5.2.1 Gebouwen

  • a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven bouwhoogte.

5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor (het verlengde van) de voorgevel en buiten het bouwvlak bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte van vlaggenmasten en antennes bedraagt ten hoogste 7,5 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.
5.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. coffeeshops zijn niet toegestaan;
  • b. seksinrichtingen, sekswinkels en escortbedrijven zijn niet toegestaan.
5.4 Afwijken van de gebruiksregels

5.4.1 Afwijken van de Staat van Horeca-activiteiten

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1onder a:

  • a. om voorzieningen en activiteiten toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten, Cultuur en Recreatie' zijn genoemd, voor zover de betreffende voorziening naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën zoals in lid 5.1 onder a genoemd;
  • b. om horecabedrijven toe te laten in één categorie hoger dan in lid 5.1onder b genoemd, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of de bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën zoals in lid 5.1onder b genoemd;
  • c. om horecabedrijven toe te laten die niet in de Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de horecacategorieën, zoals in lid 5.1onder b genoemd.