direct naar inhoud van 4.6 Water
Plan: Ramplaankwartier
Plannummer: BP8080004
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0392.BP8080004-0003

4.6 Water

Oppervlaktewater

Binnen het plangebied liggen enkele waterlopen. Vooral de waterlopen langs de randen van het plangebied hebben een rol in de afwatering van het omliggende gebied. Het open water dat in het plangebied is opgenomen betreft de noord-zuid lopende aftakking van de Brouwersvaart binnen het Dr. Willem Dreesplantsoen. Naast een bergende functie heeft het water in de buurt ook een esthetische en een ecologische functie. Aan de inrichting van de oevers worden geen specifieke eisen gesteld, maar de voorkeur wordt gegeven aan zachte, begroeide en natuurvriendelijk ingerichte oevers.

Overeenkomstig het Rijnlands Keur moet aan weerszijden van de watergangen een obstakelvrije strook grond aanwezig zijn met een breedte van 2,5 m ten behoeve van het uitvoeren van het onderhoud aan en ter bescherming van het profiel van de watergangen, alsmede voor de inspectie.

Voor het vergroten van de hoeveelheid oppervlaktewater zijn in het bestemmingsplangebied nauwelijks mogelijkheden. Daarbij dient opgemerkt te worden dat binnen het plangebied slechts nieuwbouw wordt voorzien die al mogelijk is gemaakt in het bestemmingsplan uit 2002. Er is dus geen sprake van het uitbreiden van verhard oppervlak door extra bouwmogelijkheden. Derhalve is aanleg van oppervlaktewater bij wijze van compensatie niet aan de orde.

Grondwater

De grondwaterstanden in Haarlem zijn over het algemeen vrij hoog. Om grondwateroverlast te voorkomen zijn dan ook onder een groot aantal wijken drainagesystemen aangelegd. Deze systemen hebben grote invloed op het functioneren van het lokale grondwatersysteem. Het is binnen het plangebied gewenst om onder de openbare weg een grondwaterniveau aan te houden van gemiddeld 70 centimeter onder de kruin van de weg.

Aangezien het Ramplaankwartier vrijwel grenst aan de hoog opgestoven jonge duinen is in potentie schoon opkwellend duinwater beschikbaar. Dit kan grondwatertechnisch complicaties geven.

Waterketen

Het bestemmingsplangebied heeft een gemengd rioolstelsel. Hierin wordt zowel het afvalwater als regenwater verzameld en naar de rioolzuivering gevoerd. Het bestemmingsplangebied leent zich door het consoliderende karakter niet voor een grootschalige vervanging van het gemengde stelsel door een verbeterd gescheiden stelsel. Dit betekent dat de mogelijkheden voor het afkoppelen van schone verharding goed onderzocht en benut moeten worden. Bij het afkoppelen van verharding zullen tevens maatregelen ter voorkoming van uitloging door bouwmaterialen (voornamelijk zink en lood) genomen moeten worden. De gemeente neemt afkoppelkansen mee in de uitwerking van het basisrioleringsplan voor het gebied.

Watertoets

Doel van de watertoets is dat waterhuishoudkundige doelstellingen in beschouwing worden genomen in het bestemmingsplan. Het betrekken van de waterbeheerder bij de planvoorbereiding behoort hier toe.

Het plangebied valt binnen het beheersgebied van het Hoogheemraadschap van Rijnland. In samenwerking met het Hoogheemraadschap van Rijnland is het Integraal Waterplan Haarlem (IWP) opgesteld. Het waterplan dient als beleidskader bij het opstellen van o.a. bestemmingsplannen. Centrale doelstelling van het waterplan is het creëren van een veilig, veerkrachtig en ecologisch gezond watersysteem.

Voor het oppervlaktewaterkwantiteits- en kwaliteitsbeheer van het onderhavige plangebied is het Hoogheemraadschap van Rijnland verantwoordelijk. Ten aanzien van riolering is de gemeente Haarlem verantwoordelijk.

In het kader van het wettelijke vooroverleg zal het hoogheemraadschap uitgenodigd worden te reageren op het concept ontwerp bestemmingsplan. De overlegreactie zal te zijner tijd verwerkt worden in het bestemmingsplan.

Waterkwantiteit

Het boezemstelsel heeft op de eerste plaats een belangrijke functie voor het op orde houden van de waterkwantiteit. In een situatie van wateroverschot wordt in het boezemstelsel water afgevoerd via het Spaarne en bij Spaarndam uitgemalen op het Noordzeekanaal. In een situatie van watertekort wordt water via de Ringvaart aangevoerd. Vanwege het zoutgehalte wordt geen water ingelaten vanuit het Noordzeekanaal.

In Rijnlands boezem wordt het waterpeil 0,60m -NAP gehandhaafd.

Uit het aangrenzende hoger gelegen gebied met opgestoven jonge duinen is aanvoer van schoon grondwater mogelijk. Nu de drinkwaterwinning in de aangrenzende duinen geheel is gestopt, zijn veranderingen in grondwaterstromen mogelijk.

Een algemene verplichting met betrekking tot de waterkwantiteit is het compenseren van een toename van verharding (wegen, gebouwen). Indien verharding in een plangebied toeneemt zullen waterhuishoudkundige maatregelen getroffen moeten worden om waterbezwaar als gevolg van toegenomen verharding te voorkomen. Wanneer meer dan 500 m2 onverhard oppervlak omgezet wordt naar verhard oppervlak, dient 15 procent van dit verhard oppervlak als oppervlaktewater te worden aangebracht. In het bestemmingsplan Ramplaankwartier wordt (naast de bouwmogelijkheden die in het bestemmingsplan uit 2002 mogelijk werden gemaakt) niet voorzien in een toename verharding door grootschalige extra bouwmogelijkheden. Er worden dan ook geen compenserende maatregelen opgenomen op het gebied van waterhuishouding.

Waterkwaliteit

De waterbodems van de Haarlemse boezemwateren zijn over het algemeen matig tot zwaar verontreinigd. De kwaliteit valt voor het grootste deel in verontreinigingsklasse 3 en 4. De klassebepalende parameter betreft in de meeste gevallen de gehalten zware metalen, met name zink. De belangrijkste emissies die debet zijn aan de verontreinigingen in de waterbodems zijn de riooloverstorten, directe lozingen, oeverbeschoeiïng, uitloging bouwmetalen, afspoeling van verhard oppervlak en inlaatwater.

De situatie in het westelijke Tuinbouwgebied is uitzonderlijk vergeleken met de rest van Haarlem. Nu in de aangrenzende duinen de winning van drinkwater is gestopt, is er meer uitstromen schoon grondwater uit de jonge duinen richting Houtvaart. Door de aanwezigheid van oppervlakkig horizontaal bewegend schoon grondwater zijn er unieke kansen voor het waterleven en de oevervegetatie. In dit deel van Haarlem komen nog soorten planten spontaan voor die elders in Haarlem vrijwel zijn verdwenen of kunstmatig zijn herplant, zoals moerasspirea, valeriaan, ijle zegge en geoord helmkruid. Door de hoge ecologische potenties in dit plangebied is het afkoppelen van riool van de boezem en het handhaven van de regels ter bescherming van de waterkwaliteit hier van grotere prioriteit dan in de meeste andere delen van Haarlem.

Afkoppeling verhard oppervlak

Enkele malen per jaar treden bij piekbelasting (extreme regenbuien) riooloverstorten in werking. Aangezien dit de waterkwaliteit niet ten goede komt, stimuleert het Hoogheemraadschap van Rijnland het afkoppelen van verharde oppervlakken.

Dit is in lijn met de gezamenlijke doelstelling van het rijk, provincies, gemeenten en waterschappen om het water eerst vast te houden, dan te bergen en vervolgens af te voeren. Voor het afkoppelen van wegen en overig verhard oppervlak hanteert Rijnland de 'Beslisboom aan- en afkoppelen verharde oppervlakten' van de Werkgroep Riolering West-Nederland als richtlijn. Bij het afkoppelen van schoon hemelwater van dakoppervlakken en bij (nieuw)bouwactiviteiten hanteren Rijnland en de gemeente Haarlem de uitgangspunten van nationale pakketten duurzame stedenbouw en duurzaam bouwen. Van belang is bijvoorbeeld het uitgangspunt dat bij de bouw de toepassing van uitloogbare metalen zoveel mogelijk voorkomen dient te worden zodat minder verontreinigde stoffen in het watersysteem terecht komen.