direct naar inhoud van Artikel 11 Tuin
Plan: Bestemmingsplan Dorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0406.BPDORP2010-OH01

Artikel 11 Tuin

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen en erven, behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen.
  • b. verhardingen, met dien verstande dat parkeervoorzieningen uitsluitend zijn toegestaan bij vrijstaande en half vrijstaande woningen.
11.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

11.2.1 Algemeen

Op deze gronden mogen uitsluitend dakloze bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht

11.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a bedraagt de bouwhoogte van toegangshekken- en partijen voor de voorgevelrooilijn bij vrijstaande en halfvrijstaande woningen ten hoogste 1,5 m, waarbij het hek schuin/ gebogen op kan lopen tot maximaal 1,8 m, met dien verstande dat de breedte ten hoogste 5 m bedraagt
  • c. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogte 7,5 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

11.2.3 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
  • a. In afwijking van hetgeen bepaald is in lid 11.2.1, zijn aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen, die bestaan (met bouw- of omgevingsvergunning) op het tijdstip van vaststelling van het plan toegestaan. Deze mogen geheel of gedeeltelijk worden vernieuwd of herbouwd, maar mogen niet worden vergroot of verplaatst ten opzichte van het oorspronkelijke bouwwerk.
  • b. In afwijking van hetgeen bepaald is in lid 11.2.1 zijn, ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen', bijgebouwen toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. er per bouwperceel maximaal 1 bijgebouw mag worden opgericht;
    • 2. de afstand tot het openbaar gebied ten minste 1 m bedraagt;
    • 3. de maximale oppervlakte ten hoogste 10 m2 bedraagt ;
    • 4. de maximale goothoogte ten hoogste 2,5 m bedraagt;
    • 5. de maximale bouwhoogte ten hoogste 3,5 m bedraagt .
11.3 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken voor parkeervoorzieningen bij middenwoningen, met dien verstande dat:

  • a. de parkeersituatie in de directe omgeving daarvoor aanleiding geeft;
  • b. er geen openbare parkeerplaatsen verloren gaan.