Artikel 32 Waarde - Archeologie
32.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- doeleinden ter bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen. Voor zover nog andere dubbelbestemmingen voor deze gronden gelden, is de voorrangsregeling zoals opgenomen in lid 32.5. van toepassing.
32.2 Bouwregels
Op de in lid 32.1. bedoelde gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van de bouw van een bijgebouw of de uitbreiding van een bestaand bouwwerk met ten hoogste 15 m².
32.3 Afwijken van de bouwregels
-
a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 32.2. ten behoeve van een overige aan deze gronden toegekende bestemming, indien is gebleken dat het oprichten van het bouwwerk, waarvoor vergunning wordt gevraagd, niet leidt tot een verstoring van de archeologische resten.
-
b. Voor zover het oprichten van het bouwwerk, waarvoor vergunning wordt gevraagd, kan leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 32.2., mits aan de vergunning één van de volgende voorschriften wordt verbonden:
-
1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
-
2. de verplichting tot het doen van opgravingen, of
-
3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan bij de vergunning te stellen kwalificaties.
-
c. De omgevingsvergunning wordt niet eerder verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, in voldoende mate is vastgesteld conform de voorschriften van de KNA (Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie).
-
d. Alvorens de omgevingsvergunning wordt verleend, wordt de gemeentelijke archeoloog om advies gevraagd.
32.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
32.4.1 Vergunningplicht
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist:
-
a. het ontgronden en het afgraven van gronden en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur;
-
b. het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 0,30 m, tenzij deze in het kader van onderzoek naar mogelijke historische vindplaatsen worden uitgevoerd.
32.4.2 Uitzondering
Het bepaalde in sublid 32.4.1. is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
-
a. het normale onderhoud betreffen;
-
b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
32.4.3 Toetsingscriteria
-
a. De omgevingsvergunning wordt verleend, indien is gebleken dat de in lid 32.4.1. genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal.
-
b. Voor zover de in sublid 32.4.1. genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen hiervan kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de vergunning worden verleend, mits hieraan een van de volgende voorschriften wordt verbonden:
-
1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
-
2. de verplichting tot het doen van opgravingen, of
-
3. de verplichting de uitvoering van de werken of werkzaamheden te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan bij de vergunning te stellen kwalificaties.
-
c. De omgevingsvergunning wordt niet eerder verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, in voldoende mate is vastgesteld conform de voorschriften van de KNA (Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie).
-
d. Alvorens de gevraagde omgevingsvergunning wordt verleend, wordt de gemeentelijke archeoloog om advies gevraagd.
32.5 Voorrangsregeling
Voor zover dubbelbestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen, gelden:
-
a. in de eerste plaats de regels van artikel 32;
-
b. in de tweede plaats de regels van de artikelen 30 en 31.
32.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat:
- de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' wordt verwijderd, indien uit nader onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn.