Plan: | Bomenbuurt |
---|---|
Plannummer: | BP6080005 |
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0392.BP6080005-0003 |
Met de goedkeuring van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg heeft de gemeente er vanaf 1 september 2007 een aantal nieuwe verplichtingen bij gekregen met betrekking tot de zorg voor het archeologische erfgoed. In de wetgeving is opgenomen dat gemeenten bij het opstellen van bestemmingsplannen rekening moeten houden met in de grond aanwezige dan wel te verwachten archeologische waarden. Ook is bepaald dat in een bestemmingsplan regelingen kunnen worden opgenomen ten behoeve van het beschermen van archeologische waarden. Aangezien de verantwoordelijkheid voor het archeologische erfgoed wordt gedecentraliseerd dienen de gemeenten hun eigen beleid te ontwikkelen. In dit kader heeft de gemeente Haarlem het initiatief genomen tot de ontwikkeling van diverse maatregelen, waardoor archeologie meer onderdeel van het planologische instrumentarium wordt. De uitgangspunten voor gemeentelijke beslissingen om op een werkbare en doelmatige manier zorg te dragen voor het Haarlemse bodemarchief zijn vastgelegd in de Beleidsnota Archeologie met bijbehorende beleidskaart (zie hoofdstuk 4).
Het huidige Haarlem ligt zowel op de oudste strandwal, 56 eeuwen geleden ontstaan, als de op een na oudste strandwal van Nederland. Op deze strandwallen bouwden jagers en vissers in de nieuwe steentijd (vanaf 3600 v. Chr.) eenvoudige onderkomens. Vanaf de bronstijd (2000-800 v. Chr.) legden de mensen akkers aan en bouwden ze boerderijen. Vele eeuwen later, in de Karolingische tijd (7e-8e eeuw n. Chr.), onstond op een strategische plek aan het Spaarne de nederzetting Harulahem. Harulahem, wat huis(en) op een open plek in een op zandgrond gelegen bos betekent, is later verbasterd tot Haarlem. Haarlem ontwikkelde zich al snel tot een belangrijke stad in Holland en kreeg in 1245 stadsrechten. De resten van woningen, huisraad en andere sporen van vroegere bewoning zijn in de loop der eeuwen door natuurlijke processen en kunstmatige ophogingen verborgen geraakt in de Haarlemse bodem. Zo is Haarlemse bodem een opeenstapeling geworden van diverse lagen van 56 eeuwen bewoningsgeschiedenis.
Beleid ten aanzien van archeologie
Gemeenten zijn wettelijk verantwoordelijk voor het behoud van het eigen bodemarchief. Het rijke bodemarchief van Haarlem maakt het niet alleen noodzakelijk, maar ook zeer wenselijk om een gemeentelijk archeologiebeleid te voeren. De uitgangspunten voor gemeentelijke beslissingen zijn vastgelegd in een beleidsnota archeologie. De archeologische verwachtingen die voor het Haarlems grondgebied gelden zijn vertaald naar de Archeologische Beleidskaart Haarlem. De kaart geeft aan in welke gebieden bodemverstorende activiteiten van een bepaalde omvang vergunningplichtig zijn. Dit wordt aangegeven in de vorm van verschillende categorieën. Voor elk van deze categorieën heeft de gemeente bepaald vanaf welke planomvang rekening gehouden moet worden met het (laten) opstellen van een archeologisch rapport, het zogeheten regime.
De regimes gelden voor bodemroerende activiteiten die plaats zullen vinden in het kader van plannen waarvoor het vereist is om het volgende aan te vragen:
De gebieden die zijn weergegeven op de ABH worden in bestemmingsplannen opgenomen met de dubbelbestemming 'Waarde - archeologie'. In de planregels worden de relevante begrippen gedefinieerd en wordt aangegeven welke archeologische voorwaarden aan een reguliere omgevingsvergunning of aanlegvergunning kunnen worden verbonden.
Archeologische verwachting plangebied
Rijks- en provinciale kaarten archeologie
Het plangebied staat op de Archeologische Monumenten Kaart van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed gedeeltelijk aangegeven als terrein van archeologische waarde en gedeeltelijk als terrein van hoge archeologische waarde (het Huis ter Kleef ) Er zijn diverse waarnemingen geregistreerd van archeologische resten die dateren uit de Middeleewen en de Nieuwe Tijd. Op de Indicatieve Kaart Archeologische waarden van de Rijksdienst heeft het plangebied gedeeltelijk een hoge, en gedeeltelijk een middelhoge verwachtingswaarde, dat wil zeggen dat de kans op het aantreffen van archeologische waarden hoog en middelhoog wordt geacht.
Afbeelding 4.3 Detail Archeologische Beleidskaart Haarlem (ABH)Rood: categorie 2; oranje: categorie 3; wit: categorie 5
Het plangebied behoort volgens de voorlopige Archeologische Beleidskaart Haarlem tot categorieën 2, 3 en 5.
Categorie 2 (rood)
In de gebieden die tot categorie 2 behoren geldt de regel dat bij plannen waarbij bodemverstorende activiteiten plaatsvinden van meer dan 50 m² (totale oppervlakte) en dieper dan 30 cm onder het maaiveld een archeologisch rapport dient te worden overlegd.
Categorie 3 (oranje)
In de gebieden die tot categorie 3 behoren geldt de regel dat bij plannen waarbij bodemverstorende activiteiten plaatsvinden van meer dan 500 m² (totale oppervlakte) en dieper dan 30 cm onder het maaiveld een archeologisch rapport dient te worden overlegd.
Categorie 5 (grijs)
In de gebieden die tot categorie 5 behoren geldt de regel dat bij plannen waarbij bodemverstorende activiteiten plaatsvinden van meer dan 10.000 m² (totale oppervlakte) en dieper dan 30 cm onder het maaiveld een archeologisch rapport dient te worden overlegd.
Het westelijk deel (het grijs gekleurde deel op de uitsnede ABH) van het plangebied bevindt zich op de strandvlakte van de Haarlemse strandwal. Het oostelijk deel ligt op de Haarlemse strandwal (het oranje gekleurde deel op de ABH) . De rood gekleurde delen geven de locatie aan waar vroeger huisplaatsen en buitenplaatsen gelegen waren.
Voor het westelijk deel van het plangebied (grijs), dat gelegen is op de strandvlakte grenzend aan de Haarlemse strandwal, geldt voor alle perioden tot de Late Middeleeuwen een lage archeologische verwachting. Als gevolg van een relatief lage ligging in het landschap was het een nat gebied en daarmee niet aantrekkelijk voor bewoning en/of landbouw. Vermoedelijk werd de strandvlakte in de Late Middeleeuwen of Nieuwe tijd ontwaterd en ontgonnen. De te verwachten vondsten, met name uit de periode 17e-19e eeuw, kunnen zich reeds binnen enkele decimeters onder de oppervlakte bevinden en bestaan uit fundamenten van huizen, ophogingen, waterputten, beerputten, gemetselde riolering en gebruiksvoorwerpen.
Voor het oostelijk deel (oranje) geldt voor de periode vanaf het Laat Neolithicum tot en met de Vroege Middeleeuwen een hoge archeologische verwachting. Als gevolg van een relatief hoge ligging in het landschap en de gemakkelijk bewerkbare gronden was het gebied aantrekkelijk voor bewoning en landbouw. Op de Haarlemse strandwal zijn overal in Haarlem sporen van nederzettingslocaties en/of akkerarealen gevonden aangetroffen. Ondiepe resten zullen naar verwachting als gevolg bewonings- en landbouwactiviteiten verloren zijn gegaan. Diepere resten kunnen nog wel geheel of gedeeltelijk bewaard zijn gebleven.
De rode vlakken in het plangebied zijn plaatsen van vroegere huis- en buitenplaatsen die op oude kaarten en in geschreven bronnen staan vermeld. Hier kunnen resten worden aangetroffen die behoren bij de bewoning op deze plaatsen. Voorbeelden hiervan zijn het Huis ter Kleef en het Huis te Zaanen. Het Huis ter Kleef was een versterkt huis en is gebouwd rond 1250. In 1573 werd het, gedurende de Tachtigjarige Oorlog, opgeblazen. Momenteel is op het een terrein alleeen nog een ruine. Er bevinden zich nog archeologische resten in de ondergrond. Het terrein levert zowel in wetenschappelijk als cultuurhistorisch opzicht een belangrijke bijdrage aan de bewoningsgeschiedenis van het gebied en dient daarom behouden te blijven. Het Huis te Zaanen is een verstrekt huis van de Heren van Haarlem. En werd vermoedelijk in de 13e eeuw gebouwd. Ondanks historische bronnen is nog weinig bekend over de bouw en ontwikkeling van het huis.