Plan: | Over ´t Spoor |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0402.07bp00overtspoor-oh01 |
Eind 1999 is de Toekomstvisie vastgesteld door de gemeenteraad van Hilversum. Het is een integrale toekomstvisie voor Hilversum. Het doel van deze toekomstvisie is de geambieerde toekomst van de stad te kunnen vormgeven aan de hand van een integraal afgewogen richtinggevend beleidskader. Het gaat om zowel de fysieke als de sociale structuur, over gebouwen en mensen.
De visie beschrijft dat bestaande kwaliteiten behouden worden en waar mogelijk versterkt. Dit heeft geleid tot een vijftal beleidsdoelstellingen met daarbij behorende sleutelprojecten die dat moeten bewerkstelligen. De beleidsdoelstellingen zijn:
In dit tweede Ontwikkelingsprogramma wordt een aantal programma´s beschreven voor verbeteringen van de kwaliteit van woon-, werk- en leefomgeving, dat de gemeente tezamen met de lokale (ISV) partners in de periode 2005-2009 ten uitvoer wil brengen. Inhoudelijk is het programma een voortzetting van het ontwikkelingsprogramma 2000-2004. Het programma is opgesteld om in aanmerking te komen voor een bijdrage uit het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV).
Er is voor een viertal programma´s gekozen:
De wijk kent meerdere aandachtspunten. De gemeente verwacht dat met name het gebied rondom de Larenseweg de komende jaren een transformatie zal krijgen, door het vertrek van een aantal grote bedrijven.
De Larenseweg is een gebied met ernstige maatschappelijke problematiek, waar de ambitie is om transformatie naar een centrum stedelijk woonmilieu in gang te zetten. Het gaat hier om een gebied met een cumulatie van vraagstukken: bodemvervuilingen, verouderde bedrijven, rommelige uitstraling. Er zou een toekomstperspectief voor bedrijven moeten komen en ruimte voor adequate stedelijke (culturele) voorzieningen. De transformatie naar een centrum stedelijk (woon) milieu moet leiden tot een kwaliteitsimpuls voor de rest van de wijk.
Aangegeven is dat een ontwikkelingsperspectief wordt gemaakt voor de hele wijk waarin integraal naar alle onderdelen wordt gekeken, zoals bodemsanering, wonen, werken en openbare ruimte. Doordat de wijk uit veel particulier bezit bestaat , is de wijk voor veranderingen en impulsen afhankelijk van particuliere investeringen. Mede hiervoor wordt om deze investeringen te stimuleren het ontwikkelingsperspectief gemaakt. Dit ontwikkelingsperspectief is inmiddels gereed en is neergelegd in de Wijkschets Over ´t Spoor.
De 'Visie Openbare Ruimte' is het eerste deel van het project 'Hilversum Buiten', waarin zal worden uitgewerkt wat goede kwaliteit in de openbare ruimte is. Het visie deel zet een toekomstig wensbeeld neer voor de komende 20 jaar.
Voor de uitwerking van de visie in concrete voorschriften en richtlijnen voor de inrichting van de openbare ruimte zal een handboek Inrichting worden opgesteld. Voor een effectieve en efficiënte inzet van beheerbudgetten zullen in het Handboek Beheer voorstellen worden gedaan.
De gehele openbare ruimte binnen de bebouwde kom van de gemeente zal in het Handboek in deelgebieden of categorieën worden onderverdeeld, op basis van (historische) structuur, wijkindeling, vergelijkbare schaal, gebruik of inrichting. Per categorie zullen bindende uniforme voorschriften en ambitieniveaus worden gegeven voor de bij (her) inrichting toe te passen profielindeling en materialen, zoals straatmeubilair, groen, openbare verlichting etc.
Plangebied Over ´t Spoor
In Over ´t Spoor zijn een aantal bijzondere plekken benoemd, de zogenaamde Brinkjes. Op deze bijzondere plekken moet de lat voor visuele schoonheid hoog liggen. Bij het ontwerp, het onderhoud en beheer weegt op deze plekken de beeldkwaliteit het zwaarst van alle kwaliteitscriteria.
Het juiste gebruik van de openbare inrichting wordt afgedwongen door een helder gestructureerde openbare ruimte en ondubbelzinnige ontwerpen. Juist gebruik ontstaat niet door steeds meer plaatjes en drempels toe te voegen maar door herkenbare ruimtes af te bakenen, een doelmatige handhaving en goede voorlichting.
Voor de `vroege uitbreidingswijken`, waar Over ´t Spoor ook grotendeels toe behoort, geldt het streefbeeld: levendige stadswijken, met woon- en kleinschalige werk(winkel) functies, met goede leefbaarheid, meer ruimte voor verblijf en oplossing voor hoge parkeerdruk in de smalle straten.
Om dit te bereiken wordt het volgende voorgesteld:
De Economische Visie 2007 -2020 ´Kenniscentrum Hilversum´ is in mei 2007 vastgesteld. De economische visie is een samenhangend beleidsstuk, waarin duidelijke keuzen worden gemaakt, een heldere relatie wordt gelegd met bestaande beleidsuitgangspunten en waarin de economische samenwerking met de gemeenten in het Gewest wordt onderstreept. Binnen de regio heeft Hilversum in sociaal- en economisch opzicht een centrumpositie. Hilversum kent de grootste concentratie van bedrijven, zorg, onderwijs, winkels en uitgaansgelegenheden.
Een aantal onderwerpen wordt in zeven separate nota´s nader uitgewerkt. Het gaat om de speerpuntsectoren multimedia, zorg en toerisme & recreatie. De andere onderwerpen zijn detailhandel & horeca, arbeidsmarkt & werkgelegenheid, werklocaties en een gebiedsvisie voor het Havenkwartier. Ten aanzien van het plangebied zijn de uitwerkingsnota´s Detailhandel & Horeca en het Uitvoeringsplan versterking positie Hilversum Mediastad van belang.
De uitwerkingsnota detailhandel & Horeca is een uitwerking van het Integraal Horecabeleid (IHB), (vastgesteld 1998).
Ontwikkelingen in de wijk Over ’t Spoor, de herinrichting van het Oosterspoorplein en de nieuwe voetgangers- en fietstunnel bieden kansen voor de versterking. Op het nieuwe Oosterspoorplein en langs de route tussen station en binnenstad kan (dag)horeca een belangrijke aanvullende en ondersteunende rol vervullen. Realisatie van horeca op dergelijke locaties past dan ook prima in de visie. Voor overige winkelvoorzieningen in Over ´t Spoor bestaan nauwelijks mogelijkheden.
De gemeente wil alle ruimte in de stad zo optimaal mogelijk benutten en inzetten voor de economie van onze stad. Het bestaande beleid om in alle woongebieden de vestiging van aan huisgebonden beroepen bij de actualisatie van het vigerende bestemmingsplan mogelijk te maken, wordt daarom voortgezet. Aan-huis-verbonden beroepen zijn: “dienstverlenende beroepen die in een woning worden uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
Het plangebied is niet in de zone van het horecaconcentratiegebied of de restaurant zone gelegen. Uitbreiding of verzwaring van bestaande horeca is derhalve in beginsel niet toegestaan.
De Hilversumse multimediasector heeft zich ontwikkeld vanuit de omroepen. Door de aanwezigheid van de omroepen vindt de productie en distributie van content (bijvoorbeeld films, radio- en televisieprogramma´s), al decennia lang plaats in Hilversum. Deze aanwezigheid biedt een stimulans en afzetmarkt voor nieuwe ideeën en producten. Rondom de kern van een relatief beperkt aantal grote omroepen en grote facilitaire - en productiebedrijven is dan ook een groot aantal kleine mediabedrijven ontstaan. Er is een sterke interactie tussen de grote en kleine bedrijven. De mediasector is dan ook van groot economisch belang voor de gemeente Hilversum. De sector leverde in 2008 zo´n 20% van de totale werkgelegenheid.
Een speerpunt en een uitvoeringsactiviteit is het stimuleren van de ontwikkeling van broedplaats(en) voor jonge (media)bedrijven en pre-starters. Op dit moment kan in Hilversum niet tegemoet worden gekomen aan de behoefte van startende creatieve bedrijven (inclusief mediabedrijven) en pré-starters. Voor de uitvoering van deze activiteit zal de gemeente Hilversum samen moeten werken met woningbouwcorporaties, particuliere eigenaren van panden en ontwikkelaars en exploitanten van broedplaatsen c.q. verzamelgbouwen. De Larenseweg is bestempeld als "kansenzone", waar wonen en kleine creatieve bedrijvigheid optimaal kunnen samen komen. De gemeente wil voor de wijk Over ´t Spoor, met behoud van het Beeldkwaliteitsplan & Masterplan openbare ruimte Larenseweg als basis, inzetten op realisering van deze kansenzone.
De woonvisie is een strategische visie op de toekomst van het wonen: ze geeft richting aan de investeringen in het wonen. Bovendien is de woonvisie een actiegericht document, waarin strategische investeringen en projecten worden voorgesteld die een impuls geven aan de woonkwaliteit en kwantiteit.
Plangebied Over ´t Spoor
De toenemende populariteit van centrum stedelijke woonmilieus en de ligging van de wijk bieden mogelijkheden om deze wijk een meer centrum stedelijk karakter te geven. Daarnaast is het een gemengde wijk qua functies; woningbouw, bedrijvigheid en voorzieningen. De wijk bevat veel particulier woningbezit waarvan een gedeelte van slechtere kwaliteit is. Om de wijk een meer centrum stedelijk karakter te geven is het noodzakelijk om op de woningbouwlocaties meer woningdifferentiatie aan de wijk toe te voegen voor jonge starters en hogere inkomens. Daarnaast horen bij een Centrum Stedelijk woonmilieu ook de voorzieningen die daarin thuishoren zoals een zwembad en een sporthal. Het imago van de wijk zal sterker ingezet moeten worden op een stedelijke wijk met daarbinnen ook voldoende ruimte voor de gezinnen.
In de Welstandsnota staat per deelgebied het voor dat gebied geldende welstandsbeleid vermeld en staan ook welstandscriteria vermeld voor een aantal veel voorkomende bouwwerken. Deze criteria zijn leidraad voor de welstandsadvisering door de commissie voor welstand en monumenten en zijn uitgangspunt bij B&W bij de besluitvorming. De welstandsnota geeft een beschrijving van de samenhang in en het karakter van een bepaald gebied. Hieruit ontstaan aandachtspunten en beoordelingscriteria waarop gelet wordt bij bouwplannen in een bepaald gebied.
Plangebied Over ´t Spoor
Het plangebied is in te delen in vier stedenbouwkundig verschillende gebieden, te weten: Lintbebouwing, Tuindorp, Tuinwijk, en Bedrijventerreinen. Per gebied worden in de welstandsnota criteria opgesomd waaraan bouwplannen worden getoetst. Het bestemmingsplan houdt rekening met ruimtelijke karakteristieken van de deelgebieden.
In het eerste Ontwikkelingsprogramma Stedelijke Vernieuwing 2000-2004 van juni 2000 is de wijk Over ´t Spoor aangewezen als prioriteitsgebied.
Prioriteitsgebieden zijn gebieden met een opeenstapeling van vraagstukken zowel op het fysieke, sociale als economische vlak. In de eerste periode is de gemeente in de wijk al gestart met het REGEV- terrein en het Slachthuisplein. Gedurende de eerste periode is er daarnaast gestart met de integrale wijkaanpak met het aangrenzende pilotgebied Liebergen. Deze aanpak is succesvol gebleken en daarom kan in de tweede periode met andere wijken aan de slag gegaan worden.
In het tweede Ontwikkelingsprogramma Stedelijke Vernieuwing 2005-2009 dat op 2 februari 2005 door de raad is vastgesteld, is de wijk Over ´t Spoor wederom benoemd als prioriteitsgebied op basis van een sterkte-zwakte analyse. In het Ontwikkelingsprogramma is opgenomen dat er voor de wijk een wijkschets wordt gemaakt met daarin ontwikkelingskaders voor vijf jaar. Deze wijkschets is op 6 juli 2005 vastgesteld door de gemeenteraad.
De wijkschets is bedoeld om de richting en het beeld van de wijk voor de komende 5 á 10 jaar aan te geven. Tevens is hiermee een integraal beeld voor de wijk gemaakt waardoor er geen ad-hoc beslissingen meer nodig zijn over enkele ontwikkelingen.
Op basis van de Wijkschets Over ´t Spoor is het Beeldkwaliteitsplan & Masterplan openbare ruimte Larenseweg en de Uitwerking Visie voorzieningen Larenseweg opgesteld. Deze documenten zijn ruimtelijk en functioneel in het bestemmingsplan vertaald.
Het doel van het Beeldkwaliteitsplan & Masterplan openbare ruimte Larenseweg is te komen tot een beschrijvend kader voor de gewenste beeldkwaliteit van bebouwing en openbare ruimte in het gebied, zodat de lopende en komende bouw- en herinrichtingsinitiatieven beter op elkaar en op de omgeving worden afgestemd en aldus de stedenbouwkundige- en beeldkwaliteit van het gebied kan worden verbeterd. Daarbij dienen de bestaande kwaliteiten als uitgangspunt. Het Beeldkwaliteitsplan is een richtinggevend document voor de ontwerpers/opdrachtgevers en de welstandscommissie passend binnen de Wijkschets Over ´t Spoor, waarin de beoogde toekomstige ruimtelijke kwaliteit omschreven staat. De Larenseweg is in het toekomstbeeld een lange groene laan die wordt begeleid door een afwisselende reeks burgerlijke huizen en stadse, industriële en statige panden. Tussen deze coulissen door is een achterwereld zichtbaar van industrieel ogende panden en terreinen, met een heel eigen, grotere maat, schaal en vormentaal.
Doel van het Groenstructuurplan is het veilig stellen en ontwikkelen van de specifieke kwaliteitskenmerken van de onbebouwde ruimte van Hilversum. Het plan is richtinggevend en kaderscheppend. Het plan geeft een integrale visie op de onbebouwde ruimte op hoofdlijnen aan (planmatig en integraal in plaats van ad-hoc). Het plan spreekt zich niet alleen uit over de groenstructuur, maar ook over de ruimtelijke structuur, de ecologie en de recreatie.
Plangebied Over ´t Spoor
De hele wijk Over ´t Spoor wordt in het Groenstructuurplan als compacte wijk gekenmerkt. Deze wijken hebben een compacte karakteristiek van min of meer gesloten bouwblokken. Het uitgangspunt is dat dit gehandhaafd blijft of hersteld wordt. Deze wijken vervullen naast een woonfunctie plaatselijk een werkfunctie op aparte bedrijventerreinen en op de binnenterreinen. De niet bebouwde ruimte heeft nu noodzakelijk een parkeerfunctie. Daardoor is het aantal andere functies beperkt.
De recreatieve functie is zeer beperkt. Dit dient op een structurele wijze te worden verbeterd. Op bestaande speelplekken is een facelift gewenst waarbij de inrichting wordt afgestemd op het gebruik. Nieuwe mogelijkheden worden geboden in de vorm van compacte, multifunctionele plekken die gecombineerd worden met nieuwbouwprojecten op voormalige bedrijventerreinen en in stadsvernieuwingsgebieden. Er wordt naar gestreefd om deze plekken in te passen in het stedenbouwkundige concept van de wijk.
Het oppervlak groen in deze wijken is beperkt. Het gewenste beeld is dat radialen en langzaamverkeersroutes voorzien worden van een markante boombegeleiding, zonder tunneleffect. Hierdoor ontstaat een continue boombegeleiding en een groene geleding van deze wijken. Daarnaast dienen geveltuinen (groene inrichting van twee tegels van het trottoir langs de gevel door bewoners) te worden gestimuleerd waar voortuinen ontbreken. Continue spoorbermen met natuurlijke vegetatie tot de kleine spoorbomen en tot de Beatrixtunnel. Goede groene aankleding langs de grenzen van bestaande bedrijventerreinen.
Helderheid in inrichting van woonstraten is noodzakelijk om de verschillende functies een goede plaats te bieden. De woonerfsituaties uit de jaren tachtig bieden deze helderheid niet. Het gewenste beeld is dan ook weer oorspronkelijke woonstraten met een heldere inrichting.