Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
-
het straat- en bebouwingsbeeld;
-
de milieusituatie;
-
de verkeersveiligheid;
-
de sociale veiligheid;
-
gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden,
het plan op de gronden ter plaatse van de aanduiding “wro-zone - wijzigingsbevoegdheid 1” wijzigen in de bestemming ‘Verkeer – Verblijf, met dien verstande dat de bestemmingsregels van artikel 10 ‘Verkeer - Verblijf’ van overeenkomstige toepassing zijn.