21.3 Specifieke gebruiksregels
21.3.1 aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit
Het gebruik van ruimten in het (hoofd)gebouw ten behoeve van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat:
-
a. het vloeroppervlak in gebruik voor aan-huis-verbonden beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit niet meer dan 33% bedraagt van het vloeroppervlak van het (hoofd)gebouw met een maximum van 50m²;
-
b. de activiteit wordt uitgeoefend door de hoofdbewoners van het desbetreffende pand;
-
c. de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
-
d. geen bedrijfsmatige activiteit buiten een gebouw plaatsvinden (behoudens in- en uitladen);
-
e. de activiteit zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk mogen doen aan het karakter van de woning en de woonomgeving;
-
f. geen aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit plaatsvindt in de functioneel ondergeschikte bijbehorende bouwwerken;
-
g. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt.
21.3.2 kamerbewoning
Het gebruik van een woning voor kamerbewoning is toegestaan, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat:
-
a. de kamerbewoning niet meer dan 25% van de oppervlakte van de woning beslaat;
-
b. de kamerbewoning alleen plaatsvindt in hoofdgebouwen;
21.4 Ontheffing van de gebruiksregels
21.4.1 aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 21.3.1sublid a en f, voor het toestaan van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit in functioneel ondergeschikte bijbehorende bouwwerken, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat:
-
a. de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
-
b. de activiteit zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk mag doen aan het karakter van de woonomgeving.
21.4.2 aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 21.3.1sublid b, voor het toestaan van niet meer dan extra medewerker (1 fte; dienstverband), voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat:
-
a. de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
-
b. de activiteit zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk mag doen aan het karakter van de woonomgeving.
21.4.3 kamerbewoning
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 21.3.2 voor het gebruik van meer dan 25% van de oppervlakte van de woning voor kamerbewoning, mits:
-
a. er voldoende parkeergelegenheid aanwezig is op het eigen terrein of in de nodige parkeer- of stallingsruimte anderszins wordt voorzien;
-
b. de privacy en het gebruik van aangrenzende percelen niet in onevenredige mate nadelig wordt beinvloed.