Plan: | Over ´t Spoor |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0402.07bp00overtspoor-oh01 |
Duurzaam bouwen staat voor het ontwikkelen en beheren van de gebouwde omgeving met respect voor mens en milieu, en is daarmee een integraal onderdeel van de kwaliteit van de gebouwde omgeving. Dit betekent dat de gezondheids- en milieuaspecten in alle fasen van de inrichting van de gebouwde omgeving, de bouw en het gebruik (inclusief sloop) betrokken dienen te worden. Hierbij wordt gestreefd naar een duurzame (stedelijke) ontwikkeling die leidt tot een extensiever energieverbruik / lage milieubelasting, integraal ketenbeheer en behoud en versterking van de kwaliteit van de gebouwde omgeving (ruimtelijke kwaliteit). Uitgangspunten zijn een brongerichte benadering, het sluiten van kringlopen en behoud en versterking van de kwaliteit van de leefomgeving. Duurzaam bouwen betekent ook dat de gerealiseerde kwaliteit in de toekomst wordt gehandhaafd, zodat ook toekomstige generaties daarin delen. Energiebesparing en waterbesparing vormen bij duurzaam bouwen een belangrijk item.
Duurzaamheid is gericht op drie kwaliteitsaspecten, te weten.
De pijler 'people' richt zich op aspecten van sociale kwaliteit en proceskwaliteit: de leefbaarheid van de omgeving, sociale veiligheid en de betrokkenheid van bewoners, bedrijven en overheden (sociale duurzaamheid).
De pijler 'planet' is direct gerelateerd aan de milieukwaliteit en thema's als energie, ecologie en water, maar ook aan gezondheid, verkeer en afval, en daarmee aan verschillende grote milieuproblemen zoals verlies aan biodiversiteit, klimaatsverandering, bedreigingen van de gezondheid en aantasting van de leefomgeving (fysieke duurzaamheid). Uitgangspunten zijn een brongerichte benadering, het sluiten van kringlopen en behoud en versterking van de kwaliteit van de leefomgeving.
De pijler 'profit/prosperity' richt zich op de aanwezigheid van voorzieningen, voldoende werkgelegenheid en inkomensdifferentiatie en dragen bij aan het functioneren van de leefomgeving (economische duurzaamheid).
De essentie van deze benadering is een evenwichtige integrale ontwikkeling van de kwaliteitsaspecten.
Wegverkeerslawaai
De Wet geluidhinder (Wgh) is alleen van toepassing binnen de wettelijke vastgestelde zone van de weg. De breedte van de geluidzone langs wegen is geregeld in artikel 74 Wgh en is gerelateerd aan het aantal rijstroken van de weg en het type weg (stedelijk of buitenstedelijk). De ruimte boven en onder de weg behoort eveneens tot de zone van de weg.
Het stedelijk gebied wordt in de Wgh gedefinieerd als het gebied binnen de bebouwde kom doch voor de toepassing van de hoofdstukken VI en VII met uitzondering van het gebied binnen de bebouwde kom, voor zover liggend binnen de zone van een autoweg of autosnelweg. Dit laatste gebied valt onder het buitenstedelijk gebied. Binnen de zone van een weg dient een akoestisch onderzoek plaats te vinden naar de geluidsbelasting op de binnen de zone gelegen woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen. Bij het berekenen van de geluidsbelasting wordt de Lden-waarde in dB bepaald.
De berekende geluidsbelasting dient getoetst te worden aan de grenswaarden van de Wet geluidhinder. Indien de (voorkeurs)grenswaarde wordt overschreden, dient beoordeeld te worden of maatregelen ter beperking van het geluid mogelijk zijn. Als maatregelen niet mogelijk zijn, dient een hogere grenswaarde te worden vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders.
Toetsingskader plansituatie wegverkeer
Binnen het plangebied zijn diverse gezoneerde wegen gelegen. Het betreft de Johannes Geradtsweg, de Jacob van Campenlaan, het Dr. P.H.J. Cuypersplein, de Jan van der Heydenstraat, de Oosterengweg, de Beatrixtunnel, de Prof. Kochstraat (hoofdrijbaan), de Kleine Drift (deels), de Minckelerstraat, de Larenseweg, de Noorderweg (deels), de Simon Stevinweg en de Zuiderweg (deels). Het betreft stedelijke wegen met 1 of 2 rijstroken. De zonebreedte bedraagt voor deze wegen 200 meter. Voor de wegen geldt een maximum snelheid van 50 km/uur, de aftrek ex artikel 110g Wgh bedraagt derhalve 5 dB. De voorkeursgrenswaarde voor deze wegen bedraagt 48 dB (na aftrek ex artikel 110 Wgh). Een maximale ontheffing is mogelijk tot 63 dB voor nieuw te bouwen woningen en 68 dB voor vervangende nieuwbouw.
Voor een aantal wegen gelegen in het plangebied geldt een maximum snelheid van 30 km/uur. Het betreft de Eemnesserweg, de Lorentzweg, de Kleine Drift (deels), de Prof.Kochstraat (parallelrijbanen), de Noorderweg (deels) en de Ampèrestraat. In de zin van de Wet geluidhinder zijn dergelijke wegen niet gezoneerd en zouden derhalve buiten beschouwing kunnen blijven. Gelet op jurisprudentie blijken 30 km/uur wegen vanuit het oogpunt van een 'goede ruimtelijke ordening' toch akoestisch te moeten worden onderzocht indien door de hoge verkeersintensiteit of de specifieke situatie een relevante geluidbijdrage wordt verwacht.
De overige wegen zijn ingericht als woonerf of hebben een dermate lage verkeersintensiteit, dat ze niet in de beoordeling zijn meegenomen.
Spoorweglawaai
In artikel 105 van de Wet geluidhinder (Wgh) wordt het Besluit geluidhinder (Bg) van toepassing verklaard. Het besluit is alleen van toepassing binnen de wettelijke vastgestelde zone van een spoorweg. De breedte van de geluidzone langs het spoor wordt geregeld in artikel 1.4 Bg en is vastgelegd in een door ministeriële regeling vast te stellen kaart.
Binnen de zone van een spoorweg dient een akoestisch onderzoek plaats te vinden naar de geluidsbelasting op de binnen de zone gelegen woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen. Bij het berekenen van de geluidsbelasting wordt de Lden-waarde in dB bepaald. De berekende geluidsbelasting dient getoetst te worden aan de grenswaarden van het Besluit geluidhinder. Indien de (voorkeurs)grenswaarde wordt overschreden, dient beoordeeld te worden of maatregelen ter beperking van het geluid mogelijk zijn en/of er een hogere grenswaarde moet worden vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders.
Toetsingskader plansituatie
Het plangebied is gedeeltelijk gelegen binnen de geluidzone van de spoorlijn Amersfoort - Amsterdam.
Sinds 15 november 2007 geldt de Wet luchtkwaliteit. Onder deze nieuwe wetgeving kunnen kleine bouwprojecten doorgaan. Het gaat om projecten die de hoeveelheid fijn stof en stikstofdioxide in de lucht met maximaal 1% verhogen. Voor dergelijke projecten hoeft geen aanvullende maatregelen te worden genomen om de luchtkwaliteit op peil te houden. De wet legt tevens de basis voor een Nationaal Samenwerkingsprogramma luchtkwaliteit (NSL). Projecten die passen in het programma, hoeven niet te worden getoetst aan de Europese normen (grenswaarden) voor luchtkwaliteit.