direct naar inhoud van Artikel 8 Gemengd - 2
Plan: Over ´t Spoor
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.07bp00overtspoor-oh01

Artikel 8 Gemengd - 2

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke activiteiten;
  • b. dienstverlening;
  • c. wonen, al dan niet in combinatie met een aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit;
  • d. bedrijven, uitsluitend op de begane grond, behorende tot ten hoogste categorie 2 van de in de bijlage bij deze regels opgenomen "Staat van Bedrijfsactiviteiten (B)";

en tevens voor:

  • e. detailhandel, ter plaatste van de aanduiding 'detailhandel';
  • f. kantoor, ter plaatste van de aanduiding 'kantoor';

met de daarbij behorende voorzieningen.

8.2 Bouwregels

Op de in artikel 8.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming en aanduidingen worden gebouwd, met dien verstande dat:

8.2.1 ten aanzien van (hoofd)gebouwen:
  • a. deze uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak 100% mag worden bebouwd;
  • c. de goothoogte niet meer dan 6,00 meter bedraagt, tenzij met een aanduiding anders is aangegeven;
  • d. de bouwhoogte niet meer dan 10,00 meter bedraagt, tenzij met een aanduiding anders is aangegeven;
  • e. woningen mogen niet worden gesplitst in meerdere woningen.
8.2.2 ten aanzien van bijbehorend bouwwerk:
  • a. het totaal bebouwd oppervlak van het achtererfgebied, behorend bij het oorspronkelijke (hoofd)gebouw, niet meer dan 50% bedraagt met een maximum van 50 m2;
  • b. de bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk niet meer dan 3,00 meter bedraagt;
  • c. de bouwhoogte van een aan het (hoofd)gebouw gebouwd bijbehorend bouwwerk niet meer bedraagt dan de hoogte van de begane grondlaag van het (hoofd)gebouw;
  • d. indien een aan het (hoofd)gebouw gebouwd bijbehorend bouwwerk wordt voorzien van een kap dient de dakhelling hiervan gelijk te zijn aan de dakhelling van het (hoofd)gebouw. De maximale bouwhoogte mag in dit geval, in afwijking van het bepaalde in dit lid onder b, 4,00 meter bedragen.
8.2.3 ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer dan 2.00 meter bedraagt, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn niet meer dan 1.00 meter bedraagt;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 2.00 meter bedraagt.

8.3 Specifieke gebruiksregels
8.3.1 aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit

Het gebruik van ruimten in het (hoofd)gebouw ten behoeve van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat:

  • a. het vloeroppervlak in gebruik voor aan-huis-verbonden beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit niet meer dan 33% bedraagt van het vloeroppervlak van het (hoofd)gebouw met een maximum van 50m²;
  • b. de activiteit wordt uitgeoefend door de hoofdbewoners van het desbetreffende pand;
  • c. de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • d. geen bedrijfsmatige activiteit buiten een gebouw plaatsvinden (behoudens in- en uitladen);
  • e. de activiteit zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk mogen doen aan het karakter van de woning en de woonomgeving;
  • f. geen aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit plaatsvindt in de functioneel ondergeschikte bijbehorende bouwwerken;
  • g. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt.
8.3.2 kamerbewoning

Het gebruik van een woning voor kamerbewoning is toegestaan, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat:

  • a. de kamerbewoning niet meer dan 25% van de oppervlakte van de woning beslaat;
  • b. de kamerbewoning alleen plaatsvindt in hoofdgebouwen.

8.4 Ontheffing van de gebruiksregels
8.4.1 aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 8.3.1 sublid a en f, voor het toestaan van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit in functioneel ondergeschikte bijbehorende bouwwerken, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat:

  • a. de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • b. de activiteit zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk mag doen aan het karakter van de woonomgeving.
8.4.2 aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 8.3.1 sublid b, voor het toestaan van niet meer dan extra medewerker (1 fte; dienstverband), voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat:

  • a. de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • b. de activiteit zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk mag doen aan het karakter van de woonomgeving.
8.4.3 kamerbewoning

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 8.3.2 voor het gebruik van meer dan 25% van de oppervlakte van de woning voor kamerbewoning, mits:

  • a. er voldoende parkeergelegenheid aanwezig is op het eigen terrein of in de nodige parkeer- of stallingsruimte anderszins wordt voorzien;
  • b. de privacy en het gebruik van aangrenzende percelen niet in onevenredige mate nadelig wordt beinvloed.