11.3 Aanlegvergunning
11.3.1 verboden werkzaamheden
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het vergraven van gronden;
-
b. het egaliseren van gronden;
-
c. het ophogen van gronden en aanleggen van (geluids)wallen;
-
d. het vellen en rooien van bomen en ander houtgewas;
-
e. het bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden;
-
f. het veranderen, verleggen en/of aanleggen van wegen en paden, het verharden daarvan en het aanleggen van andere oppervlakte verhardingen;
-
g. het aanleggen van waterlopen en het vergraven, verruimen en dempen van bestaande waterlopen;
-
h. het aanbrengen van ondergrondse en bovengrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur;
-
i. het diepploegen, zijnde het extra diep – circa 0,4 meter of meer omploegen, waarbij de kruidlaag volledig wordt omgeploegd;
-
j. andere werken die een wijziging van de waterhuishouding of waterstand beogen of ten gevolge hebben, zoals uitdiepen, draineren en slaan van putten.
11.3.2 toegestane werkzaamheden
Het in het vorige lid vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden welke:
-
a. het normale onderhoud betreffen;
-
b. noodzakelijk zijn in verband met het op de betreffende bestemming gerichte beheer of gebruik van de grond;
-
c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het inwerkingtreden van dit plan.
11.3.3 vergunningverlening
De in artikel 11.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke- en natuurwaarden van de gronden.