Artikel 3 Tuin
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende voorzieningen.
3.2 Bouwregels
Op de in artikel 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming en aanduidingen worden gebouwd, met dien verstande dat:
3.2.1 ten aanzien van (hoofd)gebouwen:
-
a. de bouwhoogte van aan een (hoofd)gebouw (behorende tot een naastgelegen bestemming) aangebouwde erker niet meer dan de hoogte van de begane grondlaag van het hoofdgebouw bedraagt;
-
b. de diepte van aan een (hoofd)gebouw (behorende tot een naastgelegen bestemming) aangebouwde erker vanuit de gevel waartegen wordt aangebouwd niet meer dan 1,00 meter bedraagt;
-
c. de totale breedte van aan een (hoofd)gebouw (behorende tot een naastgelegen bestemming) aangebouwde erker niet meer dan 60% van de lengte van de gevel waartegen wordt aangebouwd bedraagt;
-
d. ter weerszijden van aan een (hoofd)gebouw (behorende tot een naastgelegen bestemming) aangebouwde erker minimaal 1,00, meter tot de hoek of gevelsprong, van de oorspronkelijke gevel waartegen wordt aangebouwd, vrij blijft (van bebouwing).
3.2.2 ten aanzien van bijbehorend bouwwerk:
-
a. op of in deze gronden mogen geen bijbehorende bouwwerken worden gebouwd;
3.2.3 ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
-
a. de bouwhoogte niet meer dan 1,00 meter bedraagt.
3.3 Specifieke gebruiksregels
Het is toegestaan de gronden te gebruiken voor maximaal twee parkeerplaatsen per perceel.