direct naar inhoud van Artikel 17 Tuin - 1
Plan: Woongebied I
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0396.BPwoongebiedI2010-VA01

Artikel 17 Tuin - 1

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen, waaronder inritten, uitritten en paden;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein': uitsluitend parkeerplaatsen;
  • c. uitsluitend op inritten voor garages: parkeerplaatsen, mits de inrit voldoende lang is om de auto op eigen erf te kunnen parkeren.

17.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

17.2.1 Uitbouwen
  • a. uitbouwen zijn uitsluitend toegestaan aan de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • b. de diepte van de uitbouw tot de gevel bedraagt ten hoogste 1 m;
  • c. de uitbouw wordt over ten hoogste 60% van de breedte van de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw gebouwd;
  • d. de afstand van de uitbouw tot de openbare gronden bedraagt ten minste 1,5 m;
  • e. de goot- en bouwhoogte en dakhelling van de uitbouw hebben de volgende maten:
    dak   goothoogte
    (max. in meters)  
    bouwhoogte
    (max. in meters)  
    dakhelling
    (min.-max. in graden)  
    plat   3 dan wel de hoogte van de 1e bouwlaag van het hoofdgebouw plus 0,25 m   3 dan wel de hoogte van de 1e bouwlaag van het hoofdgebouw plus 0,25 m   0  
    hellend   3 dan wel de hoogte van de 1e bouwlaag van het hoofdgebouw plus 0,25 m   4,5   15-45  
  • f. plaatsing van de uitbouw mag niet ten koste gaan van een parkeerplaats op eigen erf.

17.2.2 bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de diepte van een luifel tot de gevel bedraagt ten hoogste 1,3 m;
  • b. de luifel wordt niet meegerekend in het percentage zoals genoemd in lid 17.2.1 onder c;
  • c. de bouwhoogte van erfafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevelrooilijn bedraagt ten hoogste 1 m;
  • d. de bouwhoogte van erfafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevelrooilijn bedraagt ten hoogste 2 m;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 1 m.

17.3 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.1 onder b ten behoeve van het aanleggen van (een) parkeerplaats(en) op eigen erf, mits:

  • a. de tuin voldoende diep en breed is om deze parkeerplaats(en) te realiseren;
  • b. dit niet ten koste gaat van (een) parkeerplaats(en) in het openbare gebied;
  • c. ontsluiting op het openbare gebied mogelijk is in relatie tot:
    • 1. de inrichting en het gebruik van het aangrenzende openbare gebied;
    • 2. de verkeersveiligheid;
  • d. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de woonsituatie;
    • 3. de sociale veiligheid;
    • 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.