direct naar inhoud van Artikel 12 Tuin - 1
Plan: Houtwegen, Waterwegen en Westertuinen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0396.BPhoutwegen2012-VA01

Artikel 12 Tuin - 1

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
  • b. uitsluitend op inritten voor garages: parkeerplaatsen, mits de inrit voldoende lang is om de auto op eigen erf te kunnen parkeren;
  • c. de bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals inritten en paden.
12.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

12.2.1 Uitbouwen
  • a. uitbouwen zijn uitsluitend toegestaan aan de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • b. de diepte van de uitbouw tot de gevel mag niet meer dan 1 m bedragen;
  • c. de uitbouw wordt over niet meer dan 60% van de breedte van de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw gebouwd;
  • d. de afstand van de uitbouw tot de openbare gronden mag niet minder dan 1,5 m bedragen;
  • e. plaatsing van de uitbouw mag niet ten koste gaan van een parkeerplaats op eigen erf;
  • f. de goot- en bouwhoogte en dakhelling van uitbouwen hebben de volgende maten:
dak   goothoogte (max. in meters)    bouwhoogte (max. in meters)   dakhelling (min.-max. in graden)  
plat   3 dan wel de hoogte van de 1e bouwlaag van het hoofdgebouw plus 0,25 m   3 dan wel de hoogte van de 1e bouwlaag van het hoofdgebouw plus 0,25 m   0  
hellend   3 dan wel de hoogte van de 1e bouwlaag van het hoofdgebouw plus 0,25 m   4,5   15-45  
12.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de diepte van een luifel tot de gevel mag niet meer dan 1,3 m bedragen;
  • b. de luifel wordt niet meegerekend in het percentage, zoals genoemd in lid 12.2.1 onder d;
  • c. voor zover gelegen voor de voorgevelrooilijn mag de hoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer dan 1 m bedragen;
  • d. voor zover gelegen achter de voorgevelrooilijn mag de hoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer dan 2 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer dan 6 m bedragen, met dien verstande dat per bouwperceel niet meer dan 1 vlaggenmast is toegestaan en dat aan de vlaggenmast geen reclame-uitingen zijn toegestaan;
  • f. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 1 m bedragen.
12.3 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.1 onder b ten behoeve van het aanleggen van (een) parkeerplaats(en) op eigen erf, mits:

  • a. de tuin voldoende diep en breed is om deze parkeerplaats(en) te realiseren;
  • b. dit niet ten koste gaat van (een) parkeerplaats(en) in het openbare gebied;
  • c. ontsluiting op het openbare gebied mogelijk is in relatie tot:
    • 1. de inrichting en het gebruik van het aangrenzende openbare gebied;
    • 2. de verkeersveiligheid;
  • d. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de woonsituatie;
    • 3. de sociale veiligheid;
    • 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.