direct naar inhoud van 3.9 Veiligheid
Plan: Bestemmingsplan Media Park
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.05bp00mediapark-oh01

3.9 Veiligheid

3.9.1 Sociale veiligeheid

Sociale veiligheid omvat de bescherming tegen elke vorm van criminaliteit en fysieke bedreiging/gevoelens van onveiligheid.

Het Media Park is aangemerkt als veiligheidsrisicogebied. Veiligheid is daarom een belangrijk thema. In een zogenoemd veiligheidsconvenant zijn afspraken gemaakt tussen de politie, brandweer, Media Park Enterprise B.V. (TCN) en de NOS. Onderdeel van de veiligheidsvoorzieningen op het Media Park vormen de hekken, de hagen en de waterpartijen die een afscheiding vormen tussen het Media Park en de omgeving. In relatie met de beoogde uitbreiding van het Media Park zal aan deze aspecten extra aandacht worden besteed.

In paragraaf 5.9 wordt hier nader op ingegaan.

3.9.2 Fysieke veiligeheid

Fysieke veiligheid betreft de bescherming van mens, dier en milieu tegen daadwerkelijke ongelukken.

Het noordelijke deel van het Media Park is in principe niet toegankelijk voor onbevoegden. Het zuidelijke deel is wel vrij toegankelijk. Die scheiding is niet zo strikt dat hulpdiensten hun werk bij calamiteiten niet kunnen verrichten.

Als zich een calamiteit zou voordoen, wordt in het gebied niet beschikt over voldoende bluswater. Het is zaak dat hierin, in samenhang met de uitbreidingsplannen voor het Media Park, wordt voorzien.

Verwezen wordt naar paragraaf 5.9.

3.9.3 Externe veiligheid

Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's die ontstaan voor de omgeving bij de productie, het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen zoals vuurwerk, LPG en munitie over weg, water, spoor en door buisleidingen.

Gevaarlijke stoffen

Aan de oostkant van het plangebied loopt de spoorlijn Amersfoort/Utrecht - Hilversum - Amsterdam/Almere. Over die spoorlijn vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats.

Plaatsgebonden risico (PR)

Het plaatsgebonden risico (PR) geeft inzicht in de theoretische kans op overlijden van een individu op een bepaalde horizontale afstand van een risicovolle activiteit. Het PR wordt bepaald door te stellen dat een (fictief) persoon zich 24 uur per dag gedurende een heel jaar onbeschermd op een bepaalde plaats bevindt. Het PR, dat wordt bepaald door het aantal transporten van gevaarlijke stoffen en de ongevalfrequentie, wordt uitgedrukt als een kans per jaar.

De PR-contour verbindt alle punten met een gelijk risico met elkaar. Deze punten worden bepaald door de kans van optreden van diverse ongeval scenario's. De grenswaarde voor het PR is 10-6 per jaar en geldt voor nieuwe situaties. Hierbinnen mogen geen kwetsbare objecten worden toegevoegd. Nieuwe, beperkt kwetsbare objecten, zoals gedefinieerd in bijlage 2, zijn in beginsel evenmin toegestaan. Wanneer het PR 10-8 per jaar bedraagt, wordt het als verwaarloosbaar beschouwd.

Groepsrisico (GR)

Afgezien van de ongevalfrequentie en het aantal transporten van gevaarlijke stoffen, wordt het groepsrisico (GR) tevens bepaald door het aantal aanwezige personen in de nabijheid van een mogelijk ongeval. Bij het aangeven van representatieve aantallen personen wordt gewerkt vanuit kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten. Met het GR wordt aangegeven hoe groot het aantal dodelijke slachtoffers bij een ongeval kan zijn op basis van het aantal aanwezige mensen. Naarmate de groep slachtoffers groter wordt, moet de kans op een dergelijk ongeval (kwadratisch) kleiner zijn. Bij het bepalen van het GR wordt getoetst aan de oriëntatiewaarde.

Als ten opzichte van de bestaande situatie sprake is van een toename van het GR, geldt bij de totstandkoming van een bestemmingsplan een verantwoordingsplicht. Het bevoegd gezag dient te beslissen of het GR in een bepaalde situatie al dan niet aanvaardbaar is.

Het aantal transporten van gevaarlijke stoffen dat in de bestaande situatie over het spoor plaatsvindt (2007), is weergegeven in spoorketelwagens (SKW). Voor de dag/nacht-verhouding is volgens RBMII voor overdag 33% aangehouden en voor de nacht 67%.

Aantal transporten van gevaarlijke stoffen over spoor traject Amsterdam - Hilversum, 2006

Stofcategorie   Omschrijving   Aantal transporten   Type trein  
A   Brandbare gassen   1400   SKW druk bont  
B2   Giftige gassen   400   SKW druk bont  
B3   Zeer giftige gassen   50   SKW druk blok  
C3   Zeer brandbare vloeistoffen   3000   SKW vloeistof  
D3   Giftige vloeistoffen   750   SKW zeer giftige vloeistof  
D4   Zeer giftige vloeistoffen   100   SKW zeer giftige vloeistof  

Plaatsgebonden risico

Op basis van de huidige transporten en de huidige bebouwing is geen PR 10-6 contour aanwezig.

Groepsrisico

Het groepsrisico (GR) laat een overschrijding van de oriëntatiewaarde zien.

In hoofdstuk 5.9 wordt dit onderwerp nader bekeken aan de hand van de nieuwe situatie.