direct naar inhoud van 5.4 Bestemmingsbepalingen
Plan: Scheepmakerskwartier
Plannummer: UP1080001
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0392.UP1080001-0003

5.4 Bestemmingsbepalingen

Bestemming wonen (artikel 8 van de regels)

  • voor zover ruimtelijk mogelijk zijn (beperkte) uitbreidingen van de woningen toegestaan ;
  • onder voorwaarden (maximaal 35% van het bruto vloeroppervlak van een woning tot een maximum van 50 m2) zijn beroepsmatige activiteiten aan huis toegestaan.
  • verderzijn op de begane grond en de daaronder gelegen verdiepingen nog bijbehorende voorzieningen mogelijk zoals garages en bergingen.

Bestemming gemengd -1 (artikel 3 van de regels)

* deze bestemming kenmerkt zich door een verticale scheiding in functies, waarbij alleen de functie wonen zowel op de begane grond als op de verdieping is toegestaan. Binnen deze woonfunctie zijn onder voorwaarden (maximaal 35% van het bruto vloeroppervlak van een woning tot een maximum van 50 m2) beroepsmatige activiteiten aan huis toegestaan.

* op de begane grond zijn de volgende functies toegestaan:ateliers, kantoren zonder loketfunctie, praktijkruimte, recreatie, bedrijven tot en met categorie B van de zoneringslijst en horeca, indien en zoals aangeduid op de verbeelding.

* verder zijn op de begane grond en de daaronder gelegen verdiepingen nog bijbehorende voorzieningen mogelijk zoals garages en bergingen.


Bestemming tuin 2 (artikel 4 van de regels)


* de in het plangebied bij woningen en gemengde doeleinden behorende gronden waar wel gebouwen zijn toegestaan, worden bestemd als ''Tuin-2'. op de als ''tuin-2'' bestemde gronden mogen onder voorwaarden aan- en bijgebouwen worden gebouwd. Tevens zijn onder voorwaarden op aanbouwen dakterrassen toegestaan.

Bestemming verkeer (artikel 5 van de regels)

  • de in het plangebied voorkomende wegen, met bijbehorende bermen, parkeerplaatsen, fiets- en voetpaden en speelplaatsen zijn ondergebracht in een verzamelbestemming Verkeersdoeleinden; binnen deze bestemming behoort (een beperkte) herinrichting tot de mogelijkheden;
  • de grotere groengebieden van structurele aard zijn specifiek bestemd als Groenvoorzieningen; de overige kleinere groene gebieden, zoals de bermen langs wegen, zijn betrokken binnen de verkeersbestemming;
  • voor eventuele toekomstige uitbreidingsbehoeften van speelfaciliteiten of -terreinen binnen het plangebied, wordt ruimte geboden binnen de gronden die bestemd zijn als verkeersdoeleinden;
  • binnen verkeer is de bouw van gebouwen ten behoeve van de bestemming verkeer toegestaan, w.o. nutsgebouwtjes, abri's, kiosken, (ondergrondse) afval- en recyclebakken en reclameborden en andere bouwwerken. De oppervlakte van gebouwen mag per gebouw niet meer bedragen dan 10 m2 en de hoogte niet meer dan 3 meter. Tevens zijn binnen deze bestemming terrassen toegestaan.
  • de in het plangebied voorkomende waterwegen en waterpartijen zijn ondergebracht in de bestemming Water.

Bestemming water (artikel 6 van de regels)


* het oppervlaktewater is voornamelijk opgenomen in de bestemming Water. Binnen deze bestemming is behalve voor alle met de functie verbonden infrastructuur, ruimte voor (passanten)ligplaatsen en de haven bij molen ''De Adriaan''.

Aanduiding horeca ( zie artikel 3 van de regels)

  • Binnen de bestemmingen gemengde doeleinden en centrumvoorzieningen zijn op de verbeelding enkele panden aangeduid met horeca. De horeca is daarbij alleen toegestaan op de begane grond. Er wordt een onderscheid gemaakt in horeca 1, horeca 2 en horeca 3 (H1, H2 en H3).
  • H1 betreft: cafébedrijven, dancings, discotheken en gelijkwaardige horecabedrijven. Binnen de bestemming H1 zijn dancings, discotheken en gelijkwaardige horecabedrijven alleen toegestaan indien de verbeelding is voorzien van de aanduiding “discotheek / bar-dancing toegestaan”.
  • H2 betreft: restaurants, eethuisjes, fastfoodzaken, cafetaria's en gelijkwaardige horecabedrijven.
  • H3 betreft: complementaire daghoreca zoals lunchrooms, ijssalons, koffie- en/of theehuis en gelijkwaardige horecabedrijven.

Dubbelbestemming Waarde- Archeologie (artikel 8 van de regels)

In het bestemmingsplan wordt rekening gehouden met de archeologische waardenkaart van de provincie door middel van het opnemen van een dubbelbestemming Waarde- Archeologie. Hierbij wordt aangesloten bij de indeling van de beleidskaart van de gemeente door de te verwachten archeologische waarden te beschermen middels de verschillende categorieën.

Dit plangebied heeft 3 categorieen met bijbehorende regimes

Categorie 1B

Het plangebied behoort volgens de ABH voor een beperkt deel tot categorie 1B. Deze categorie is van toepassing op terreinen die van bijzonder archeologisch belang zijn voor de gemeente Haarlem en terreinen die staan aangegeven op de Archeologische Monumenten Kaart (AMK) van de RCE. Op deze plaatsen is de aanwezigheid van belangwekkende archeologische waarden aangetoond. Voor deze categorie geldt dat bij plannen waarbij bodemverstorende activiteiten plaatsvinden van 0 m2 en groter en die dieper gaan dan 30 cm - mv een archeologisch rapport dient te worden overlegd bij vergunningaanvraag.

Categorie 2

In de gebieden die tot deze categorie behoren zijn overal in de bodem archeologische resten van het prehistorische, dorps-, en stedelijk leven te vinden die een belangrijke bijdrage leveren aan de bewoningsgeschiedenis van het gehele grondgebied van de huidige gemeente Haarlem. Er dient hier gestreefd te worden naar behoud. Gezien de aard van deze archeologische waarden geldt hier een regime dat door middel van het verbinden van voorwaarden aan een bouw- , aanleg-, en/of omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk bij bodemroerende activiteiten met een opppervlakte groter dan 50m2 en dieper dan 30 cm onder het maaiveld van toepassing is.

Categorie 4

Categorie 4 betreft de strandvlakte gelegen tussen de oudste en de op een na oudste strandwal. Ook de strandvlakte westelijk van de op een na oudste strandwal (o.m. de Leidse buurt) valt binnen deze categorie. Archeologische vondsten hier hebben aangetoond dat in deze zones archeologische waarden te verwachten zijn in een relatief lagere dichtheid.

Om die reden is hier een regime door middel van het verbinden van voorwaarden aan een bouw-, aanleg-, en/of omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk bij bodemverstorende activiteiten met een oppervlakte groter dan 2500m2 en dieper dan 30 cm onder het maaiveld van toepassing.

Bodemroerende activiteiten in deze archeologisch waardevolle gebieden zijn slechts toegestaan nadat de voor deze gebieden noodzakelijke archeologische maatregelen genomen zijn. Archeologisch vooronderzoek in deze gebieden is verplicht. Het bevoegd gezag (de stadsarcheoloog) bepaalt vervolgens of nadere maatregelen noodzakelijk zijn. Pas daarna kunnen bodemingrepen uitgevoerd worden.

Omdat het bestemmingsplan conserverend van karakter is zal er naar verwachting geen archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn, aangezien er geen bodemroerende activiteiten plaats zullen vinden.

Dubbelbestemming Waarde- Beschermd Stadsgezicht (artikel 9 van de regels)

De aanwezige cultuurhistorische waarden worden opgenomen door middel van de dubbelbestemming 'Waarde- beschermd stadsgezicht'. De bouwregels zijn onder deze bestemming gebracht omdat het plangebied zich geheel binnen het beschermd stadsgezicht bevindt. De voor 'Waarde-beschermd stadsgezicht' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming en de veiligstelling van cultuurhistorische waarden.

In het uitwerkingsplan komt vrijwel alleen nieuwbouw voor, op een aantal panden aan de Harmenjansweg na.