direct naar inhoud van 4.4 Gemeente
Plan: Bestemmingsplan Laapersboog
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.15bp01laapersboog-oh01

4.4 Gemeente

4.4.1 Structuurvisie Hilversum 2030

Een structuurvisie is een visie op de toekomst. De gemeente beschrijft hierin wat ze met de beschikbare ruimte doet om in de toekomst te voldoen aan de behoeften van iedereen die in Hilversum woont, werkt en recreëert. Het gaat bijvoorbeeld om de beste plek voor huizen, bedrijven, parken en recreatiemogelijkheden. Een structuurvisie opstellen betekent nu keuzes maken voor later. De Hilversumse gemeenteraad heeft ervoor gekozen om voor Hilversum als geheel één structuurvisie op te stellen, met een looptijd tot 2030.

Momenteel worden de uitgangspunten voor het gemeentelijke ruimtelijke beleid vastgelegd in een structuurvisie. Begin maart 2011 is de kenschets door de raad ter kennisgeving aangenomen. Daarbij is vastgesteld dat het eindproduct van fase 1, de kenschets, de onderdelen omvat zoals vastgesteld door de raad met het Plan van aanpak structuurvisie Hilversum 2030 (23 november 2009). Daarnaast is fase 1 (de analyse van de bestaande situatie en het vastgestelde beleid) afgerond. Daarna volgt de visievormende fase. De uiteindelijke vaststelling van de structuurvisie is in 2012 gepland. In de toelichting van het bestemmingsplan wordt de laatste stand van zaken van de structuurvisie verwoord.

4.4.2 Toekomstvisie Hilversum 2015

In de toekomstvisie kiest de gemeente voor een stabilisatie van het inwonersaantal rond 80.000 inwoners en een stabilisatie en versterking van de werkgelegenheid. In de nota zijn hoofdlijnen uitgezet ten behoeve van komende beleidsontwikkelingen en zijn binnen die hoofdlijnen speerpunten en sleutelprojecten aangegeven die kunnen worden geconcretiseerd. Onevenwichtigheden aanpakken en tegelijk de bestaande kwaliteiten die Hilversum heeft, behouden en versterken is daarbij de leidraad. Doelgericht, maar ook zorgvuldig en behoedzaam toewerken naar een compacte en tegelijk complete stad die duurzaam in evenwicht zal zijn. Waar sprake is en blijft van hoogwaardig wonen en werken in het groen, voor jong en oud en alles daartussenin. De toekomstvisie Hilversum 2015 is op 10 november 1999 door de gemeenteraad vastgesteld.

4.4.3 Kenniscentrum Hilversum, Economische visie 2007-2020

De Economische visie 2007-2020 is een meerjarenvisie met een kader waaraan economische besluitvorming moet worden getoetst. De raad heeft deze visie 9 mei 2007 vastgesteld. Daarbij is gekozen voor de scenario's:

  • Hilversum werkstad' om voldoende werkgelegenheid binnen de gemeentegrenzen te houden;
  • 'focus' op bepaalde vormen van bedrijvigheid.

De speerpunten van bedrijvigheid zijn:

  • 1. multimedia;

In regionaal verband gaat de gemeente een programma ontwikkelen voor transformatie van werklocaties.

Het mediapark zal de komende jaren verder worden getransformeerd en uitgebreid tot een modern hoogwaardig terrein voor multimediabedrijven. Op het Mediapark bevindt zich de grootste concentratie aan multimediabedrijven. In aanvulling op de uitbreiding van het Mediapark kan de locatie Mussenstraat/Arendstraat zich ontwikkelen tot een kleinschalig terrein voor mediabedrijven die qua uitstraling, imago een ander vestigingsklimaat wensen dan wordt aangeboden op het Mediapark. Creativiteit en jong ondernemerschap vinden hier hun plek. Daarnaast is de wijk Over 't Spoor aangewezen als creatieve wijk en wordt kleinschalige creatieve bedrijvigheid hier bevorderd. De gemeente wil in samenwerking met investeerders ruimte vinden voor creatieve bedrijvigheid met de nadruk op creatieve werk- en broedplaatsen.

  • 2. zorg;

De visie richt zich op het verder ontwikkelen van de tweede- en derdelijnszorg van zowel commerciële als reguliere zorginstellingen. Daarnaast vallen onder deze visie het verder verstevigen van economische activiteiten in de zorg zoals research en development van medische industrie, preventieve/ontspannende verzorging in de vorm van gezondheidsvoorzieningen, het ontwikkelen van gemaksdiensten zoals domotica. Hilversum wil de zorg concentreren op en rond bestaande voorzieningen. Ziekenhuislocatie/Heideheuvel biedt ruimte voor een hoogwaardige locatie voor zorgfuncties, zoals een zorghotel, bedrijvigheid op het gebied van medische technologie of klantgerichte bedrijvigheid op het gebied van de zorg. Ook de uitbreiding van het ziekenhuis en Heideheuvel krijgt hier een plek. Een tweede locatie voor zorg is landgoed Zonnestraal.

  • 3. toerisme.

Er liggen vooral kansen voor dagrecreatie. Vooral de natuurgebieden rondom Hilversum zijn trekkers. De economische potentie van het buitengebied kan beter worden benut door op beperkte schaal laagdrempelige horecavoorzieningen aan de rand van het buitengebied toe te staan en de bereikbaarheid van de natuurgebieden per fiets te verbeteren. Daarnaast wordt het ontwikkelen van innovatieve dag- en verblijfsrecreatieve arrangementen en activiteiten door het regionaal expertisecentrum aangemoedigd.

In de onderstaande tabel staat de ontwikkelingsrichting aangegeven. Waarbij de uitgangspunten zijn:

  • behoud van bestaande werklocaties;
  • benutting van alle economische ruimte in de stad;
  • gevestigde bedrijfsleven koesteren binnen de randvoorwaarden.

4.4.4 Integraal bereikbaarheidsplan Hilversum e.o.

In het plan (vastgesteld d.d. 7 december 2005) worden de verkeersstromen in de Hilversum en omgeving zo georganiseerd dat enerzijds het Media Park zijn economische functie goed kan uitoefenen en anderzijds de effecten van de verkeersstromen evenwichtig worden verdeeld over alle toegangswegen.

Binnen het totaal beschikbare bedrag van 50 miljoen Euro is het voornemen erop gericht om vanaf de aansluitingen van de A1 en de A27 en de N201 naar Hilversum op ongeveer 40 kruispunten op de buitenring verbeteringen aan te brengen op een zodanige wijze dat de doorstroming van het autoverkeer verbeterd wordt, de filevorming teruggedrongen en de leefbaarheid van de aangrenzende wijken groter wordt. Daarnaast worden voorzieningen voor fietsverkeer aangebracht en hoogwaardig openbaar vervoer van en naar het Mediapark gerealiseerd.

De voorgenomen ontwikkeling heeft geen gevolgen voor het Integraal bereikbaarheidsplan Hilversum.

4.4.5 Beleidsregels Parkeernormen Hilversum

Deze beleidsregels hebben betrekking op het stellen van een eis tot het aanbrengen van parkeer-/stallingsruimte voor auto's op ‘eigen terrein’, alsmede de wijze van bepalen van de hoeveelheid benodigde parkeerplaatsen, in verband met aanvragen betrekking hebbend op bouwen en/of gebruik.

Ook wordt een eis gesteld aan de afmetingen van de parkeer-/stallingsruimte en wordt een verplichting geformuleerd inzake laad- of losruimte.

Het doel van dit beleid is dat in parkeer-/stallingsruimte voor auto's, dan wel laad- of losruimte, op eigen terrein moet worden voorzien als daartoe behoefte ontstaat ten gevolge van bouwen op grond van de Wro. Op deze wijze wordt in het bijzonder de parkeerdruk in de openbare ruimte beperkt, en wordt de verantwoordelijkheid voor het realiseren van de benodigde parkeerplaatsen primair bij de ‘veroorzaker’ van de parkeervraag gelegd.

De parkeernormen differentieert globaal naar functies en stedelijkheidsgraad, waarvoor Hilversum is opgedeeld in drie gebieden: ‘centrum’, ‘schil’ en ‘buitenschil/rest bebouwde kom/buiten bebouwde kom’.

Het plangebied is gelegen in de ´buitenschil´.

4.4.6 Visie op eerstelijnszorg Hilversum 2011-2020

Deze visie (1 juni 2011 vastgesteld) geeft de ontwikkelingsrichting voor de eerstelijns gezondheidszorg in Hilversum voor de komende tien jaar. Deze visie is opgesteld door (vertegenwoordigers van) de huisartsen in Hilversum, Tergooiziekenhuizen en de gemeente Hilversum.

De verantwoordelijkheden van genoemde partijen zijn (van elkaar) verschillend. Daarom is bij het opstellen van de visie nadrukkelijk benoemd welke specifieke bijdrage elk van de partijen kan of zal moeten leveren aan het bereiken van de geformuleerde gemeenschappelijke doelen. Die bijdragen zijn dus ook verschillend.

Voor de gemeente Hilversum gaat het om de volgende punten:

  • Hilversum faciliteert de komst van gezondheidscentra in de ruimtelijke ordening waar mogelijk door gerichte aanpassingen van de betreffende bestemmingsplannen.
  • Hilversum voert ten behoeve van ontwikkelingen in de eerstelijnszorg accountmanagement in, zodat de zorgaanbieders één aanspreekpunt bij de gemeente krijgen voor alle voorkomende vragen.
  • Hilversum bespreekt in concrete gevallen met de woningcorporaties de mogelijkheden van de corporaties om gezondheidscentra in fysieke zin te faciliteren (bouwen, verhuren)
  • Hilversum zal een halfjaarlijks overleg (onder voorzitterschap van de wethouder zorg) tussen gemeente en vertegenwoordigers van GGD, huisartsen en Tergooiziekenhuizen instellen. In dit overleg zal de voortgang van de activiteiten worden gemonitord en zal worden beoordeeld of en zo ja welke interventies nodig zijn. In dit overleg zal worden bezien hoe een relatie kan worden gelegd met regionale ontwikkelingen.

De ´Visie op eerstelijnszorg Hilversum´ is gericht op een tweetal zaken, te weten:

  • 1. wijkgerichte gezondheidscentra;
  • 2. toegang tot acute huisartsenzorg.

Het plangebied voorziet in de realisatie van een maatschappelijke component.

4.4.7 Breder dan school, plan van aanpak brede school ontwikkeling

Hilversum werkt aan de ontwikkeling van de Brede School aanpak: een vraaggestuurd, structureel samenwerkingsverband tussen (scho(o)l(en) en andere instellingen, gericht op het bevorderen van de ontwikkelingskansen van kinderen (en hun ouders). De brede school is een netwerk van onderwijs, welzijn en zorg voor kinderen en hun ouders, met als doel de actieve deelname van kinderen aan de samenleving te bevorderen, mogelijke achterstanden van kinderen te voorkomen en weg te nemen, kinderen een goede dagindeling te bieden en/of hun sociale competentie te vergroten. Wat betreft huisvesting kan de Brede School gehuisvest zijn in één gebouw, maar ook als netwerk (op loopafstand). Alhoewel niet iedere Brede School meteen in aanmerking komt voor uitbreiding huisvesting of voor nieuwbouw, is het wel reëel dat als er sprake is van nieuwbouw en/of vervangende nieuwbouw van een school, de gemeente de Brede School ontwikkelingen hierbij betrekt. Hierbij hoeft het niet alleen te gaan over huisvesting onderwijs. De nota is 11 februari 2009 door de raad vastgesteld.

Het plangebied is naast een aantal onderwijshuisvestingen gelegen, bij de ontwikkeling van het plangebied dient hiermee rekening te worden gehouden.

4.4.8 Structuurvisie Archeologie 'De ondergrondse stad'

De gemeente Hilversum heeft het archeologisch erfgoed en mogelijke verstoringen daarvan in kaart gebracht. Op 11 mei 2011 heeft de gemeenteraad de met Structuurvisie Archeologie ‘De ondergrondse stad’ ingestemd. Een belangrijk uitgangspunt wordt daarbij dat de verstoorder betaalt.

‘De ondergrondse stad’ is een logisch gevolg van internationale afspraken over behoud en bescherming van het archeologisch erfgoed die al in 1992 in het Europese Verdrag van Malta werden gemaakt en in 2006 zijn verankerd in nationale wetgeving. Als gevolg van deze afspraken gaat de gemeente de kennis over de ontwikkeling van het landschap en de bewoningsgeschiedenis gebruiken om vindplaatsen van archeologisch erfgoed in kaart te brengen. Inmiddels is een archeologische beleidskaart ontwikkeld die het mogelijk maakt archeologisch onderzoek in te plannen.

Wanneer sprake is van verstoring van de bodem (bijvoorbeeld bij bebouwing) dan stelt de archeologische beleidskaart (en bijbehorende regels) de initiatiefnemer in staat om te beoordelen waar onderzoek moet plaatsvinden. Allereerst wordt onderzocht of erfgoed aanwezig is, vervolgens om welk erfgoed uit welke periode het gaat. Uiteindelijk wordt het erfgoed opgegraven, worden de sporen van bewoning en gebruik vastgelegd en dienen de voorwerpen als illustratiemateriaal voor de geschiedenis van Hilversum.

Het plangebied kent een hoge verwachtingswaarde.

4.4.9 Hilversum meer dan Groen

Dit plan is een groenstructuurplan voor de bebouwde kom van Hilversum en is een integrale visie op de onbebouwde ruimte op hoofdlijnen. Het plan is in mei 1993 vastgesteld door de raad. Het doel van het plan is het veiligstellen en ontwikkelen van de specifieke kwaliteitskenmerken van de onbebouwde ruimte van Hilversum. Grootste problemen zijn verdichting, meer ruimte voor auto's en het uitblijven van beheersmaatregelen. Doordat Hilversum niet kan uitbreiden, moeten bouwwensen binnen de bebouwde kom worden opgelost. De druk op onbebouwde ruimte is groot, hetgeen ten koste kan gaan van de kwaliteit van die onbebouwde ruimte. De aanwezige kwaliteit dreigt verkleind en versnipperd te worden.

Uitgangspunten voor de ruimtelijke structuur zijn:

  • de specifieke ruimtelijke kwaliteiten van de gebieden en lijnen veilig stellen en waar mogelijk versterken;
  • handhaven van het concept van de Dudokwijken in hoofdlijnen;
  • bewaren en versterken van het los verkavelde bosachtige karakter van de villagebieden;
  • herstellen en bewaren van het compacte karakter van bepaalde oude wijken;
  • verdichten van het compacte centrum met zowel behoud van dorpse als ontwikkeling van stedelijke elementen;
  • accentueren en verbeteren van de ruimtelijke structuur van de laatste jongste wijken, waarbij de groenstructuur aansluit op het buitengebied;
  • een continue ruimtelijke inrichting van de hoofdlijnen per lijn (radialen, recreatieve routes, zichtassen);
  • een zo uniform mogelijk continue ruimtelijke inrichting van de ringweg een logische route per wijkkarakteristiek;
  • accentueren van belangrijke knooppunten van een invalsweg met de ring als herkenningspunt;
  • de samenhang tussen onbebouwde en bebouwde ruimte veiligstellen en waar mogelijk versterken;
  • de karakteristieke overgang van stadsranden en de stadsrandzones herstellen en veiligstellen;
  • een geleidelijke overgang in de villagebieden tussen bebouwing en bos;
  • voornamelijk harde overgangen in de Dudokwijken;
  • geen onderlinge negatieve beïnvloeding van stedenbouwkundige kwaliteiten en kwaliteiten van het buitengebied (harmonie);
  • sturen van typische activiteiten in de stadsrand.
4.4.10 Landschapsbeleidsplan Gemeente Hilversum

Het Landschapsbeleidsplan geldt voor het buitengebied. De meeste natuurgebieden zijn in handen van natuurorganisaties. De gemeente heeft alleen publiekrechtelijke invloed op het behoud en de ontwikkeling van de natuurlijke en landschappelijke waarden in haar buitengebied. Dit moet gebeuren vanuit een totaalvisie op natuur en landschap, waartoe dit Landschapbeleidsplan door de gemeenteraad in december 1992 is vastgesteld. Uit het landschapsbeleidsplan volgt een aantal concrete projecten dat planologische gevolgen kan hebben zoals:

  • planologisch medewerking verlenen aan verplaatsing van stuwtjes in Laegieskamp Zuid;
  • planologisch medewerking verlenen aan de mogelijkheid tot peilverhoging in de Bovenmeent;
  • het creëren van robuuste aaneengesloten gebieden die bestemd zijn voor 'Natuur';
  • het creëren van verbindingzones tussen natuurgebieden;
  • het actualiseren van planologische regelingen in de kritische stadrandzones, ter bescherming van landschappelijke en ecologische structuren en een betere overgang van stad naar buitengebied;
  • het instellen van rustzones voor natuurontwikkeling en deze zoneringsuitgangspunten vertalen in bestemmingsplannen.
4.4.11 Leven in Hilversum, milieunota duurzaamheid en leefomgeving

Om duurzaamheid en leefomgeving op lokaal vorm te geven en te verbeteren is het beleid van de gemeente Hilversum op de volgende doelstellingen gericht:

  • een bijdrage leveren aan de klimaatverbetering door beteugeling van de bestaande luchtemissies en door het gebruik van alternatieve bronnen te stimuleren;
  • duurzaamheid en leefomgevingsaspecten prioriteit geven in de planvorming zoals duurzaam bouwen, duurzame stedenbouw en watertoets;
  • de samenleving beschermen tegen onveilige situaties;
  • de vervuilde bodem functioneel saneren en de kwaliteit van het watersysteem verbeteren;
  • kwaliteit en onderhoud van de openbare ruimte op peil houden en waar mogelijk verbeteren;
  • het behouden en waar mogelijk verbeteren van de natuur- en landschapswaarden;
  • geluidshinder voorkomen en waar mogelijk reduceren.

De raad heeft deze nota in 2002 vastgesteld.

4.4.12 Duurzaamheid in de steigers, Uitvoeringsplan Duurzaam Hilversum 2009-2012

Het uitvoeringsplan Duurzaam Hilversum 2009-2012 (vastgesteld : oktober 2008) vormt de basis voor een meer duurzame ontwikkeling van Hilversum. De gemeente geeft daarbij niet alleen het voorbeeld maar vraagt aan project ontwikkelaars, woningbouwcorporaties eenzelfde inspanning te verrichten. In aktiepunt 32 wordt dit als volgt verwoord: duurzaamheid in projecten en activiteiten worden steeds vanaf de tart meegenomen. Wat speelt er: energie, materiaalgebruik, giftige stoffen, sociale aspecten en hoe kan daarmee worden omgegaan. Over het algemeen zal de extra inspanning gedefinieerd kunnen worden als "boven de wettelijke norm".

Voorgesteld wordt om voor duurzame stedenbouw en klimaatneutrale gebouwde omgeving de visie verder uit te werken. Dit moet leiden tot een Visie duurzame stedenbouw.

4.4.13 Gemeentelijk Rioleringsplan 2009-2014

In het Gemeentelijk Rioleringsplan 2009-2014 is dan ook deels het van belang zijnde waterbeleid voor de gemeente opgenomen. De gemeente stelt als eis dat een maximale inspanning wordt gedaan om het hemelwater af te koppelen van het gemengde rioolstelsel. Waar infiltratie mogelijk is moet zoveel mogelijk water worden afgevoerd naar de bodem.

4.4.14 Welstandsnota Hilversum 2008

De welstandsnota is op 23 april 2008 door de raad vastgesteld met als doel vooraf helderheid te bieden over de welstandcriteria die door de gemeente worden gehanteerd bij het beoordelen van bouwinitiatieven. Waarbij behoudt van de bestaande kwaliteiten voorop staat. Het is belangrijk dat het bestemmingsplan en de welstandsnota goed op elkaar zijn aangesloten. Daarom is in Hilversum de afspraak gemaakt dat bestemmingsplannen vooraf om advies aan de commissie voor welstand en monumenten worden voorgelegd, waarbij het in eerste instantie gaat om de kwalitatieve paragrafen en de wijzigingsbevoegdheden.

Omdat in een bestemmingsplan de bestemming aan de grond wordt gegeven met de daarbij behorende bebouwings- en gebruiksmogelijkheden, behoren welstandscriteria niet via het bestemmingsplan, maar via de welstandsnota geregeld en eventueel gewijzigd te worden.