direct naar inhoud van Artikel 5 Centrum - 1
Plan: Hoofdwinkelcentrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0406.BPHWC2011-VG02

Artikel 5 Centrum - 1

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel;
  • b. publieksgerichte dienstverlening, uitsluitend op de verdieping;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening': tevens publieksgerichte dienstverlening op de begane grond;
  • d. wonen daaronder begrepen beroep aan huis, uitsluitend op de verdieping;
  • e. horecabedrijven uit ten hoogste categorie 1a van de Staat van Horeca-activiteiten (zie bijlage 1);
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'horeca': tevens horecabedrijven uit ten hoogste categorie 2 uit de Staat van Horeca-activiteiten (zie bijlage 1);
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor': tevens voor kantoren op de verdieping;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': tevens voor cultuurhistorische waarden;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'wonen': tevens voor het wonen op de begane grond;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage': tevens voor een ondergrondse parkeergarage;
  • k. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, ondergrondse en bovengrondse parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, tuinen, erven, water en verhardingen.

5.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

5.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • c. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • d. hoofdgebouwen dienen te worden afgedekt met een kap met een hellingshoek tussen de 40 en 60 graden, met uitzondering van bestaande hoofdgebouwen die reeds plat zijn afgedekt of reeds zijn afgedekt met een andere kap, zoals een mansarde kap;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' dient een onderdoorgang gerealiseerd te worden;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarde' bedraagt de goothoogte, bouwhoogte en dakhelling niet meer dan de bestaande waarde.

5.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
  • a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zijn zowel binnen als buiten het bouwvlak toegestaan;
  • b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zijn buiten het bouwvlak uitsluitend op het achtererf toegestaan;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt buiten het bouwvlak ten hoogste 50% van het zij- en achtererf;
  • d. de goothoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,25 m;
  • e. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste 4,5 m;
  • f. de goothoogte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • g. de bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 4,5 m.

5.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor (het verlengde van) de voorgevel bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte van vlaggenmasten en antennes bedraagt ten hoogste 7,5 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

5.3 Specifieke gebruiksregels
5.3.1 Algemeen

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. coffeeshops zijn niet toegestaan;
  • b. seksinrichtingen, escortbedrijven en sekswinkels zijn niet toegestaan;
  • c. opslag van goederen buiten het bouwvlak is niet toegestaan.

5.3.2 Beroep aan huis

Voor het medegebruik van een woning voor het uitoefenen van een beroep aan huis gelden de volgende voorwaarden:

  • a. het gebruik mag uitsluitend uitgeoefend worden door de bewoner(s) van de woning;
  • b. het gebruik mag geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de woning en de omgeving en moet een kleinschalig karakter hebben;
  • c. de woonfunctie moet in overwegende mate gehandhaafd blijven;
  • d. het gebruik mag het uiterlijk aanzien van de woning niet aantasten;
  • e. reclame-uitingen mogen niet strijdig zijn met het woonkarakter van de omgeving;
  • f. het gebruik mag geen onevenredige parkeerdruk met zich meebrengen;
  • g. het gebruik mag geen ernstige en/of onevenredige hinder voor het woonmilieu opleveren en niet onder de werkingssfeer van de Wet milieubeheer vallen;
  • h. het medegebruik van een woning voor het bieden van overnachtingsmogelijkheden (bed & breakfast) is toegestaan tot een maximum van 5 slaapplaatsen.