direct naar inhoud van Artikel 8 Gemengd
Plan: Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0396.BPhoutwegen2012-VA01

Artikel 8 Gemengd

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven, voor zover deze bedrijven voorkomen in de categorieën 1 en 2 van de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. kantoren;
  • c. perifere detailhandel;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg', tevens een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg en detailhandel in weggebonden artikelen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel grootschalig', grootschalige detailhandel;
  • f. de bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, erven en laad- en losvoorzieningen.
8.2 Bouwregels

Op deze gronden mag gebouwd worden en gelden de volgende regels:

8.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage van het bouwperceel mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' is aangegeven;
  • c. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • d. de bouwhoogte van een nutsvoorziening mag niet meer dan 3 m bedragen.
8.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. voor zover gelegen voor de voorgevelrooilijn mag de hoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer dan 1 m bedragen;
  • b. voor zover gelegen achter de voorgevelrooilijn mag de hoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer dan 2 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van reclame-uitingen mag niet meer dan 6 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer dan 9 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer dan 6 m bedragen;
  • f. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.
8.3 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik en/ of laten gebruiken van de gronden en bouwwerken voor:

  • a. horecabedrijven en daarmee gelijk te stellen bedrijven;
  • b. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk;
  • c. risicovolle inrichtingen;
  • d. seksinrichtingen;
  • e. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  • f. grow-, smart- en coffeeshops;
8.4 Afwijken van de gebruiksregels
8.4.1 Bedrijfscategorie

Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in artikel 8.1:

  • a. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, zoals in 8.1 genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten in één categorie hoger, voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze, technische voorzieningen of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de in 8.1 genoemde categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;

met dien verstande dat:

  • 1. onderzoek aantoont dat de bedoelde activiteiten qua milieubelasting kunnen worden gelijkgesteld met de krachtens de bepalingen van dit plan ter plaatse toelaatbare categorie bedrijfsactiviteiten;
  • 2. het doel en de uitgangspunten van het plan niet onevenredig worden aangetast;
  • 3. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
  • 4. risicovolle inrichtingen en geluidszoneringsplichtige inrichtingen niet zijn toegestaan.
8.4.2 Detailhandel

Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in artikel 8.1 en 8.3 om perifere detailhandel toe te laten, met dien verstande dat:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
  • b. het bedrijf een verkoopvloeroppervlak heeft van minimaal 1.000 m2;
  • c. er dient op eigen terrein te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid, met dien verstande dat wanneer parkeren op eigen erf verkeerskundig niet mogelijk is, stedenbouwkundig niet aanvaardbaar is, of om een andere reden niet mogelijk is, het niet zodanig verkeersaantrekkende activiteiten mag betreffen, dat daardoor extra verkeersmaatregelen, waaronder parkeervoorzieningen, noodzakelijk worden in het openbare gebied.
8.4.3 Voorwaarden omgevingsvergunning

De in lid 8.4.1 tot en met 8.4.2 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. een goede woonsituatie;
  • b. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de sociale veiligheid.