Plan: | Julianadorp Zuid-Oost 2010 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0400.516BPJULIANADORPZO-VA01 |
13. 1.
Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep;
met daaraan ondergeschikt:
b. aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen;
c. nutsvoorzieningen;
d. parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
e. tuinen en erven;
f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
13. 2. Bouwregels
13. 2. 1. Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woonhuizen worden gebouwd;
b. een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
c. een hoofdgebouw mag uitsluitend in de voorgevelrooilijn worden gebouwd;
d. de goothoogte van een hoofdgebouw mag niet meer dan 6,00 m bedragen;
e. de bouwhoogte van een hoofdgebouw mag niet meer dan 10,00 m bedragen;
f. in afwijking van het bepaalde in sub d. en e. mogen de goot- en bouwhoogte niet meer dan bedragen dan de aangegeven hoogte ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’.
13. 2. 2. Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen gelden de volgende regels:
a. als gebouwen mogen uitsluitend aan- en uitbouwen en bijgebouwen worden gebouwd;
b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer dan 45 m² bedragen;
c. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer dan 50% van het oppervlakte van het achtererf bedragen;
d. aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen mogen uitsluitend aan de oorspronkelijke achtergevel worden gebouwd met een diepte van niet meer dan 3,00 m;
e. aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen mogen uitsluitend aan de oorspronkelijke zijgevel op ten minste 1,00 m achter de voorgevellijn worden gebouwd met een breedte van niet meer dan 3,50 m;
f. de goothoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer dan 4,00 m bedragen, met dien verstande dat de goothoogte niet meer dan 0,25 m boven de vloer van de eerste bouwlaag mag bedragen;
g. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer dan 4,50 m bedragen;
h. de dakhelling van aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer dan 35° bedragen.
13. 2. 3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a. de bouwhoogte van vlaggenmasten en antennes mag niet meer dan 9,00 m bedragen;
b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevel niet meer dan 1,00 m mag bedragen, tenzij de perceelgrens ligt in het verlengde van de zijgevel;
c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 1,50 m bedragen.
13. 3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
a. de woonsituatie;
b. de verkeersveiligheid;
c. de parkeersituatie; en
d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
13. 4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van beroeps- of bedrijfsactiviteiten aan huis, zodanig dat de beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlakte voor de aan-huis-verbonden beroepen meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke begane grondvloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel, met dien verstande dat deze oppervlakte meer bedraagt dan 35 m².