direct naar inhoud van 3.2 Gemeentelijk beleid
Plan: Bomenbuurt
Plannummer: BP6080005
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0392.BP6080005-0003

3.2 Gemeentelijk beleid

3.2.1 Structuurplan

De gemeenteraad van Haarlem heeft op 20 april 2005 het Structuurplan Haarlem 2020 vastgesteld. Dit plan geeft op hoofdlijnen de ruimtelijke ontwikkeling van de stad voor de komende 15 jaar. Ambities en wensen over gebruik van de (beperkte) ruimte zijn hierin vastgelegd. In de toekomst wil Haarlem de bestaande aantrekkelijkheid behouden en verder uitbouwen. Haarlem wil voor zijn inwoners een levendige en veilige stad zijn met veel aandacht voor een leefbare woonomgeving en voldoende voorzieningen voor alle leeftijdsgroepen. Voor bedrijven moet Haarlem nog interessanter worden als vestigingsplaats. De strategische ligging vlakbij Schiphol, Amsterdam en IJmond, de goede bereikbaarheid over de weg en per openbaar vervoer, en de aanwezigheid van een hoogopgeleide beroepsbevolking spelen daarbij een cruciale rol.

afbeelding "i_NL.IMRO.0392.BP6080005-0003_0014.png"

Afbeelding 3.1, Uitsnede Structuurplankaart 2020

Buurtindentiteit

Relevant voor het plangebied Bomenbuurt is het geformuleerde beleid ten aanzien van de woonwijken. In deze gebieden wordt met name ingezet op het speerpunt 'Duurzaam goed wonen'. Voorop staat verschillen tussen wijken te handhaven of sterker tot uiting te laten komen (buurtidentiteit). De nadruk ligt op versterking van de eigen buurtidentiteit. De opgave is een balans te scheppen tussen de gewenste mate van differentiatie binnen de stad en behoud van eigenheid in de buurten. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de knooppunten in de stad vindt hier geen toevoeging van een substantieel programma plaats. Het Structuurplan streeft naar een hoogwaardige leefomgeving door aandacht te besteden aan, en waar mogelijk oplossingen aan te dragen voor ruimte voor ontmoeting, leefbaarheid en levendigheid. In het Structuurplan is het gehele plangebied aangeduid als 'waardevolle bebouwing'.

Woonwerk-assen

De randen langs de meeste wegen met een doorgaande functie en een aantal wegen met een centrale rol voor een buurt of stadsdeel zijn geschikt voor ontwikkeling tot woonwerk-assen. Vaak is hier al een gemengd karakter. Dit kan groeien tot as met een stedelijk karakter en een kenmerkend profiel. Binnen het plangebied is geen woonwerk-as aanwezig.

Groen en water

De doelstelling voor de ontwikkeling van het groen netwerk in Haarlem is tweevoudig: versterking van groen met vooral ecologische waarden en versterking van groen met vooral stedelijke waarden. De Kleverlaanzone maakt deel uit van de bestaande groene dwarsverbanden. Voor deze zone wordt gestreefd naar versterking van de ecologische waarden en aanpassing van de waterverbindingen.

Verkeer

De Delftlaan maakt deel uit van de hoofdstructuur autoverkeer. Voor het fietsverkeer wordt gestreefd naar een nieuwe fietsverbinding binnen de Kleverparkzone. Aan de Rijksstraatweg wordt voorzien in een nieuwe halteplaats HOV.

3.2.2 Nota Ruimtelijke kwaliteit

In de nota Ruimtelijke Kwaliteit (2012) wordt een integrale stadsbrede visie gegeven op ruimtelijke kwaliteit die voor ieder nieuw ruimtelijk plan de basis vormt. Met de visie wil Haarlem kernachtig uitdragen waar haar kracht en haar ambitie ligt. De relatie tussen duurzaamheid, in de zin van toekomstbestendigheid en de kwaliteit van de leefomgeving, cultuurhistorie en ruimtelijke kwaliteit is een belangrijk thema van de visie. Er zijn tien gouden regels geformuleerd die een prioriteit voor ruimtelijke ontwikkeling in Haarlem uitspreken.

Voor het plangebied Bomenbuurt dat naar verwachting de status kan krijgen van beschermd stadsgezicht geldt de beschermende regie. De beschermende regie is gericht op het behouden en versterken van de zichtbare relatie tussen geschiedenis, (inrichting van de) openbare ruimte, architectuur en functie. Die herkenbaarheid maakt de stedelijke ruimte tot een prettige plek om te bezoeken en om in te wonen. De regie is behoudend en gedetailleerd. De bij het beschermd gezicht behorende toelichting vormt de basis van de criteria. Het gebied maakt deel uit van de gebiedstypering '1920-1960': ontworpen, hiërarchisch stratenpatroon waarin stedenbouw, architectuur en openbare ruimte nauw samenhangen. Symmetrische pleinen, gespiegelde straatwanden, wooncomplexen, pleinen en poorten hebben naar één ontwerp gebouwde gevelwanden waarin horizontaliteit overheerst. Overgang privé – openbaar is geleidelijk door erkers, voortuinen met (gemetselde) erfafscheidingen. Ambachtelijk materiaalgebruik, veel siermetselwerk.

Voorts maakt het zuidelijk deel van de Bomenbuurt deel uit van de gebiedstypering 'Stedelijk groen': Grote stadsparken/bossen die als recreatiegebied fungeren, begraafplaatsen, sportcomplexen. Groen gebied met daarin incidentele, solitaire bebouwing. Daarin grote diversiteit in afmeting, vorm en uitwerking. Bebouwing vaak kleinschalig, onopvallend en sober, maar elders representatief en grootschaliger.

Voor de Kleverlaan, Schoterweg, Zaanenlaan en Delftweg en enkele bijzondere plekken en pleinen geldt een bijzondere regie. Voor de openbare ruimte van de lange lijnen betekent bijzondere regie dat ontwikkelingen van een klein stukje van de lijn altijd in het grotere geheel worden bekeken. De opgave is voldoende samenhang in het lengteprofiel te creëren (door bomen, verlichting, detaillering margestroken) zodat afwisseling in het breedte profiel mogelijk is. De beoordelingskaders voor openbare ruimte van de structuurlijnen geven hiervoor concrete criteria. De Kleverlaan, Schoterweg en Zaanenlaan hebben als typering 'Historische route': Het netwerk van historische lange lijnen bevat oude topografische routes en oude toegangswegen tot de stad die nu opgenomen in het stedelijk netwerk de ontstaansgeschiedenis van de stad verbeelden. Vaak samenvallend met de verschillende functionele lijnen door de stad zijn het die routes die door de stadsbewoners (ook nu nog) het meest intensief worden gebruikt. De bijzondere plekken en pleinen vormen stedelijke ruimtes die plek kunnen geven aan ontmoeting, aan sport en spel een verblijf in zijn algemeenheid. Ze vormen ruimtelijke oriëntatiepunten in het stedelijk weefsel en zijn ook vaak functionele knooppunten in het netwerk van routes. Het samenspel tussen bebouwing en ruimte is alles bepalend voor de uiteindelijke beleving en gebruik van de ruimte. Dit alles bij elkaar vormt de gecompliceerde ontwerpopgave die een integrale benadering vanuit alle disciplines. De Delftlaan heeft als gebiedstypering 'Nieuwe routes': De nieuwe lange lijnen zijn van recentere datum. Ontworpen en gedimensioneerd op de verkeersfunctie en vaak gekoppeld aan brede groenstructuren. De nieuwe lijnen liggen veelal in transformatiegebieden en zijn daarmee zelf ook (stedenbouwkundig) aan verandering onderhevig.

In de 'nota dak' is de Bomenbuurt aangegeven als 'Eerste uitbreidingen buiten de vestingsgracht '. "Kleverpark, Bomenbuurt en Planetenwijk:

In de gebieden die van na 1920 dateren, is de bebouwing veelal complexgewijs ontworpen. Dit uit zich in de samenhang van de architectuur, waardoor de panden zichtbaar deel uitmaken van een ensemble op het schaalniveau van het bouwblok. Veelal zijn er op de hoeken van bouwblokken architectonische accenten in de vorm van bijvoorbeeld afwijkende kappen of hogere bebouwing gerealiseerd. Langs hoofdstraten is de bebouwing twee bouwlagen met kap hoog, terwijl in de zijstraten de hoogte beperkt blijft tot één bouwlaag met kap of twee bouwlagen met plat dak. De nokrichting van de kap, een zadel- of een schilddak, loopt evenwijdig aan de as van de straat. Veel daken hebben zowel aan de voor- als achterzijde dakkapellen. Waar de kap ontbreekt wordt vaak per pand een dakopbouw gerealiseerd. De daken worden als zij voorzien zijn van een kap gedekt door matte antraciet kleurige of rode pannen.

3.2.3 Wonen

Haarlem kiest in de Woonvisie Haarlem 2012-2016 (2012) voor behoud en versterking van de aantrekkelijkheid van Haarlem als kwalitatieve goede woonstad. Wonen vormt een belangrijke factor bij de duurzame stedelijke ontwikkeling in Haarlem. Ruimtelijke kwaliteit en behoud groen geldt als uitgangspunt. In de Woonvisie zijn uiteenlopende maatregelen opgesomd die een bijdrage moeten leveren aan de doelstellingen. Daarbij wordt zorgvuldig omgegaan met behoud en versterking van historisch interessante woonwijken en beschermde stadsgezichten.

Haarlem is onderdeel van de Metropoolregio Amsterdam. In dat verband zijn afspraken gemaakt over de regionale woningbouwopgave in het Regionaal Actie Programma (RAP). Hieraan zal Haarlem ook moeten bijdragen.

De grootste uitdaging ligt binnen de bestaande woningvoorraad. Het gaat om verduurzaming van deze voorraad en van de openbare ruimte, leefbaarheid en mobiliteit. Een kleinschaliger, meer organische aanpak past hierbij, met stapsgewijze, flexibele verbeteringen in plaats van grote masterplannen.

Het gemeentelijk woningbeleid heeft op het plangebied Bomenbuurt maar een beperkt effect omdat er geen ruimte is voor grootschalige nieuwbouw of herstructureringsprojecten en behoud van de huidige hoogwaardige stedenbouwkundige kwaliteit voorop staat.

3.2.4 Winkelen

Het winkelbeleid is vastgelegd in de Detailhandelsnota, Haarlem Winkelstad 2002-2012 (2002). Haarlem is de afgelopen jaren een paar keer verkozen tot de beste winkelstad van Nederland. De aantrekkingskracht op dagjesmensen en toeristen is daarom groot. Het beleid van de gemeente heeft tot doel de positie te verstevigen en hieraan bekendheid te geven binnen en buiten de regio. Daarnaast wil de gemeente het fijnmazige netwerk van winkels handhaven zodat iedere Haarlemmer binnen een redelijke afstand van zijn woning de dagelijkse boodschappen kan doen.

Binnen het plangebied komen maar weinig winkels voor. Omdat het gebied een beperkt draagvlak heeft voor eigen voorzieningen zijn de inwoners van de Bomenbuurt vooral aangewezen op voorzieningen elders zoals de Generaal Cronjéstraat. Behoud van de huidige winkels binnen het plangebied is gewenst.

3.2.5 Maatschappelijk

In het Structuurplan Haarlem 2020 zijn gebieden aangewezen die in potentie geschikt of kansrijk zijn om (nieuwe) sociaal-maatschappelijke voorzieningen te vestigen of te clusteren. Haarlem Maatschappelijk op de Kaart (2010) geeft inzicht in de ontwikkeling van aanbod en spreiding van de sociaal maatschappelijke voorzieningen. Tevens geeft het een handvat voor de ontwikkeling of bijstelling van het eigen gemeentelijk accommodatiebeleid, met aanbevelingen voor nieuwe vormen van gecombineerd gebruik of andere keuzen voor locaties en gebruik.op het gebied van welzijn, onderwijs, zorg, cultuur en sport.

Vanuit diverse invalshoeken worden die met elkaar verbonden en wordt een richting gegeven voor ruimtelijke ontwikkelingen voor de komende jaren. Daarmee wordt een koppeling tot stand gebracht tussen sociaal en fysiek.

Concrete keuzen moeten worden uitgewerkt in gebiedsvisies. De visie is een instrument om op meer planmatige wijze maatschappelijke voorzieningen plek te geven in de stad en professionele partijen (veelal uitvoerder) te verleiden en te committeren om er invulling aan te geven.

In het kader van duurzaamheid is meervoudig ruimtegebruik uitgangspunt. Zo is er is niet alleen maar sprake van een bouwopgave met uitbreidingsbehoefte. Kansen liggen er om de voorzieningenstructuur anders te organiseren waarbij de inzet van multifunctionele accommodaties een belangrijke rol speelt.

Het Strategisch Huisvestingsplan Onderwijs (SHO) geeft richtlijnen voor de verbetering van de onderwijshuisvesting en heeft als doelstelling te komen tot goede voorzieningen op de juiste locaties. Andere doelen zijn verbreding van de functies van de gebouwen en functionele flexibilisering van de gebouwen. Binnen het plangebied wordt uitbreiding voorzien van de openbare basisschool De Wilgenhoek aan de Wilgenstraat 81.Deze uitbreiding wordt mogelijk gemaakt in dit bestemmingsplan.

3.2.6 Verkeer en vervoer

Het Haarlems Verkeers- en Vervoersplan (HVVP) beschrijft het beleid op het gebied van verkeer en vervoer voor een periode van 10 jaar. Het HVVP is een plan op hoofdlijnen. In het plan wordt een beschrijving gegeven van de hoofdstructuren voor het autoverkeer, openbaar vervoer en langzaam verkeer.

Het HVVP heeft twee belangrijke doelstellingen: het vergroten van de leefbaarheid en het verbeteren van de bereikbaarheid. Dit betekent het aantrekkelijk maken van het gebruik van alternatieven voor de auto (fietsen en het gebruik van het openbaar vervoer) en geen nieuwe wegen in de wijken.

Langzaam verkeer

Het HVVP gaat uit van het creëren van verblijfsgebieden met een 30 km/uur beperking, waarbij de doorstroming van het verkeer ondergeschikt is. De fiets neemt in het Haarlemse verkeersbeleid een belangrijke plaats in. De fiets moet voor verplaatsingen binnen Haarlem een groter aandeel krijgen en dat moet ertoe leiden dat de auto voor korte afstanden niet behoeft te worden gebruikt. Hiervoor zet het HVVP in op drie beleidspunten: verbetering van bestaande fietsroutes en voorzieningen, bij kruisingen voorrang geven aan de fiets boven het autoverkeer en uitbreiding van het fietsnetwerk.

Uitgangspunt voor voetgangers zijn goede oversteekvoorzieningen en vermindering van de wachttijden bij verkeerslichten met extra aandacht voor kinderen, ouderen en gehandicapten.

Binnen het bestemmingsplangebied maken de Schoterweg/Rijksstraatweg, Kleverlaan, Delftlaan en het oostelijk gedeelte van de Zaanenlaan deel uit van het hoofdfietsnetwerk HVVP en het westelijk deel van de Zaanenlaan, de Marnixstraat, Stuijvesantstraat/Stuijvesantplein/Pijnboomstraat, Duinoordstraat en Altenastraat/Plataanstraat, deel uit van het secundaire fietsnetwerk HVVP.

Openbaar vervoer

Het HVVP gaat uit van verbetering van de bereikbaarheid door versterking van het regionale openbaar vervoernetwerk, een snellere doorstroming van bussen, het waar nodig faciliteren van de bus in wijken, en behoud van de goede multimodale regionale bereikbaarheid (per fiets, openbaar vervoer en auto).

De Schoterweg/Rijksstraatweg is in het OV-net HVVP opgenomen als bustracé stamlijn; de Marnixstraat/Duinoordstraat/Altenastraat/Plataanstraat als een bustracé ontsluitende lijn.

Autoverkeer

Het autoverkeer wordt via ontsluitingswegen zo direct mogelijk vanuit de verblijfsgebieden naar de randen van het gebied geleid. Dit houdt in dat het verkeer zo snel mogelijk uit de 30 km-gebieden richting de 50 km/u wegen wordt geleid. Doorgaand verkeer zal zoveel mogelijk langs de rand van de stad worden afgewikkeld.

De wijk wordt ontsloten via de Delftlaan die in het HVVP (2003) is aangeduid als gebiedsontsluitingsweg 70 km/h. Dit type heeft een belangrijke functie voor de ontsluiting van het verblijfsgebied maar heeft ook een functie voor het doorgaand verkeer. Voorts wordt het gebied ontsloten door de Kleverlaan en Schoterweg/Rijksstraatweg als gebiedsontsluitingsweg B 50 km/u en door de Marnixstraat/Duinoordstraat/Altenastraat/Plataanstraat als 30 km/u straten met bus, met vooral een functie voor de ontsluiting van het verblijfsgebied.

3.2.7 Water

Integraal Waterplan Haarlem

De gemeente Haarlem en het Hoogheemraadschap van Rijnland hebben eind 2004 het Integraal Waterplan Haarlem vastgesteld. Centrale doelstelling van het Integraal Waterplan is het ontwikkelen en behouden van een veilig, veerkrachtig en ecologisch gezond watersysteem. Het plan functioneert als strategisch kader voor gerelateerde beleidsvelden zoals het grondwater-, afvalwater-, en baggerbeleid. Om ervoor te zorgen dat het Haarlemse waternetwerk bestand is tegen klimaatsverandering (hoger zeeniveau, toename van de hoeveelheid en intensiteit van de neerslag), inklinking van de bodem, en verstedelijking (toename verhard oppervlak) is ruimte voor oppervlaktewater nodig.

Ruimte voor extra oppervlaktewater kan worden gevonden door het verbreden van bestaande watergangen, het graven van nieuwe watergangen en het weer open leggen van gedempte grachten. Doelstelling voor het oppervlaktewater is het creëren van een veilig watersysteem met voldoende afwaterend en bergend vermogen, een adequate doorstroming en maximale benutting van gebiedseigen water. Als streefbeeld heeft de gemeente voor ogen een verbeterd waternetwerk dat uitgebreid is met nieuw water.

Door het Hoogheemraadschap wordt gestreefd naar verbetering van de waterinfrastructuur. Daartoe zijn (concept) streefbeelden 2025 en 2050 opgesteld voor het Waterplan Haarlem. In afbeelding 3.2 wordt een uitsnede van het Streefbeeld 2025 weergegeven. Daarin wordt uitgegaan van nieuwe waterinfrastructuur langs de Heussensstraat/Kweektuinstraat/Achterweg en Ter Spijtstraat.

afbeelding "i_NL.IMRO.0392.BP6080005-0003_0015.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0392.BP6080005-0003_0016.png"

Afbeelding 3.2 Uitsnede streefbeeld waterstructuur 2050 Integraal Waterplan

Gemeentelijk Rioleringsplan

Het GRP is een beleidsmatig en strategisch plan waarin het verbreed rioleringsbeheer (incl. financiën) en de visie op riolering voor de langere termijn worden beschreven. Met het GRP beschikt de gemeente over een instrument om systematisch inzicht te krijgen in de te beheren en onderhouden rioleringsobjecten en de wijze waarop de gemeente invulling geeft aan de wettelijke (milieu)eisen. Door het opstellen van het GRP wordt het verbreed rioleringsbeleid inzichtelijk en toetsbaar. Er zijn vier doelstellingen voor het GRP van toepassing, te weten:

  • het doelmatig inzamelen van het afvalwater en het hemelwater.
  • het transporteren van het rioolwater naar een geschikt lozingspunt.
  • Het zoveel mogelijk voorkomen van wateroverlast.
  • Het beperken van vervuiling door overstorten middels aanleg van randvoorzieningen (o.a. BBB's) en afkoppelen.

Zie verder paragraaf 4.4

3.2.8 Groen

Het Groenstructuurplan (1991) is erop gericht de groenstructuur vast te leggen en te versterken. De hoofdgroenstructuur is tevens vastgelegd in het Structuurplan Haarlem 2020. Doelstelling is zowel versterking van groen met ecologische waarde als van groen met stedelijke waarde. Dit wordt bereikt door het in stand houden en versterken van de bestaande stedelijke hoofdgroenstructuur en de hoofdbomenstructuur; door uitbreiding van (kleinschalig) groen vooral in dichtbebouwde laagbouwwijken met een tekort aan buurtgroen, door het vergroten van de gebruiksintensiteit van het bestaande groen door de inrichting beter af te stemmen op recreatief gebruik en door het verbeteren van de toegankelijkheid en bereikbaarheid voor langzaam verkeer; en door herkenbare, aantrekkelijke en doorgaande recreatieve routes voor langzaam verkeer.

Het plangebied Bomenbuurt heeft met de Kleverlaanzone veel groen langs de Kleverlaan en Schoterweg. Binnen de woonbebouwing liggen diverse groene pleinen.

Bomen vormen een belangrijk tegenwicht voor de verstening van onze leefomgeving, scheppen geborgenheid en maken de stad tot een plek waar mensen willen zijn en elkaar willen ontmoeten. In Haarlem zijn in totaal 58.000 bomen die staan in de plantsoenen, parken en langs straten, begraafplaatsen, kinderboerderijen, sportcomplexen en openbare speelgelegenheden. Het bomenbeleid geeft de visie van de gemeente Haarlem op bomen en schept samenhang in de uitvoering van het bomenbeleid. Doel is te komen tot een gezond, veilig en goed onderhouden bomenbestand. Met het Bomenbeleidsplan 2009-2019 (2010) zijn de hoofdbomenstructuur en de monumentale bomenlijst vastgesteld.

Gezien de tekorten aan stedelijk groen, gerelateerd aan het landelijke gemiddelde dient hoge prioriteit te worden gegeven aan uitbreiding enerzijds en instandhouding anderzijds van het groenareaal. Uitgangspunten voor de bomenstructuur is het maken van een samenhangend structuurbeeld als toetsingskader en als streefbeeld voor een verdere uitbouw en verbetering van het Haarlemse bomenbestand. De kwaliteit van het bomenbestand dient te worden verbeterd. Dit betekent onder meer het toepassen van ecologisch waardevolle soorten met een lange looptijd, het verbeteren van de standplaatsen en het uitbreiden van de onderhoudsintensiteit.

De bomen binnen het plangebied langs de Kleverlaan, Schoterweg, Rijksstraatweg, Zaanenlaan en Delftlaan maken onderdeel uit van de hoofdbomenstructuur op stadsniveau; de bomen langs de Marnixstraat, Duinoordstraat, Altenastraat, Plataanstraat, Stuijvesantstraat, Stuijvesantplein en Pijnboomstraat maken deel uit van de hoofdbomenstructuur op wijkniveau. De hoofdbomenstructuur betreft lijnen die ruimtelijk en functioneel van belang zijn.

afbeelding "i_NL.IMRO.0392.BP6080005-0003_0017.png"

Afbeelding 3.3: Hoofdbomenstructuur

Oude en bijzondere bomen zijn zeer beeld- en sfeerbepalend en geven een extra dimensie aan de openbare ruimte. Oude bomen dragen de omgevingsgeschiedenis van vele jaren met zich mee. Daarom wil gemeente Haarlem deze monumentale bomen extra beschermen. Hiervoor zijn alle gemeentelijke monumentale bomen geïnventariseerd en op de Haarlemse Monumentale Bomenlijst (2009) geplaatst. Het betreft bomen van minimaal 80 jaar dan wel herdenkingsbomen of bomen met een grote dendrologische waarde (zeldzame soort of variëteit of bijzondere natuurlijke groeivorm). De bomen zijn beeldbepalend en/of hebben een cultuurhistorische waarde (herdenkingsbomen, markeringsbomen, kruis/kapelbomen, bijzondere snoeivormen) en/of natuurwaarde (er leven zeldzame planten of dieren in), en de minimale levensverwachting is 10 jaar.

Vanwege de waarden van monumentale bomen zal in beginsel geen kapvergunning worden verleend, tenzij sprake is van een ernstige bedreiging van de openbare veiligheid, noodtoestand of bijzondere situatie (zie artikel 5.1 Bomenverordening Haarlem).

3.2.9 Sport en recreatie

Recreatie speelt een belangrijke rol in onze samenleving. De gemeente richt zich hierbij op de zorg voor voldoende recreatievoorzieningen dicht bij huis en de bereikbaarheid van recreatievoorzieningen voor de gebruikers. In de Recreatienota (1997) wordt langzaam verkeer voor recreatieve doeleinden gestimuleerd. Haarlem is omgeven door waardevolle natuur- en recreatiegebieden. De duingebieden, het recreatiegebied Spaarnwoude en het groengebied Haarlemmermeer vervullen een belangrijke functie voor de recreërende Haarlemmer. Met betrekking tot het ontwikkelen van recreatieve waarden sluit de Recreatienota aan op de uitgangspunten van het Groenstructuurplan.

Haarlem stimuleert een gezonde en verantwoorde sportbeoefening. Sport wordt ingezet als middel om een aanvullende bijdrage te leveren aan de sociaalmaatschappelijke cohesie en op beleidsterreinen als volksgezondheid, jeugd- en jongerenwerk en integratie. De afgelopen jaren heeft de gemeente Haarlem veel geïnvesteerd in haar sportbeleid om sporten voor Haarlemmers toegankelijk, laagdrempelig en uitdagend te maken. De gemeente zal zich op basis van Haarlem Sport! Agenda voor de Sport 2010-2014 (2010) vanuit de volgende invalshoeken inzetten op het vergroten van de sportparticipatie:

  • Breedtesportontwikkeling: Hierbij wordt de nadruk gelegd op specifieke doelgroepen (ouderen, kinderen uit aandachtswijken, allochtone vrouwen, VMBO-scholieren, kinderen op het speciaal onderwijs) en op de ondersteuning van het sportverenigingsleven, de samenwerking met het onderwijs, schoolsporttoernooien en de organisatie van (breedte)sport-evenementen;
  • Topsport en talentontwikkeling;
  • Commerciële sport: Hierbij gaat de aandacht uit naar het stimuleren van het gebruik van sportfaciliteiten binnen de eigen wijk;
  • Sport, recreatie en gezondheid: Hierbij wordt de nadruk gelegd op gezondheid. Zo zal een minimale beweegnorm in het basisonderwijs gehaald moeten worden, en zal de gemeente zorg moeten dragen voor goede en aantrekkelijke (hard)loop-, fiets- en kanoroutes zodat de Haarlemmer op een recreatieve manier kan bewegen;
  • Optimalisering sportaccommodaties: Hierbij geldt dat er aandacht moet zijn voor de kwaliteit en gevarieerdheid van het aanbod, aanbod in de wijk en multifunctionele inzetbaarheid van accommodaties. Zowel spreiding van de accommodaties en faciliteiten over de stad en onder de verenigingen als het gedrag van de gebruikers zijn van belang.

Binnen het plangebied liggen tussen de Heussensstraat, Jan Haringstraat, Kleverlaan en Delftlaan een aantal sportvelden.

Een goed spreiding van speelvoorzieningen zowel op buurt-, wijk- als stadsdeelniveau is gewenst. In het Speelruimteplan Haarlem (2000) wordt in eerste instantie gemikt op bespeelbare open ruimte, in tweede instantie gaat het om speeltoestellen. Formele speelplaatsen zijn vooral gewenst waar de informele speelruimte onvoldoende aanwezig is of de openbare ruimte ongeschikt is om te spelen.

Verspreid over het plangebied zijn er speelvoorzieningen op het Voorbergplein, Elzenplein, Delftlaan, Meidoornplein, Blekenbergplein en Raadhuisplein. Het aantal speelvoorzieningen is niet groot en de speelwaarde is laag. Vijf daarvan liggen ten westen van de Marnixstraat; slechts een aan de oostzijde Raadhuisplein. Gestreefd wordt naar een toevoeging van speelvoorzieningen op bestaande plantsoenen aan de oostzijde van de Marnixstraat (Berkenstraat, Kastanjestraat en Cederstraat).

3.2.10 Archeologie

Rijksbeleid

De belangrijkste uitgangspunten van de wetgeving voor de archeologische monumentenzorg zijn:

  • Het behoud van archeologische waarden in de bodem;
  • De initiatiefnemer van het project dat tot bodemverstoring leidt, betaalt de kosten van archeologisch onderzoek; en
  • De zorg voor het archeologisch erfgoed wordt vroegtijdig geïntegreerd in de procedures van de ruimtelijke ordening.

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) beheert de Archeologische Monumenten Kaart (AMK). Deze kaart bevat een overzicht van belangrijke archeologische terreinen in Nederland. De terreinen zijn beoordeeld op verschillende criteria en ingedeeld in diverse categorieën archeologische waarden. In aanvulling op de AMK is er de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW). De IKAW geeft voor heel Nederland, inclusief de bodems van grote wateren, de kans aan op het aantreffen van archeologische resten bij werkzaamheden in de bodem. Die trefkans is aangegeven in vier categorieën: een hoge, matige, lage en zeer lage trefkans.

Provinciaal beleid

Het archeologisch beleid van het provinciaal bestuur van Noord-Holland is vastgelegd in het Cultuurconvenant tussen het rijk en de provincie Noord-Holland, de Provinciale Cultuurnota en de Cultuurhistorische Regio-profielen. Het beleid is gebaseerd op wettelijke verplichtingen en autonoom cultuurhistorisch provinciaal beleid.

Een belangrijk instrument voor het provinciaal beleid is de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW). De CHW heeft een archeologische kaartlaag. De terreinen die op deze kaartlaag staan moeten vanuit cultuurhistorisch oogpunt bescherming krijgen. Daarom moet de gemeente in de ruimtelijke afweging rekening houden met deze terreinen.

Gemeentelijk beleid

Met de goedkeuring van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg heeft de gemeente er vanaf 1 september 2007 een aantal nieuwe verplichtingen bij gekregen met betrekking tot de zorg voor het archeologische erfgoed. In de wetgeving is opgenomen dat gemeenten bij het opstellen van bestemmingsplannen rekening moeten houden met in de grond aanwezige dan wel te verwachten archeologische waarden. Ook is bepaald dat in een bestemmingsplan regelingen kunnen worden opgenomen ten behoeve van het beschermen van archeologische waarden. Aangezien de verantwoordelijkheid voor het archeologische erfgoed wordt gedecentraliseerd dienen de gemeenten hun eigen beleid te ontwikkelen. In dit kader heeft de gemeente Haarlem het initiatief genomen tot de ontwikkeling van diverse maatregelen waardoor archeologie meer onderdeel van het planologische instrumentarium wordt. De uitgangspunten voor gemeentelijke beslissingen om op een werkbare en doelmatige manier zorg te dragen voor het Haarlemse bodemarchief zijn vastgelegd in de Beleidsnota Archeologie (2009) met bijbehorende beleidskaart.

3.2.11 Gebiedsvisie Kleverlaanzone

Voor de groene oost-west verbindingszone in zuidelijk deel van het plangebied tussen Kleverlaan en Heussenstraat/Kweektuinstraat/Achterweg en de bebouwing aan de Pijnboomstraat is een Gebiedsvisie Kleverlaanzone vastgesteld. Met de gebiedsvisie worden de ruimtelijke kaders aangegeven voor de herontwikkeling van het perceel van de voormalige stadskweektuin, in samenhang met behoud en versterking van de aanwezige monumentale, groene, recreatieve en educatieve kwaliteiten van de gehele Kleverlaanzone. De Delftlaan vormt samen met de spoorlijn en de aanwezige bebouwing een barrière tussen het duingebied en het Noorder Buiten Spaarne in Haarlem Noord. Ter hoogte van de Kleverlaan is er op de langere termijn de ambitie een 'groene' verbinding te realiseren die meer is dan een zichtrelatie. De in het Structuurplan en Integraal Waterplan gewenste groene waterverbinding tussen Kleverlaanzone en het Spaarne kan op de lange termijn in samenhang met de wens binnen de stenige Indischebuurt en Transvaalbuurt meer openbare ruimte te realiseren, worden meegenomen.

Deelgebied 1: Begraafpark Kleverlaan

Het begraafpark, een rijksmonument, is de oudste begraafplaats van Haarlem (circa 1830) en is ontworpen als een landschappelijk park met kronkelende paden, weelderig groen met vijvers, waterpartijen en een aantal kenmerkende gebouwen. Het is naast een begraafplaats ook een plek om te wandelen. Het begraafpark is alleen toegankelijk vanaf de Kleverlaan en heeft naar buiten toe een gesloten uitstraling door dichte begroeiing, hoge hekwerken, hagen en hoogteverschillen. Dit geeft naast geslotenheid ook intimiteit.

Deelgebied 2: Stadskweektuin

Dit deelgebied wordt gekenmerkt door de ruïne van Huis ter Kleef, een rijksmonument, waarvan alleen een deel van de voorburcht, de voormalige kaatsbaan, nog overeind staat. Er is sprake van een gevarieerde en bijzondere flora in het gebied door de aanwezigheid van een aantal tuinen en een tropische kas. De bebouwing is in gebruik als kantoor voor onder andere het Natuur- en Milieueducatiecentrum (NME). Er is een vogelhospitaal aan de Kweektuinstraat en een kinderboerderij. Door zijn veelheid en verscheidenheid aan functies en activiteiten voor iedereen is het gebied van grote waarde voor Haarlem en verschilt daarin duidelijk van de andere deelgebieden.

Deelgebied 3: Schoterveenpolder

De Schoterveenpolder was oorspronkelijk een polder van circa 205 hectare, bemaald door de aanwezige wipmolen. Door de realisatie van met name woningbouw in de jaren 1920/30 is de polder nog ongeveer 4 hectare groot. Door de open landschappelijke uitstraling met de molen als duidelijk herkenningspunt heeft dit deelgebied een belangrijke functie voor de herkenbaarheid van de Kleverlaanzone. Binnen het gebied bevindt zich naast de polder een school/doetuinencomplex en een speeltuin. De tuinen liggen meer gesloten in het gebied. De bebouwing, het wooncomplex Huis ter Cleeff, behoort tot de uitbreiding van de Kleverparkbuurt en heeft een hoge beeldbepalende waarde.

Deelgebied 4: Sportcomplex

Dit deelgebied bestaat uit een openbaar sport/speelveld, een gezondheidscentrum en twee korfbalverenigingen met speelvelden. Het gebied heeft een open uitstraling en is van (ecologisch) belang door de ligging tegen het buitengebied richting de duinen. De Kleverlaanzone wordt hiervan gescheiden door de Westelijke Randweg en bebouwing. De open structuur biedt een bijzonder zicht richting de Schoterveenpolder, de molen en de randbebouwing uit de jaren 1920/30.

afbeelding "i_NL.IMRO.0392.BP6080005-0003_0018.jpg"

Afbeelding 3.5 Gebiedsvisie Kleverlaanzone

Uit analyse en participatie is geconcludeerd dat er voor de Kleverlaanzone gefaseerd vier gewenste ingrepen kunnen worden gerealiseerd die voldoen aan de gestelde randvoorwaarden en die op termijn de gestelde ambities waarmaken.

Langzaam verkeersroute Oost - West

Door het gehele plangebied wordt een recreatieve groene wandel- en gedeeltelijk fietsroute voorgesteld die de verschillende gebieden met elkaar verbindt. Voor het Begraafpark wordt niet uitgegaan van nieuw wandelpaden of fietsroute, maar van een nieuwe (te openen) entree(s). Voor de Stadskweektuin wordt uitgegaan van een nieuwe wandelroute door het gebied. Voor de Schoterveenpolder wordt niet uitgegaan van een nieuwe route; de Van Dortstraat vormt hier de wandel- en fietsroute. Voor het sportcomplex is in de gebiedsvisie uitgegaan van een wandelroute tussen de Van Dortstraat en de Delftlaan met een extra entree voor het sportcomplex.

Waterverbinding De Delft - Ripperda

Door de voormalige Stadskweektuin wordt een nieuwe open waterverbinding aangelegd. Deze loopt vanaf de hoek Ter Spijtstraat - Kleverlaan, waar het water ondergronds aansluit op het water rond de Ripperda, en sluit aan op het water rond de Schoterveenpolder aan de kant van de Kweektuinstraat. Vanaf de Schoterveenpolder tot de Delft wordt op langere termijn een aansluiting gerealiseerd rekening houdend met de verschillende waterpeilen in het gebied.

Entrees Begraafpark

Door de bestaande entree aan de Schoterweg tegenover het Julianapark te openen en een nieuwe entree te realiseren aan de Ter Spijtstraat wordt een rustig wandelgebied beter toegankelijk en verbonden met de Stadskweektuin. De groene oost-westrelatie wordt versterkt. Er verandert niets aan de ligging van de wandelpaden door het gebied. Bij uitwerking worden afspraken gemaakt over de openingstijden en toezicht op het begraafpark en de manier waarop de entrees worden vormgegeven om fietsverkeer tegen te gaan.

Ter Spijtstraat: alleen langzaam verkeer

Uitgegaan wordt van het op termijn afsluiten van de Ter Spijtstraat voor autoverkeer en parkeren. Deze ingreep maakt het mogelijk de ‘groene’ relatie tussen de Stadskweektuin en het begraafpark te versterken. De Ter Spijtstraat wordt een rustige laan ingebed in water en groen. Deze ingreep heeft een directe relatie met de entrees van het begraafpark.

Uitwerking deelgebied Stadskweektuin

Voor de ontwikkeling van het deelgebied Stadskweektuin wordt op basis van de participatie, randvoorwaarden en financiële haalbaarheid voor de korte termijn gekozen voor een openbaar toegankelijk Groenpark met op termijn een ontwikkeling naar Waterpark. Afhankelijk van de groei van het duurzaamheidscentrum worden de ecologische mogelijkheden met water gestaag uitgebreid. Voor het laten functioneren van duurzame items waarbij kringlopen centraal staan, zijn ideeën zoals een grote verscheidenheid aan tuinen mogelijk mits deze een kleinschalig en een openbaar toegankelijk karakter hebben.

Korte termijn (5 jaar)

Uitgegaan wordt van vestiging van een duurzaamheidscentrum in het gebouw waar nu het centrum voor Natuur- en Milieueducatie (NME) is gevestigd, het grote witte gebouw aan de Kleverlaanzijde van het complex. In dit duurzaamheidscentrum zullen voorbeelden worden getoond van kringlopen (water, voedsel, energie) in de hele Kleverlaanzone. De bestaande dienstwoning wordt hét voorbeeld van een duurzame jaren dertig woning in Haarlem-Noord. Ongeveer de helft van de kassen wordt gesloopt voor park- en wateraanleg. Het gedeelte dat blijft staan wordt voorlopig verhuurd ten behoeve van onder andere groenteteelt, (doe-, bloemen-, eco-)tuinen met een verkooppunt en/of expositieruimte in het kader van. duurzaamheid. Verder wordt ruimte geboden aan een zelfstandige (maximaal categorie 2 en maximaal 880 m2 BVO) horecavestiging, in het gebied waar nu kassen staan of in de bestaande bebouwing, van het NME of de voormalige kaatsbaan. Verder is er in het gebied ruimte voor (duurzame) nieuwbouw van het vogelhospitaal, welke (bouw)mogelijkheid middels een wijzigingsbevoegdheid kan worden verwijderd indien er buiten het plangebied een vervangende locatie is gevonden. Uitgangspunt vormt het gegeven dat er sprake is van rood voor rood in plaats van rood voor groen. Het bestaande bebouwde oppervlak in het gebied van de Stadskweektuin zal dus niet toenrmen.

Het gebied wordt als groenpark ingericht met de geplande waterverbinding en herstel van het Arboretum (bomentuin) door derden. De inrichting van het park biedt ruimte aan de ideeën betrekking hebbende op o.a. recreatie, spel, educatie, kunst, waarbij op de lange termijn ruimte wordt geboden voor de ontwikkeling naar het Waterpark. Door het park wordt een recreatieve oost-west wandelroute gerealiseerd met een aansluiting op een nieuwe entree naar het begraafpark. De Ter Spijtstraat wordt autoluw zonder parkeervoorzieningen en groen ingericht.

afbeelding "i_NL.IMRO.0392.BP6080005-0003_0019.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.0392.BP6080005-0003_0020.png"

Afbeelding 3.6 Visie Stadskweektuin korte termijn

Langere termijn (20 jaar)

Het duurzaamheidscentrum wordt ontwikkeld tot een themapark waarbij kringlopen, ‘geven’ aan het park en duurzaam bouwen leidend zijn. De oorspronkelijke kassen verdwijnen en worden vervangen door met name water- en groen voorzieningen. De tijdelijk gebruikers worden afhankelijk van hun wensen en mogelijkheden elders of in het park ondergebracht. Er zal in combinatie met de nieuwbouw voor het duurzaamheidscentrum een herschikking plaatsvinden van de openbaar extesieve functies (waaronder de ecotuinen). Het gebied wordt als Water- en Groenpark ingericht met extra water voor experimenten, kringlopen en recreatiemogelijkheden. Het park wordt openbaar toegankelijk waarbij de openingstijden afhankelijk van dag/jaargetijde zijn geregeld. De Ter Spijtstraat wordt autovrij zonder parkeervoorzieningen en groen ingericht. Hierbij wordt het optimaliseren van het gebruik van de Cronjégarage betrokken.

afbeelding "i_NL.IMRO.0392.BP6080005-0003_0021.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.0392.BP6080005-0003_0022.png"

Afbeelding 3.7 Visie Stadskweektuin lange termijn