Plan: | Centrum Heemskerk |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0396.BPhkcentrum2010-VA01 |
Het huidige centrum van Heemskerk is als gevolg van de snelle groei die het doormaakte na de oorlog en met name de laatste 30 jaar sterk veranderd. De samenhang in het centrum is verzwakt. Veel van het oude Heemskerk is verdwenen. Wat is gebleven is de wegenstructuur van het centrum en enkele aanvoerroutes. Dit heeft bij de groei van Heemskerk een sterke rol gespeeld.
Ontstaan van Heemskerk
De eerste vermelding van Heemskerk is gevonden in een oorkonde uit 1063, waarin de naam Hemezenkyrica voorkomt in het verband met de overdrachtskwestie van en aantal kerken. De nederzetting is ontstaan op de oostelijke rand van de hoger gelegen zandgedeelte waar de kerken het hoogst gelegen land kregen toebedeeld. Heemskerk is vervolgens gegroeid in een eskransdorp. De boerderijen zijn rondom de hogere gronden en de kerk gebouwd. De Kerk had een duidelijke centrumfunctie, niet alleen fysiek maar ook sociaal. De opbouw van Heemskerk is sinds jaar en dag gehandhaafd en kan als grondlegger worden gezien van de huidige structuur.
Afbeelding 2.1 R.K. Jongensschool (H16) en R.K. Meisjesschool (H18)
Ontwikkeling tot 1945
Heemskerk was eeuwen lang een dorp met akkerbouw als voornaamste bestaansbron. In de 19de eeuw komt de industrialisatie op gang in de Zaanstreek. In Heemskerk komt geen industrie tot ontwikkeling en al gauw ontstaat een armoedeprobleem. Pas in 1850 brengt de bollenteelt geld en daarmee een verhoogde levensstandaard in het dorp. De bollenvelden bepalen sterk het beeld rond en tot dicht bij het centrum. Er worden grote gebouwen geplaatst zoals het (oude) raadhuis, een katholieke kerk, de meisjesschool en de jongenschool aan de rand van het centrum. Er ontstaat een duidelijk middelpunt in Heemskerk met de bijbehorende centrumfuncties voor de 4000 inwoners van Heemskerk.
Ontwikkelingen na 1945
In 1955 verschijnt het streekplan IJmond-Noord. Men verwacht een sterke groei voor de regio, zowel fysiek als economisch (door de groei van Hoogovens). In 1956 telde Heemskerk 6000 inwoners en verdere planvorming en prognoses stonden in teken van groei en uitbreiding. De eerste nieuwbouw was in het Zaalbergkwartier (1947). Verdere uitbreiding geschiedt met de oude dorpskern als middenpunt.
Het oude centrum werd in de 60er jaren bijna geheel vervangen door nieuwbouw. Men wilde het centrum een modern uiterlijk geven en het goed functioneren voor de komende jaren waarborgen. De sterke groei bleef nog uit en de opvatting over stadssanering veranderde in de jaren 70. Het centrum is dan reeds vrijwel geheel gesaneerd. Er zijn slechts enkele objecten overgebleven die het oude Heemskerk vertegenwoordigen. Het toenmalige centrum voldeed niet aan de eisen die aan een groter dorp worden gesteld. Een ingrijpende verandering was hoe dan ook nodig. Heemskerk is uitgegroeid tot een woongemeente. Het centrum werd voornamelijk gebruikt voor de dagelijkse boodschappen.
Vanaf de 70er jaren wordt veel gebouwd om aan de groeiende vraag naar woonruimte te voldoen. Hierbij wordt vrijwel geen rekening gehouden met de historische achtergrond van Heemskerk of de nog aanwezige oude bebouwing. Planning en uitvoering blijken over de volgende jaren fragmentarisch te zijn. Hierdoor is in de loop der tijd een onsamenhangend centrumbeeld ontstaan.
Sanering van de dorpskern is heden ten dage onder de oudere bewoners nog een veel besproken onderwerp. Een groot deel van de karakteristieke bebouwing is verloren gegaan maar enkele oude kenmerken van Heemskerk zijn nog steeds te vinden. Naast enkele historische panden is ook de wegenstructuur behouden gebleven.
Binnen het plangebied zijn verscheidene gemeentelijke en rijksmonumenten gesitueerd. In tabel 2.1 worden alle gemeentelijke monumenten weergegeven binnen het plangebied. Tabel 2.2 geeft een overzicht van de aanwezige rijksmonumenten binnen het plangebied. De verschillende archeologische monumenten binnen de gemeente Heemskerk zijn niet gesitueerd binnen het onderhavige plangebied. Wel is een beoogd gemeentelijk archeologisch monument gevestigd binnen het plangebied. Het gaat hierbij om de Laurentiuskerk.
Afbeelding 2.2 Achtereenvolgens staan de panden Raadhuis (H01), Mearelaan 1-3 (H07) en Pastorie (H17)
Tabel 2.1 Lijst met gemeentelijke monumenten
Adres | Oorspronkelijke functie | Datering | Monument-nummer |
Burgemeester Nielenplein 2 | Raadhuis | 1911 | H01 |
Kerklaan 11 | Dokterswoning | 1917 | H04 |
Kerklaan 23 | Manufacturenwinkel | 1905 | H05 |
Maerelaan 1-3 | Veldwachters- en onderwijzerswoning | 1911 | H07 |
Poelenbruglaan 9 | Tuinderswoning | circa 1860 | H10 |
A. Verherenstraat 1 | R.K. Jongensschool | 1918 | H16 |
A. Verherenstraat 2 | Pastorie | 1889-1890 | H17 |
A. Verherenstraat 5 | R.K. Meisjesschool | 1919-1920 | H18 |
A. Verherenstraat 6 | Klooster | 1895 | H19 |
Mrt. v. Heemskerckstraat 2a,4 | boerderij | eerste helft 19e eeuw | H22 |
Mrt. v. Heemskerckstraat 6 | woonhuis met schilderswerkplaats | 1911 | H23 |
Kerkplein 1 | begraafplaats | vóór 1500 | H26 |
Marquettelaan 1 | woonhuis | 1937 | H32 |
Marquettelaan 3 | woonhuis | 1935 | H33 |
Sint Agnesplantsoen (1-15, 10-24) en Kerklaan 28, 30 | complex bejaardenwoningen | 1952 | H39 |
Tabel 2.2 Lijst met rijksmonumenten
Adres | Oorspronkelijke functie | Datering | Monument-nummer |
A. Verherenstraat 4 | Laurentiuskerk | nr.21204 | |
Kerkplein 1 | Toren Dorpskerk (voorheen Ned. Hervormde kerk) | nr.21205 | |
Kerkplein 1 | Obelisk (Dorpskerk) | nr.21206 | |
Kerkplein 1 | Preekstoel, doophek, zerken, lezenaar, doopbekkenhouder, orgel, luidklok | nr. 21207 |
De welstandsnota 2009 geeft een overzichtelijk beeld van de huidige stedenbouwkundige structuren binnen de gemeente Heemskerk. Voor het onderhavige plangebied worden verschillende typeringen beschreven. In deze subparagraaf wordt een beschrijving gegeven van de stedebouwkundige structuren binnen het plangebied. Deze beschrijvingen zijn gebaseerd op de reeds beschreven stukken in de welstandsnota 2009 van de gemeente Heemskerk. De volgende welstandgebieden vallen geheel of gedeeltelijk binnen de grenzen van het plangebied:
Centrum
De ruimtelijke structuur van het centrum van Heemskerk is in grote lijnen identiek aan de oorspronkelijke ruimtelijke structuur die het van oudsher had. De kerk op het Kerkplein vormt het centrale punt. Vanuit dit punt zijn in diverse richtingen radialen ontwikkeld. De historische bebouwing die van origine in het centrum stond, is vanaf de jaren '60 van de vorige eeuw voor een groot deel afgebroken om plaats te maken voor nieuwbouw. De bebouwing in het centrum is hierdoor vrij eenvormig en kent weinig uiteenlopende karakteristieken.
Afbeelding 2.3 Weergave welstandsgebied Centrum
Vrijwel alle bebouwing in het centrum staat parallel aan de straat, waarbij de wanden meebuigen met de straatrichting. Er is in het gehele centrum sprake van strak gehanteerde rooilijnen, waarbij de bebouwing direct op de openbare ruimte is ontsloten. De meeste panden zijn daarbij twee of drie lagen hoog, soms met kap, maar meestal plat afgedekt. Een uitzondering wordt gevormd door de bebouwing rondom het Burgemeester Nielenplein, waar de hoogtes variëren van één laag tot vier lagen.
Het uiterlijk van de bebouwing wordt hoofdzakelijk bepaald door industriële bouwmethoden, waarin geprefabriceerde bouwdelen op grote schaal zijn toegepast. Door de overwegend grote volumes die zijn opgebouwd uit steeds dezelfde bouwdelen is de afwisseling van gevelbeelden en detailleringen beperkt. Beton, baksteen, metaal en glas zijn de meest toegepaste materialen, maar ook plaatmaterialen zijn als gevelelementen toegepast.
Doordat de begane grond van de meeste panden in gebruik is als winkelruimte en de bovengelegen verdiepingen bestemd zijn voor woningen, is er in een aantal gevallen sprake van een visuele scheiding tussen deze lagen. Doordat de winkelgevel sterk afwijkend is vormgegeven van de woninggevel ontbreekt de onderlinge samenhang. Dit wordt in veel gevallen nog eens extra versterkt door de aanwezigheid van een zware, dichte luifel aan de gevel tussen de begane grond en de verdiepingen.
Op enkele plekken, voornamelijk aan de buitenrand van het centrum, komen dichte gevels of vensters aan de openbare ruimte voor. Hierdoor wordt het winkelfront onderbroken en krijgt de openbare ruimte een gesloten karakter.
De over het centrum verspreide, nog resterende historische bebouwing, de Nederlands Hervormde Kerk en het bebouwingscluster tussen de Kerklaan en het Pastoor J. Allemanplantsoen vormen een uitzondering op de bovenstaande omschrijving. De kleinschalige vrijstaande en twee-onder-één-kap woningen in de groene omgeving aan het Sint Agnesplantsoen en de historische panden daaromheen zijn wat betreft maat en schaal, vormgeving en detaillering afwijkend van de grootschalige bouwwerken die vanaf de jaren '60 zijn gebouwd. Hierbij is veel meer sprake van een gevarieerd gevelbeeld, waarin ambachtelijke detailleringen meer het beeld bepalen. Het kleur- en materiaalgebruik is bij deze panden doorgaans beperkt tot donker kleurige baksteen, lichtkleurige houten kozijnen, glas en antracietkleurige of rode dakpannen. Langs de Maerelaan, tot aan de kruising met de Laan van Assumburg-Beethovenstraat, staat de bebouwing ofwel direct aan de straat ofwel iets teruggelegen met een kleine voortuin. Historische vrijstaande huizen, rijwoningen en moderne woon-winkelpanden wisselen elkaar af. De meeste gebouwen staan in dezelfde rooilijn kort op de straat, waarbij het voorerf minimaal is of zelfs helemaal niet aanwezig is. De bebouwingshoogtes variëren van één laag met kap tot vier lagen met plat dak. Hierbij wordt de historische bebouwing gekenmerkt door een overwegend verticale gevelgeleding, met smalle en hoge vensters. De grootschalige objecten krijgen door een zorgvuldige gevelindeling in verticale eenheden een kleinschalig karakter. De rijwoningen hebben door regelmatige rangschikking van vierkante vensters een meer evenwichtige gevelgeleding.
Binnenring
De Binnenring is een belangrijke structuurdrager in het stedelijk gebied van Heemskerk. Deze eerste ontsluitingsring rond het centrum wordt gevormd door de volgende wegen:
De gehele Binnenring bestaat uit een brede weg van twee rijbanen met meestal fietssuggestiestroken, afgestemd op de ontsluitende functie. Vrijwel overal liggen direct aan de weg parkeerhavens met aansluitend het trottoir of een smalle groenvoorziening van struiken en bomen.
Afbeelding 2.4Weergave welstandsgebied Binnenring
Langs de Bachstraat en de Ridder Arnoudlaan is sprake van een wandwerking door zowel laag- als middelhoogbouw. Ter hoogte van het Bachplein is de straatwand sterk teruggelegen ten behoeve van een winkelplein. De winkels zijn hier gevestigd in de benedenlaag van een lage flat. Het beeld wordt voor een groot deel bepaald door de forse reclamemiddelen. De scholen rond en het nu nog als raadhuis in gebruik zijnde gebouw zijn eveneens enigszins teruggelegen, waardoor wandwerking hier ontbreekt. Vanaf de Ridder Arnoudlaan is er een duidelijke zichtlijn naar de vrijstaande klokkentoren van de kerk op de hoek met de Carel van Manderstraat.
Langs de Carel van Manderstraat is de bebouwing zeer divers. Negatief voor het beeld zijn de achterzijdes van een winkelcomplex. De overige bebouwing, zowel middelhoog als laagbouw, is met de voorzijde op de straat georiënteerd. De Karshoffstraat en de koningin Wilhelminastraat worden gekenmerkt door rijwoningen met uiteenlopende karakteristieken.
De Jan van Kuikweg wordt begeleid door zowel vrijstaande woningen als twee-onder-één-kap- en rijwoningen. De verschillende panden of blokken zijn voornamelijk gebouwd in dezelfde stijl als de achtergelegen woonwijken, waardoor een duidelijk tijdsbeeld ontstaat. De ontwikkeling van dit deel van Heemskerk door de jaren heen wordt hier binnen een relatief klein gebied inzichtelijk.
Langs de Laan van Assumburg is sprake van kleinschalige rijwoningen. De woningen hebben dezelfde karakteristieken zoals die in de omliggende wijk Poelenburg voorkomen. De Beethovenstraat wordt daarentegen gekenmerkt door portiekflats van vier verdiepingen hoog, die voor een wandwerking zorgen langs dit deel van de binnenring. Langs de gehele Binnenring is in geval van laagbouw sprake van zadelkappen in de langsrichting. Kleur en materiaal zijn afgestemd op de hoofdbebouwing, welke varieert per straatvak. De (middel)hoogbouw is voornamelijk plat afgedekt.
Maerelaan
Het westelijke gedeelte van de Maerelaan is binnen het plangebied gesitueerd. De kruising met de Laan van Assumburg-Beethovenstraat, de entree voor het centrumgebied is de bebouwing aan de noordzijde sterk teruggelegen en lager dan de overige bebouwing. Het gebouw heeft in tegenstelling tot de overige gebouwen in de straat een overheersende horizontale geleding.
Afbeelding 2.5 Weergave welstandsgebied Maerelaan
Kerkweg
De Kerkweg is één van de historische radialen van Heemskerk. Deze loopt vanuit het centrum in noordwestelijke richting via de sportboulevard naar het duingebied en de Rijksstraatweg langs de binnenduinrand. Het oostelijke gedeelte, van de Kerkweg vanuit het centrum tot aan de Ridder Arnoudlaan, valt binnen het onderhavige plangebied.
Afbeelding 2.6 Weergave welstandsgebied Kerkweg
Vrijwel alle bebouwing is enkele meters teruggelegen ten opzichte van de weg. Uitzondering hierop vormt de bebouwing ter plaatse van de sportboulevard. Over het algemeen zijn de rooilijnen onderling nauwelijks verspringend, waardoor een fraaie begeleiding van de weg ontstaat. De erfafscheiding wordt aan de voorzijde in veel gevallen vormgegeven door een lage gemetselde muur of een houten hekwerk, waardoor de wegbegeleiding nog eens extra wordt benadrukt. Het eenvoudige straatprofiel, de grote hoeveelheid groen in de private voortuinen en de voornamelijk vrijstaande bebouwing geven deze radiaal een rustieke uitstraling.
De bebouwing langs de Kerkweg is zeer divers. Dit is mede te verklaren uit het feit dat er door de jaren heen steeds op zeer kleine schaal is bijgebouwd. In de meeste gevallen gaat het om individuele vrijstaande woningen, maar ook rijwoningen en geschakelde patiowoningen komen in beperkte mate voor. De meest voorkomende bouwmassa bestaat uit een eenvoudige rechthoekige plattegrond van één laag met een hoge kap waarin een extra verdieping is aangebracht. De meest voorkomende kapvorm is de zadelkap, die zowel haaks op als parallel aan de straat voorkomt. De patiowoningen bestaan uit één bouwlaag en zijn afgedekt met een plat dak. Slechts een enkele keer bestaat een pand uit twee bouwlagen met kap of uit grotere bebouwing. Deze uitzonderingen komen uitsluitend voor op bijzondere locaties, waar een extra hoogteaccent passend is.
Ruysdaelstraat
Deze radiaal is een belangrijk onderdeel van de verkeersontsluiting van Heemskerk. Het straatprofiel is hier dan ook op aangepast en bestaat uit een brede weg van twee rijstroken met aan weerszijden fietssuggestiestroken en een trottoir. Het grootste deel van de radiaal wordt aan beide zijden geflankeerd door een brede water- en/of groenstructuur.
Afbeelding 2.7 Weergave welstandsgebied Ruysdaelstraat
Alleen het noordelijke deel van de Ruysdaelstraat is bebouwd (binnen het plangebied), en wel met een aantal vijf lagen hoge portiekflats met een flauw hellend zadeldak, die steeds twee-aan-twee in een Lvorm bij elkaar zijn geplaatst. Deze flats zijn op begane grondniveau ingevuld met entrees, garageboxen en bergingen, de hoger gelegen verdiepingen zijn de woonverdiepingen. Hierbij is sprake van een sterke verticale geleding doordat er een herhaling in de gevel is van verticale stroken met balkons, vensters en trappenhuizen.
Maerten van Heemskercksstraat
De Maerten van Heemskerckstraat is een historische route tussen Beverwijk en Heemskerk. Tegenwoordig is deze route in twee delen geknipt ter hoogte van de Buitenring, waardoor van continuïteit geen sprake meer is.
Afbeelding 2.8 Weergave welstandsgebied Maerten van Heemskercksstraat
Het noordelijke deel, welke binnen het plangebied is gesitueerd, kent verschillende bebouwingstypen. In het centrum is de oorspronkelijke bebouwing, zoals in vrijwel het gehele centrum het geval is, vervangen door grootschalige woon- en winkelgebouwen. Buiten het centrum is de oorspronkelijke bebouwing van vrijstaande en twee-onder-éénkap woningen nog aanwezig. Deze woningen zijn iets teruggelegen zijn ten opzichte van de straat. De oostzijde van de weg wordt gevormd door een groene zone, waarin sterk teruggelegen enkele grootschalige objecten liggen, waaronder het toekomstige raadhuis.
Gerrit van Assendelftweg
De Gerrit van Assendelftstraat en de Hoflaan, vormen een radiaal die als aan- en afvoerroute dient voor het centrum. Deze weg is tevens de ontsluitingroute voor de wijk Broekpolder.
Afbeelding 2.9 Weergave welstandsgebied Gerrit van Assendelftstraat
Het gedeelte in het centrum, ten noorden van de Karshoffstraat, wordt gekenmerkt door een mengeling van bouwstijlen en volumes. Rooilijnen zijn hier sterk verspringend, hoogtes variëren, de weg-as verdraait en er is een groot contrast tussen het materiaal- en kleurgebruik van de bebouwing onderling.
De gestempelde woningbouw
De woonwijken van dit type zijn voor een belangrijk deel geïnspireerd op de ideeën van het Nieuwe Bouwen. In het verkeerssysteem is in deze wijken doorgaans een duidelijke scheiding tussen ontsluitingsstraten, woonstraten en autovrije zones. De (half) open blokverkaveling komt veelvuldig voor in deze woonwijken, maar ook stroken- en hofverkaveling komen voor. De bebouwing bestaat veelal uit eenvoudige, rechthoekige bouwblokken in een abstracte compositie bij elkaar geplaatst. Herhaling van deze composities, daarom ook wel stempels genoemd, komt veelvuldig voor. Deze stempels worden vaak gevormd door een mix van bebouwingstypes, groenzones en verkeersruimtes.
Het uiterlijk van de bebouwing wordt hoofdzakelijk bepaald door industriële bouwmethoden, waarin geprefabriceerde bouwdelen op grote schaal zijn toegepast. Hierdoor is de afwisseling in detailleringen zeer beperkt en bepaalt de herhaling van identieke elementen het beeld.
De rijwoningen in deze wijken zijn naar de maatstaven van deze tijd doorgaans van beperkte omvang. Om de gebruiksruimte in de woning te vergroten is er regelmatig sprake van uitbreidingen van de woning in de vorm van aan en uitbouwen, dakkapellen en dergelijke. Deze uitbreidingen komen in verschillende maten, vormen en kleuren voor, ook binnen een bouwblok.
Binnen het onderhavige plangebied zijn delen van de wijken Poelenburg (westelijk deel), Neksloot-Oosterzij (zuidelijk deel) en Kerkbeek (zuid-oostelijk deel).
Afbeelding 2.10 Weergave wijken Poelenburg, Neksloot-Oosterzij en Kerkbeek (van links naar rechts)
De woonwijk Poelenburg dateert uit de jaren '50 van de vorige eeuw en wordt gekenmerkt door een (half) open blokverkaveling met smalle straatprofielen en strakke, soms verspringende, rooilijnen. De bebouwing laat zich het best beschrijven als wederopbouwarchitectuur, met veel kleine eengezinswoningen en portiekwoningen. Hierdoor is er sprake van een grote samenhang in de bebouwingsblokken onderling. Aan de oostkant van de wijk heeft herontwikkeling plaatsgevonden. De eengezinshuizen worden afgewisseld met vierlaagse appartementgebouwen.
De uit donker metselwerk opgetrokken bebouwing is veelal niet meer dan twee lagen hoog en voorzien van een (bij eengezinswoningen meestal gedrukte) zadelkap in de langsrichting, bedekt met rode of donkere dakpannen. Op enkele plekken is de bebouwing vier lagen hoog en voorzien van een plat dak.
De gevels zijn voornamelijk verticaal geleed. In het metselwerk zijn hier en daar door middel van reliëfverschillen verticale accenten opgenomen, ter versterking van de geleding. Entreepartijen zijn in de voorgevel nadrukkelijk aanwezig door een verdiepte ligging en in geval van meergezinswoningen een stevige betonnen lijst om de portiekingang. De houten kozijnen zijn in relatie tot de relatief kleine raamoppervlakken fors gedimensioneerd. Met het gebruik van betonnen prefab elementen in de gevel is voorzichtig geëxperimenteerd. De woningen zijn nadrukkelijk voorzien van een zware gemetselde schoorsteen op de nok van het dak of in het voordakvlak, waardoor de ritmiek van gevelopeningen versterkt wordt. Een uitzondering hierop is de galerijflat op de hoek Van Lennepstraat-P.C. Hoofdstraat. Deze is sterk horizontaal geleed.
Neksloot en Oosterzij zijn twee aaneengesloten woonwijken die gebouwd zijn in respectievelijk de jaren '60 en '70 van de vorige eeuw. Beide wijken zijn opgezet volgens een half open blokstructuur en bestaan uit seriematige rijwoningen, patiowoningen en portiekflats. In Oosterzij is sprake van zeer strakke rooilijnen, in Neksloot is meer sprake van verspringende rooilijnen, beide met relatief smalle straatprofielen.
De portiekflats in dit gebied staan vrijwel allemaal met de voorzijde kort op de straat, aan de achterzijde is een groene ruimte open gelaten. Er zijn twee typen portiekflats, die met vier woonlagen vanaf de begane grond, en die met drie woonlagen op een laag bergingen.
Het eerste type flats wordt gekenmerkt door een met een kleine uitbouw en een lessenaarsdak zwaar geaccentueerde entree. De appartementen hebben over de gehele breedte een glazen gevel met een borstwering van damwandprofiel. De portieken en zijgevels van deze flats zijn opgetrokken in baksteen.
Het tweede type heeft een laag bergingen op de begane grond, waardoor op straatniveau een sterk gesloten wand ontstaat. Daarboven wordt het gevelbeeld bepaald door uitpandige balkons en grote raamvlakken in een bakstenen gevel met ter hoogte van de verdiepingsvloer een betonnen band over de gehele breedte van de flat.
De rijwoningen in het gebied zijn vrijwel allemaal opgetrokken uit een donkere baksteen en afgedekt met een zadeldak. De woningen uit de jaren '60 van de vorige eeuw worden gekenmerkt door grote ramen op de begane grond en veel kleinere ramen in de verdieping. In de jaren '70 zijn deze meer op elkaar afgestemd, dus op de begane grond iets kleiner en onderverdeeld in meerdere ramen en in de verdieping wat groter. De entreepartijen zijn bij beide woningtypen benadrukt. Door herhaling van gevelvullingen ontstaat er een sterke ritmiek binnen de afzonderlijke bouwblokken.
In het noordelijke deel van het gebied heeft herontwikkeling plaatsgevonden. De flats zijn gerenoveerd en er heeft nieuwbouw van eengezinswoningen plaatsgevonden. Er is geen aanleiding voor een specifieke welstandsomschrijving.
Kerkbeek is in de jaren '50 en '60 van de vorige eeuw ontwikkeld in een (half) open blokvormige verkaveling. De bebouwing bestaat hoofdzakelijk uit rijwoningen. Alleen ten noorden van de Visserstraat komen andere woningtypes voor, namelijk vrijstaande en twee-onder-één-kap woningen.
De rijwoningen in het gebied hebben allemaal twee bouwlagen en een zadelkap met vliering. Hierdoor is er in de gehele wijk vrijwel nergens sprake van dakkapellen, aangezien er onder de kap geen ruimte is voor een extra verdieping. Een enkele keer is er daartoe een dakopbouw geplaatst, waarbij de nok een flink stuk is verhoogd.
Vrijwel alle bebouwing is opgebouwd in een roodbruine baksteen en afgedekt met rode of donkere dakpannen. In de gevels zijn diverse prefab elementen toegepast: veel bij entreepartijen, maar ook complete geprefabriceerde gevelvullingen komen voor. Wel zijn de entreepartijen vrijwel overal zwaar geaccentueerd door brede betonnen of gemetselde randen. Opvallend is dat kozijnen, kozijnranden (of die nu van hout, metselwerk of beton zijn) en daklijstenallemaal wit geschilderd zijn.
De Individuele woningbouw
Het meest belangrijke kenmerk van deze gebieden is de vrijstaande woning. Het stedenbouwkundig patroon is doorgaans speels, maar efficiënt opgezet. In de openbare ruimte is meestal een eenvoudig wegprofiel, waaraan direct grenzend de voortuinen of eventueel een groenstrook. De woningen bestaan overwegend uit één bouwlaag met kap, waarin een tweede verdieping is opgenomen. De plaats van de bebouwing op de kavel is wisselend. De tussenruimtes tussen de woningen zijn beperkt, naarmate de bebouwing jonger is, is de tussenruimte doorgaans kleiner. Doordat de meeste bebouwing door de bewoners zelf is gerealiseerd, is er een grote diversiteit in architectuurstijlen, kapvormen en – richtingen, en kleur- en materiaalgebruik.
Binnen het plangebied is een klein gebied wat binnen de categorie individuele woningbouw valt. Het gaat hierbij om het gebied Marquettelaan en omgeving (meest zuidelijke rode gebied op afbeelding 2.9).
Afbeelding 2.11 Weergave gebied Marquettelaan en omgeving
Marquettelaan en omgeving
Het gebied rondom de Marquettelaan wordt gekenmerkt door een zeer diverse bebouwing. Dit gebied is in de loop der jaren steeds verder verdicht, waardoor duidelijk waarneembare verschillen in bouwperiode aanwezig zijn. Alle bebouwing draagt de architectuur kenmerken van de eigen bouwperiode. Dit geeft een zeer wisselend beeld.
Behalve veel vrijstaande woningen komen hier ook geschakelde patiowoningen voor. De vrijstaande bebouwing wordt doorgaans gekenmerkt door één bouwlaag met kap. De kap is hierbij steeds wisselend vormgegeven, zowel zeer steile zadelkappen, mansardekappen, schildkappem en zadelkappen met een flauwe hellingshoek komen voor. De patiowoningen bestaan uit één bouwlaag en zijn plat afgedekt. De detaillering verschilt van pand tot pand. Afhankelijk van de architectuur van het pand kan deze variëren van zeer plastisch en uitvoerig tot eenvoudig en strak.