Plan: | Woongebied I |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0396.BPwoongebiedI2010-VA01 |
Waterbeheer en watertoets
De initiatiefnemer dient in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over een ruimtelijke planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan is overleg gevoerd met de waterbeheerder over deze waterparagraaf. De opmerkingen van de waterbeheerder zijn vervolgens verwerkt in deze waterparagraaf.
Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer
Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's, waarbij het beleid van het hoogheemraadschap en de gemeente nader wordt behandeld.
Europa:
Nationaal:
Provinciaal:
Waterschapsbeleid
In het Waterbeheersplan 2010-2015 beschrijft het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier de doelstellingen voor de periode 2010-2015 voor de drie kerntaken: veiligheid tegen overstromingen, droge voeten en schoon water. Hiermee wil het Hoogheemraadschap anticiperen op de voorspelde extra wateroverlast, droogte en het verhoogde overstromingsrisico en het bewerkstelligen van een betere waterkwaliteit.
De Keur Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2009 is een speciale verordening van het Hoogheemraadschap waarin de regels voor het beheer, gebruik en onderhoud van waterstaatswerken zijn opgenomen. Particulieren, bedrijven en andere overheden zijn verplicht zich aan de Keur te houden. Meer informatie over de Keur is te vinden op de website van het Hoogheemraadschap. De huidige Keur is in december 2009 vastgesteld.
Een nieuw artikel dat relevant is voor ruimtelijke plannen is artikel 4.2 Verbod versnelde afvoer door verhard oppervlak.
Gemeentelijk beleid
In het Waterplan Beverwijk, Heemskerk, Uitgeest staan maatregelen die wateroverlast beperken en de waterkwaliteit verbeteren. Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier heeft het plan samen met de gemeenten Beverwijk, Heemskerk en Uitgeest opgesteld. De gemeenten en het Hoogheemraadschap hebben samengewerkt aan een waterplan waarin het hele watersysteem onderzocht is. Voor de komende tien jaar staan maatregelen in het plan die het systeem moeten verbeteren zodat wateroverlast beperkt wordt, de waterkwaliteit wordt verbeterd, schoon duinwater beter wordt benut en het aanwezige water een natuurlijke inrichting krijgt. Een klankbordgroep met vertegenwoordigers van belangengroepen, agrariërs en natuurorganisaties hebben een rol gespeeld bij het tot stand komen van het plan.
Huidige situatie
Algemeen
Het plangebied omvat een groot deel van de kern van Heemskerk en bestaat voornamelijk uit bebouwing, verharding en groen.
Bodem en grondwater
Conform de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem ter plaatse uit klei op fijnzand. Binnen het plangebied komen verschillende grondwatertrappen voor. Er is lokaal sprake van grondwatertrap III, IV, V en VI. In de onderstaande tabel zijn de bijbehorende grondwaterstanden weergegeven. De maaiveldhoogte varieert van globaal NAP + 1,4 m in het zuidwesten van het plangebied tot globaal NAP -0,4 m in het noordoosten van het plangebied.
Tabel 6.1 Grondwaterstanden
grondwatertrap | gemiddeld hoogste grondwaterstand | gemiddeld laagste grondwaterstand |
III | minder dan 0,4 m beneden maaiveld | tussen 0,8 m en 1,2 m beneden maaiveld |
IV | meer dan 0,4 m beneden maaiveld | tussen 0,8 m en 1,2 m beneden maaiveld |
V | minder dan 0,4 m beneden maaiveld | meer dan 1,2 m beneden maaiveld |
VI | tussen 0,4 m en 0,8 m beneden maaiveld | meer dan 1,2 m beneden maaiveld |
In een groot deel van het plangebied komt grondwateroverlast voor (bron: Waterplan Beverwijk, Heemskerk en Uitgeest). Dit uit zich in natte kruipruimtes en vochtige huizen.
Waterkwantiteit
Het plangebied is gelegen binnen de (polder) Uitgeester- en Heemskerkerbroek en strekt zich uit over 8 peilgebieden. Elk van deze peilgebieden kent zijn eigen peil-regime met bijbehorende karakteristieken.
Het grote aantal peilgebieden wordt verklaard uit de ligging van het plangebied aan de rand van een strandwallen en duinsysteem. Deze peilgebieden liggen met name aan de zuidwest zijde van het plangebied. De noord-oostzijde langs de Baandert heeft een vast streefpeil. Binnen de verschillende peilgebieden zijn (hoofd)waterlopen aanwezig die globaal in oostelijke richting afvoeren naar het gemaal aan de Meldijk in Uitgeest.
In het plangebied is één peilgebied dat niet voldoet aan de gestelde werknormen voor het voorkomen van wateroverlast (Raamplan Bescherming tegen Wateroverlast, 2005), te weten de omgeving van het Euratomplein (peilgebied 04310-13). In het waterplan is een maatregel opgenomen om deze situatie te verbeteren.
De extra waterberging (0,4 ha) in het park nabij het nieuwe gemeentehuis is inmiddels gerealiseerd. Ook in het landelijk gebied ten noorden van Het Rendorppark (Noorderveldt, buiten het plangebied) is recent door het hoogheemraadschap een waterberging van circa 10 ha. gerealiseerd. Door deze ingrepen wordt meer water vastgehouden in het landelijk gebied en wordt het plangebied ontlast.
Watersysteemkwaliteit en ecologie
De watergang tussen de Neksloot en de Tolvaart is aangewezen als KRW-waterlichaam. In het Waterbeheerplan 4 van het Hoogheemraadschap zijn maatregelen opgenomen om de waterkwaliteit te verbeteren. De gemeente bereidt momenteel een plan voor om natuurvriendelijke oevers aan te leggen langs de Neksloot. Het hoogheemraadschap draagt bij in de kosten.
Veiligheid en waterkeringen
Binnen het plangebied zijn geen waterkeringen gelegen.
Afvalwaterketen en riolering
Binnen het plangebied is een gemengd rioleringsstelsel aanwezig en in beperkte mate een verbeterd gescheiden stelstel. Binnen het plangebied is een rioolpersleiding aanwezig. Deze krijgt de dubbelbestemming 'Leiding - Riool' toebedeeld.
Toekomstige situatie
Algemeen
Het bestemmingsplan is hoofdzakelijk consoliderend van aard. Er worden slechts twee ontwikkelingen mogelijk gemaakt.
Bergbezinkbassins
Om wateroverlast binnen het stedelijk gebied terug te dringen zullen bergbezinkbassins gerealiseerd worden. Deze zullen enkel onder openbaar gebied gerealiseerd worden.
Basisscholen
In het bestemmingsplan wordt een flexibele regeling opgenomen met betrekking tot basisscholen. Binnen dit kader kan eenvoudiger uitgebreid worden.
Waterkwantiteit
Bij deze, en eventuele toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen is het uitgangspunt dat de waterhuishoudkundige situatie niet mag verslechteren. Dit betekent dat toename van het verharde oppervlak binnen het gebied moeten worden gecompenseerd. Hiervoor hanteert het hoogheemraadschap een ondergrens van 800 m2. In een maatwerktraject wordt vervolgens het compensatiepercentage bepaald en adviseert het hoogheemraadschap over de wijze van compensatie (infitratie, uitbreiden open water). De compensatie wordt bij voorkeur gerealiseerd binnen de planlocatie maar zeker in het peilgebied waar ook de ontwikkeling plaatsvindt. Dempingen die noodzakelijk zijn voor bepaalde ontwikkelingen dienen altijd één op één te worden gecompenseerd.
Ook combinaties met andere functies zoals groen en recreatie liggen voor de hand. Door de aanleg van natuurvriendelijke en ecologische oevers wordt bijvoorbeeld meer waterberging gerealiseerd.
Waterkwaliteit
Daarnaast dient er aandacht te zijn voor waterkwaliteitsaspecten van ruimtelijke ontwikkelingen. Ook hiervoor geldt dat deze ontwikkelingen “waterneutraal” moet plaatsvinden.
De waterhuishouding kan worden verbeterd door het afkoppelen van hemelwater dat valt op een schoon verhard oppervlak. Bijvoorbeeld het regenwater dat op het dak valt afvoeren naar een sloot in plaats van via het gemengde rioolstelsel afvoeren naar de zuivering.
In de Leidraad Riolering en vigerend waterschapsbeleid wordt geadviseerd voor nieuwbouw een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen zodat schoon hemelwater (in de toekomst) niet bij een rioolzuiveringsinstallatie terechtkomt. In het gemeentelijk rioleringsplan is vastgelegd dat de gemeente een verbeterd gescheiden rioleringsstelsel wil aanleggen.
Voor hemelwater wordt de volgende voorkeursvolgorde aangehouden:
Daarnaast is het van belang om bij een ontwikkeling diffuse verontreinigingen te voorkomen door het gebruik van duurzame, niet-uitloogbare materialen (geen zink, lood, koper en PAK's-houdende materialen), zowel gedurende de bouw- als de gebruiksfase.
Waterbeheer
Voor aanpassingen aan het bestaande watersysteem dient bij het hoogheemraadschap vergunning te worden aangevraagd op grond van de 'Keur'. Dit geldt dus bijvoorbeeld voor het graven van nieuwe watergangen, het aanbrengen van een stuw of het afvoeren van hemelwater naar het oppervlaktewater. In de Keur is ook geregeld dat een beschermingszone voor watergangen en waterkeringen in acht dient te worden genomen, in de regels van de woonbestemmingen is opgenomen dat de afstand tussen de bestemming 'Water' en aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ten minste 1 m dient te bedragen. Dit betekent dat binnen de beschermingszone niet zonder ontheffing van het hoogheemraadschap gebouwd, geplant of opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit, het profiel en/of de veiligheid wordt aangetast, de aan- of afvoer en/of berging van water wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd. Ook voor het onderhoud gelden bepalingen uit de 'Keur'. Het onderhoud en de toestand van de (hoofd)watergangen worden tijdens de jaarlijkse schouw gecontroleerd en gehandhaafd.
Water in het bestemmingsplan
In het bestemmingsplan wordt het oppervlaktewater in het plangebied bestemd als 'Water'.
Conclusie
Met inachtneming van de bovengenoemde randvoorwaarden hebben de ontwikkelingen geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse. Door het realiseren van de bergbezinkbassins verbetert de waterkwaliteit binnen het plangebied, er vinden immers geen (of in ieder geval minder) vervuilde overstorten meer plaats.