direct naar inhoud van Artikel 19 Waarde - Cultuurhistorie
Plan: Hoofdwinkelcentrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0406.BPHWC2011-VG02

Artikel 19 Waarde - Cultuurhistorie

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden die eigen zijn aan de desbetreffende gronden en nader zijn omschreven in de als bijlage 3 bij de regels opgenomen 'Toelichting beschermd dorpszicht'.

19.2 Bouwregels

Op deze gronden mag niet worden gebouwd.

19.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 19.2 voor de bouw van bouwwerken, indien en voor zover deze zijn toegestaan voor de in de bestemmingsomschrijving van dit artikel bedoelde, eveneens voor deze gronden aangegeven, andere bestemmingen en, gehoord de gemeentelijke monumentencommissie, is gebleken dat hierdoor het cultuurhistorisch waardevolle karakter van het gebied niet blijvend onevenredig wordt aangetast.
  • b. Indien op grond van lid 19.3 onder a een omgevingsvergunning wordt verleend dienen tevens de volgende bepalingen in acht te worden genomen:
    • 1. de hoofdnokrichting van hoofdgebouwen dient overeenkomstig de bestaande hoofdnokrichting te zijn;
    • 2. de hoofdgebouwen dienen voorzien te worden van een kap waarvan de dakhelling overeenkomstig de bestaande dakhelling dient te zijn;
    • 3. voor het bouwen van hoofdgebouwen mag de bouwhoogte, respectievelijk de goothoogte niet meer dan 0,5 m afwijken van de bestaande bouwhoogte respectievelijk goothoogte; het bepaalde ten aanzien van de bouwhoogte en de goothoogte volgens de bestemmingsbepalingen van de eveneens voor deze gronden aangegeven, andere bestemmingen, blijven daarbij buiten toepassing;
    • 4. de bouwhoogte van erfafscheidingen, voor zover gelegen in de onderliggende bestemming 'Tuin' bedraagt ten hoogste 1 m;

met dien verstande dat van het bovenstaande kan worden afgeweken indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarde van het beschermd dorpsgezicht, de gemeentelijke monumentencommissie is gehoord en een positief advies heeft gegeven.

19.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

19.4.1 Sloopverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op gronden met de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning sloopwerkzaamheden te verrichten.

19.4.2 Uitzondering op het sloopverbod

Het verbod in artikel 19.4.1 is niet van toepassing indien de sloopwerkzaamheden:

  • a. het gewone onderhoud betreffen;
  • b. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende omgevingsvergunning;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan;
  • d. zijn bedoeld om de directe gevolgen van calamiteiten of plagen te beperken.

19.4.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag gaat over tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor de uitvoering van sloopwerkzaamheden indien:

  • a. na overleg met de gemeentelijke monumentencommissie is gebleken dat de cultuurhistorische waarden aan de desbetreffende bouwwerken niet blijvend onevenredig worden geschaad;
  • b. de cultuurhistorische waarden kunnen en zullen worden veiliggesteld dan wel worden teruggebracht.

19.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden

19.5.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van verharding op grond met de onderliggende bestemming 'Tuin' voor:
    • 1. terrassen met een grotere oppervlakte dan 20 m²;
    • 2. paden met een grotere breedte dan 2 m;
  • b. het afgraven of ophogen van gronden met meer dan 0,3 m;
  • c. het kappen of rooien van hagen.

19.5.2 Uitzondering op het aanlegverbod

Het verbod in artikel 19.5.1 is niet van toepassing indien de werken of werkzaamheden:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende omgevingsvergunning.

19.5.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag gaat over tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden indien:

  • a. na overleg met de gemeentelijke monumentencommissie is gebleken dat de cultuurhistorische waarden aan de betreffende bouwwerken niet blijvend onevenredig worden geschaad;
  • b. de cultuurhistorische waarden kunnen en zullen worden veiliggesteld dan wel worden teruggebracht.