direct naar inhoud van Artikel 24 Overige regels
Plan: Hoofdwinkelcentrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0406.BPHWC2011-VG02

Artikel 24 Overige regels

24.1 Werking wettelijke regelingen

De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.

24.2 Parkeren
  • a. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 3 tot en met 15 dient bij de oprichting van een nieuw bouwwerk, de vergroting van een bestaand bouwwerk en/of de verandering in functie op het bijbehorend bouwperceel, te worden voorzien in parkeerplaatsen volgens de volgende regeling:

Functie   Oprichting/vergroting/verandering  
Praktijkruimten   1 parkeerplaats per 20 m² bvo  
Maatschappelijke doeleinden   1 parkeerplaats per 35 m² bvo  
Supermarkt (nieuw)   4 parkeerplaatsen per 100 m² bvo  
Supermarkt (uitbreiding bestaand)   3 parkeerplaatsen per 100 m² bvo  
Overige detailhandel   3 parkeerplaatsen per 100m² bvo  
Bedrijven   1 parkeerplaats per 50 m² bvo  
Kantoren   1 parkeerplaats per 40 m² bvo  
Dienstverlening   1 parkeerplaats per 40 m² bvo  
Horeca   1 parkeerplaats per 15 m² bvo  
Wonen   1,5 parkeerplaats per woning  

  • b. bij de berekening van het aantal parkeerplaatsen volgens het gestelde in lid 24.2 onder a, worden de ten tijde van het rechtskracht krijgen van dit plan voor parkeerplaatsen in gebruik zijnde, of voor parkeerplaatsen geplande gronden, buiten beschouwing gelaten;
  • c. voor zover er door het oprichten van nieuwe bouwwerken of het vergroten van bestaande bouwwerken, parkeerplaatsen verloren gaan, dienen deze in gelijke omvang te worden gecompenseerd;
  • d. indien bij de eindberekening het aantal parkeerplaatsen uitkomt op een halve of meer, dan vindt de afronding naar boven plaats. Minder dan een halve wordt naar beneden afgerond;
  • e. voor niet onder lid 24.2 onder a genoemde functies geldt de parkeernorm zoals opgenomen in Parkeerkencijfers - ASVV 2008, publicatie 182, september 2008, 3e gewijzigde druk, blz. 15 tot en met 23. Uitgegaan dient te worden van de kolommen 'rest bebouwde kom' en van de rij 'matig stedelijk'. Vervolgens dient uitgegaan te worden van het gemiddelde van de bandbreedte die wordt aangegeven;
  • f. het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 24.2 onder a indien:
    • 1. het gebruik niet wijzigt en;
    • 2. de uitbreiding niet meer bedraagt dan 100 m² brutovloeroppervlakte dan wel 10% van het totale brutovloeroppervlakte indien dit niet meer is dan 100 m²;
    • 3. is aangetoond dat als gevolg van de uitbreiding de parkeerbehoefte niet toeneemt;
  • g. het bevoegde gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 24.2 onder a indien op het bouwperceel redelijkerwijs geen gronden (meer) beschikbaar kunnen worden gehouden ten behoeve van een parkeerplaats en in voldoende mate binnen redelijke afstand van het bouwperceel in parkeerplaatsen is of kan worden voorzien;
  • h. het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 24.2 onder a indien het bouwperceel in de bestaande situatie meer of een gelijk aantal parkeerplaatsen heeft, dan ingevolge lid 24.2 onder a voor de in zijn geheel gerealiseerde bebouwing en/of wijziging van het gebruik is vereist;
  • i. het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 24.2 onder a, indien op grond van de parkeernorm, zoals opgenomen in de parkeerkencijfers CROW 2008, publicatie 182, september 2008, 3e gewijzigde druk, blz. 15 tot en met 23, een minder aantal parkeerplaatsen is vereist. Uitgegaan dient te worden van de kolommen 'rest bebouwde kom' en van de rij 'matig stedelijk'. Vervolgens dient uitgegaan te worden van het gemiddelde van de bandbreedte die wordt aangegeven;
  • j. het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 24.2 onder a, indien de uitbreiding van de bebouwing niet leidt tot een grotere parkeerbehoefte.