direct naar inhoud van Artikel 20 Waarde - Cultuurhistorie
Plan: Bestemmingsplan Dorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0406.BPDORP2010-OH01

Artikel 20 Waarde - Cultuurhistorie

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden die eigen zijn aan de desbetreffende gronden en nader zijn omschreven in bijlage 4 bij de regels, "Toelichting beschermd dorpszicht".

20.2 Bouwregels

Voor het bouwen op de in lid 20.1 bedoelde gronden gelden, de volgende regels: (naast en mogelijk in afwijking van het bepaalde elders in de bestemmingsplanregels):

  • c. de bestaande, vergunde hoofdnokrichting van hoofdgebouwen mag niet worden veranderd;
  • d. de bestaande, vergunde kapvormen en dakhellingen mogen niet worden veranderd;
  • e. de bestaande, vergunde goothoogte van de hoofdgebouwen mag niet worden veranderd;
  • f. de bestaande, vergunde bouwhoogte van de hoofdgebouwen mag niet worden veranderd;
  • g. erkers (art. 2.9 lid b, sub 4) aan de voorgevel zijn niet toegestaan;
  • h. de bouwhoogte van erfafscheidingen, voor zover gelegen in de onderliggende bestemming 'Tuin' en gelegen voor (het verlengde van) de voorgevelrooilijn, bedraagt ten hoogste 1 m;
20.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 20.2 voor de bouw van bouwwerken, indien:

  • a. deze bouwwerken zijn toegestaan voor de in de bestemmingsomschrijving van dit artikel bedoelde en eveneens voor deze gronden aangegeven, andere bestemmingen en;
  • b. de gemeentelijke welstandscommissie (tevens monumentencommissie) is gehoord en is gebleken dat hierdoor het cultuurhistorisch waardevolle karakter van het gebied niet onevenredig wordt aangetast.
20.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
20.4.1 Sloopverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op gronden met de bestemming 'Waarde-Cultuurhistorie' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning sloopwerkzaamheden te verrichten.

20.4.2 Uitzondering op het sloopverbod

Het verbod in artikel 20.4.1 is niet van toepassing indien de sloopwerkzaamheden:

  • a. het gewone onderhoud betreffen;
  • b. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende omgevingsvergunning;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan;
  • d. zijn bedoeld om de directe gevolgen van calamiteiten of plagen te beperken.
20.4.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag gaat over tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor de uitvoering van sloopwerkzaamheden indien:

  • a. na overleg met de gemeentelijke welstandscommissie (tevens monumentencommissie) is gebleken dat de cultuurhistorische waarden aan de desbetreffende bouwwerken niet onevenredig worden aangestast;
  • b. de cultuurhistorische waarden kunnen en zullen worden veiliggesteld dan wel worden teruggebracht.
20.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden
20.5.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde-Cultuurhistorie' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van verharding op grond met de onderliggende bestemming 'Tuin' voor:
    • 1. terrassen met een grotere oppervlakte dan 20m2;
    • 2. paden met een grotere breedte dan 2 m;
  • b. het afgraven of ophogen van gronden met meer dan 0,3 m;
  • c. het kappen of rooien van hagen;

20.5.2 Uitzondering op het aanlegverbod

Het verbod in artikel 20.5.1 is niet van toepassing indien de werken of werkzaamheden:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. reeds mogen uitgevoerd krachtens een verleende omgevingsvergunning;

20.5.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag gaat over tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden indien:

  • a. na overleg met de gemeentelijke welstandscommissie (tevens monumentencommissie) is gebleken dat de cultuurhistorische waarden aan de desbetreffende bouwwerken niet onevenredig worden aangestast;
  • b. de cultuurhistorische waarden kunnen en zullen worden veiliggesteld dan wel worden teruggebracht.