19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden die eigen zijn aan de desbetreffende gronden en nader zijn omschreven in de als bijlage 3 bij de regels opgenomen 'Toelichting beschermd dorpszicht'.
19.3 Afwijken van de bouwregels
-
a. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 19.2 voor de bouw van bouwwerken, indien en voor zover deze zijn toegestaan voor de in de bestemmingsomschrijving van dit artikel bedoelde, eveneens voor deze gronden aangegeven, andere bestemmingen en, gehoord de gemeentelijke monumentencommissie, is gebleken dat hierdoor het cultuurhistorisch waardevolle karakter van het gebied niet blijvend onevenredig wordt aangetast.
-
b. Indien op grond van lid 19.3 onder a een omgevingsvergunning wordt verleend dienen tevens de volgende bepalingen in acht te worden genomen:
-
1. de hoofdnokrichting van hoofdgebouwen dient overeenkomstig de bestaande hoofdnokrichting te zijn;
-
2. de hoofdgebouwen dienen voorzien te worden van een kap waarvan de dakhelling overeenkomstig de bestaande dakhelling dient te zijn;
-
3. voor het bouwen van hoofdgebouwen mag de bouwhoogte, respectievelijk de goothoogte niet meer dan 0,5 m afwijken van de bestaande bouwhoogte respectievelijk goothoogte; het bepaalde ten aanzien van de bouwhoogte en de goothoogte volgens de bestemmingsbepalingen van de eveneens voor deze gronden aangegeven, andere bestemmingen, blijven daarbij buiten toepassing;
-
4. de bouwhoogte van erfafscheidingen, voor zover gelegen in de onderliggende bestemming 'Tuin' bedraagt ten hoogste 1 m;
met dien verstande dat van het bovenstaande kan worden afgeweken indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarde van het beschermd dorpsgezicht, de gemeentelijke monumentencommissie is gehoord en een positief advies heeft gegeven.
19.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden
19.5.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het aanbrengen van verharding op grond met de onderliggende bestemming 'Tuin' voor:
-
1. terrassen met een grotere oppervlakte dan 20 m²;
-
2. paden met een grotere breedte dan 2 m;
-
b. het afgraven of ophogen van gronden met meer dan 0,3 m;
-
c. het kappen of rooien van hagen.
19.5.2 Uitzondering op het aanlegverbod
Het verbod in artikel 19.5.1 is niet van toepassing indien de werken of werkzaamheden:
-
a. het normale onderhoud betreffen;
-
b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
-
c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende omgevingsvergunning.
19.5.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning
Het bevoegd gezag gaat over tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden indien:
-
a. na overleg met de gemeentelijke monumentencommissie is gebleken dat de cultuurhistorische waarden aan de betreffende bouwwerken niet blijvend onevenredig worden geschaad;
-
b. de cultuurhistorische waarden kunnen en zullen worden veiliggesteld dan wel worden teruggebracht.