direct naar inhoud van 3.1 Omschrijving relevant beleid
Plan: Spaarndamseweg e.o.
Plannummer: BP5080003
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0392.BP5080003-0003

3.1 Omschrijving relevant beleid

Het gemeentelijk beleid is neergelegd in tal van beleidsstukken die de basis vormen voor het bestemmingsplan Spaarndamseweg e.o. De documenten die van belang zijn staan in deze paragraaf kort beschreven.

1) Het structuurplan Haarlem 2020 (2005)

Het Structuurplan Haarlem 2020 geeft voor het bestemmingsplangebied Spaarndamseweg e.o. op hoofdlijnen de ruimtelijke randvoorwaarden. Op de hoofd kaart van het Structuurplan staat voor Spaarne Noord, waar het plangebied binnenvalt, het volgende aangegeven:

  • Herstel van het zicht op het Spaarne
  • Woongebied respectievelijk functiemenging in woonwijken
  • Wijkgerichte verbeteringen van het buurtgroen, speelvoorzieningen en meer voorzieningen voor jongeren
  • Grootschalige detailhandel op de locatie Spaarneboog
  • Wonen op het water mogelijk maken

De detailkaart van het Structuurplan geeft voor de Spaarndamseweg als beeld een hoogwaardige openbare ruimte inclusief verkeersstructuur waarlangs functiemenging met een vijftal markante punten voorkomt. Vanuit de woongebieden die achter het lint met functiemenging liggen moeten de zichtlijnen/het doorzicht op het Spaarne in takt blijven en waar nodig versterkt worden. Langs het Spaarne is voorzien in een boomstructuur die de loop van het Spaarne extra accentueert.

De themakaarten uit het Structuurplan laten zien dat de Spaarndamseweg e.o. voor wat betreft dynamiek een verandergebied is en qua stedelijke waarde tot de categorie stedelijk gebied behoort. Op de themakaart groenstructuur staat aangegeven dat het plangebied een bijdrage levert aan versterking van de ecologische waarden (nat en droog) in de stad (bijvoorbeeld groene oevers).

Verbeteren buurtgroen: doelstelling voor het verbeteren van het buurtgroen is de gebruikswaarde te verhogen door herinrichting. In Vondelkwartier, Dietsveld, Indische buurt Noord, Transvaalbuurt, Burgwal, Amsterdamse buurten en Leidsebuurt is bovendien het doel ook toevoegen van (kleinschalig) buurtgroen. Op verzoek van de raad wordt er vanaf eind 2007 gewerkt aan het opstellen van een nieuw Groenstructuurplan. In opdracht van het college van B&W zal het plan worden opgesteld door Bureau Allehosper en DG-groep. Het proces wordt begeleid door een ambtelijke projectgroep en een klankbordgroep waarin de Haarlemse wijkraden en diverse belangengroeperingen vertegenwoordigd zijn. Planning voor behandeling van het groenstructuurplan staat voor medio 2009 gepland.

De gemeente Haarlem heeft in 2009 de groenfolder "Groen in de wijk" uitgebracht. Deze folder geeft tips en trucs om de straat/ openbare ruimte op te fleuren door middel van adopteren van groen, het plaatsen van plantenbakken en het realiseren van geveltuintjes. De folder is te verkrijgen bij de gemeente of te downloaden van de gemeentelijke website.

Meer speelvoorzieningen: Voor jongere kinderen is de aanwezigheid van speelvoorzieningen in de buurt belangrijk. Een groot aantal speelvoorzieningen wordt opgeknapt. Na deze inhaalslag zijn er nog te weinig speelplaatsen. Bij bouw- of herstructureringsprojecten in deze buurten moet speelruimte worden toegevoegd. Op dit moment wordt, in het kader van het Wijkcontract Leidsebuurt, een voorstel gemaakt om te inventariseren waar speelplekken in de wijk moeten komen. Het bestemmingsplan maakt nieuwe speelvoorzieningen mogelijk in de openbare ruimte.

2) Gebiedsvisie Spaarndamseweg e.o. (2008)

Conform de gebiedsvisie Spaarndamseweg e.o. zijn de volgende uitgangspunten van belang voor het gebied en het bestemmingsplan:

  • Versterken van de woonfunctie met tevens ruimte voor bedrijven, verzorgende functies en vrijetijds voorzieningen;
  • Versterken van de sociaal-maatschappelijke functies;
  • Zo veel mogelijk intensiveren van het ruimtegebruik;
  • De grootschalige detailhandelsconcentratie tussen de Paul Krugerkade en de Werfstraat kan beperkt worden uitgebreid;
  • bestemmen van de beganegrond laag van nieuwbouwontwikkelingen aan de Spaarndamseweg voor niet-woonfuncties;
  • de Spaarndamseweg onderdeel maken van de aangrenzende woonwijken;
  • Verbeteren beeldkwaliteit van de Spaarndamseweg als boulevard met stedelijke wanden. Wezenlijk onderdeel daarvan is op verscheidene plaatsen de bestaande woningbouw uit het interbellum.
  • Toestaan van verschillende architectonische accenten (hoger dan 10 bouwlagen) aan de Spaarndamseweg
  • Bevorderen groene en recreatieve invulling van de Spaarneoever (parkfunctie, ontmoetingsfunctie, recreatie)
  • Verharde oever (kade) ten zuiden van de Waarderbrug en groene oever ten noorden van de Waarderbrug
  • Nieuwe ontwikkelingen op de westelijke Spaarneoever moeten gelijk op gestalte krijgen met de oostelijke Spaarneoever.

3) Spaarneplan (1995)

Bij het opstellen van het structuurplan is onder meer gebruik gemaakt van het Spaarneplan. Het Spaarneplan is een structuurvisie voor het Spaarne, opgesteld door de gemeenten Haarlem en Heemstede. Daarin komen – na algemene beleidsintenties – ambities per deelgebied aan de orde.

Het plangebied Spaarndamseweg e.o. valt in Deelgebied 9 - Spaarndamseweg en Waarderpolder. De ambitie van het Spaarneplan voor dit deelgebied is vierledig:

  • A. Nieuwe ontwikkelingen moeten voor beide oevers in samenhang worden gezien en gelijk op gestalte krijgen.
  • B. De Spaarndamseweg moet wezenlijk onderdeel worden van de aangrenzende woonbuurten.
  • C. De bedrijven in de Waarderpolder moeten gericht zijn op het Spaarne.
  • D. Het wordt gewenst geacht om bij nieuwbouw aan de Spaarndamseweg uit te gaan van het bouwen op een 'plint'.

Bij de vaststelling van het Spaarneplan is gekozen voor een scenario waarin de nadruk ligt op de versterking van de woonfunctie maar waarin tevens ruimte is voor bedrijven, verzorgende en recreatieve functies. Bedrijvigheid en commerciële functies worden in de eerste twee bouwlagen toegestaan.

4) Haarlems Verkeers- en vervoerplan (HVVP) (2003)

In het HVVP is een categorisering van het wegennet aangegeven om binnen de stad grote stadsleefgebieden te maken. Dit zijn gebieden waarin, ter bevordering van het leefgenot, geen gebiedsvreemd autoverkeer wordt toegelaten. Deze gebieden worden ontsloten door zgn. gebiedsontsluitingswegen, type A en type B. De Spaarndamseweg – op dit moment gebiedsontsluitingsweg type A – kan met de komst van de Schoterbrug worden ingericht als een wijkontsluitingsweg type B. Door de hieraan gekoppelde lagere verkeersintensiteit ontstaat ruimte voor een kwaliteitsimpuls van de Spaarne-oevers en biedt dit kansen voor het fietsverkeer. De Zaanenstraat en de Jan Gijzenkade behoren ook tot de categorie B wegen. Spaarndamseweg, Hertzogstraat, Transvaalstraat, Zaanenstraat, Spaarnhovenstraat en de Jan Gijzenkade maken deel uit van het fietsnetwerk.

5) Integraal Waterplan Haarlem (2004)

Centrale doelstelling van het Integraal Waterplan is het creëren van een veilig, veerkrachtig en ecologisch gezond watersysteem. Om ervoor te zorgen dat het Haarlemse waternetwerk bestand is tegen klimaatsverandering (toename neerslag) en verstedelijking (toename verhard oppervlak), is ruimte voor oppervlaktewater nodig. Ruimte voor extra oppervlaktewater kan worden gevonden door het verbreden van bestaande watergangen, het graven van nieuwe watergangen en het weer open leggen van gedempte grachten.

Het Integraal Waterplan geeft voor 2015 en 2050 streefbeelden voor het waternetwerk van Haarlem aan. Doelstelling voor het oppervlaktewater voor de periode tot 2015 is het creëren van een veilig watersysteem met voldoende afwaterend en bergend vermogen en maximale benutting van gebiedseigen water. Het streefbeeld is een verbeterd waternetwerk dat uitgebreid is met nieuw water.

In de vervolgperiode tot 2050 is ter hoogte van de Transvaalstraat en ter hoogte van de Paul Krugerkade een nieuwe watergang opgenomen. De verwachting is dat deze ontwikkeling niet binnen de planperiode van dit bestemmingsplan zal vallen.

Ter voorkoming van wateroverlast door water zullen, indien het verhard oppervlak in een gebied toeneemt waterhuishoudkundige maatregelen getroffen moeten worden. Het Hoogheemraadschap van Rijnland hanteert als richtlijn, bij toenemende verharding dat minimaal 15% van het toegevoegde oppervlak gecompenseerd dient te worden in de vorm van open water. Het uiteindelijk te compenseren oppervlak wordt mede bepaald van overige maatregelen die de waterhuishouding in een gebied ten goede komen, zoals het vertraagd afvoeren en infiltreren van hemelwater.

Om de waterkwaliteit te verbeteren worden in het Integraal Waterplan de maatregelen afkoppelen van hemelwater, toepassen van duurzame bouwmaterialen en het baggeren van Haarlemse watergangen voorgesteld.

Wat de gebruiksmogelijkheden van het Spaarne betreft liggen er kansen om de waterrecreatie te stimuleren. Het Spaarne is een hoofdvaarroute in Haarlem en wordt aangeduid als zone voor watergebonden recreatie.

Een waterverbinding tussen de Kleverlaanzone en het Spaarne is vanwege de hoge kosten alleen op de lange termijn te realiseren.

6) Groenstructuurplan (1991)

Het groenstructuurplan is opgesteld met als uitgangspunt; het tot stand brengen en in stand houden van een kwalitatief hoogwaardig buitenmilieu dat voorziet in de maatschappelijke behoeften. Het beleid voor het groen is erop gericht dat grote groengebieden met elkaar verbonden zijn. In dit verband wordt het Spaarne gezien als centrale ruimtelijke 'drager' van Haarlem. De specifieke kwaliteit van het Spaarne wordt gevormd door het grote oppervlak en de continuïteit van het water. Door de unieke functionaliteit van het water is een duurzame openheid gewaarborgd.

Het Groenstructuurplan beoogt een groene invulling en reconstructie van de Spaarneoevers. Deze groene invulling kan compensatie bieden aan de grote tekorten aan groen in de aangrenzende buurten en tevens de recreatieve mogelijkheden bevorderen.

De woonbuurten Patrimoniumbuurt, Transvaalbuurt, Indische buurt zuid en Indische buurt noord kennen tekorten op alle groen niveaus d.w.z. stadsdeelgroen, wijkgroen, buurtgroen en blokgroen. Wat betreft het buurtgroen, is het Nelson Mandelapark het buurtpark voor de Transvaalbuurt.

Door de dichte bebouwing en het vrijwel ontbreken van privétuinen (voortuinen) is de behoefte aan buurt- en blokgroen in de Patrimoniumbuurt, Indischebuurt Zuid en Indischebuurt Noord groot. Voor wijkgroen zijn de buurten aangewezen op het Schoterbos en het Kenaupark.

Het groenstructuurplan beoogt een groene invulling en reconstructie van de Spaarneoevers. Deze groene invulling kan compensatie bieden aan de tekorten aan groen in de omliggende buurten en de recreatieve mogelijkheden bevorderen.

Er wordt momenteel gewerkt aan een Groenstructuurplan 2020 Haarlem. In het concept groenstructuurplan wordt overeenkomstig het huidige Groenstructuurplan uitgegaan van een groene invulling voor de Spaarndamseweg. Daarbij wordt een duidelijke toegang naar het Nelson Mandelapark ter hoogte van de Nieuwe Landstraat voorgesteld.

7) Bomenbeleidsplan 2009-2019 (2010)

Bomen vormen een belangrijk tegenwicht voor de verstening van onze leefomgeving, scheppen geborgenheid en maken de stad tot een plek waar mensen willen zijn en elkaar willen ontmoeten. In Haarlem zijn in totaal 58.000 bomen die staan in de plantsoenen, parken en langs straten, begraafplaatsen, kinderboerderij, sportcomplexen en openbare speel gelegenheden. Het bomenbeleid geeft de visie van de gemeente Haarlem op bomen en schept samenhang in de uitvoering van het bomenbeleid. Doel is te komen tot een gezond, veilig en goed onderhouden bomenbestand. Met het Bomenbeleidsplan zijn de hoofdbomenstructuur en de monumentale bomenlijst vastgesteld.

Gezien de tekorten aan stedelijk groen, gerelateerd aan het landelijke gemiddelde dient hoge prioriteit te worden gegeven aan uitbreiding enerzijds en instandhouding anderzijds van het groen areaal. Uitgangspunten voor de bomen structuur is het maken van een samenhangend structuur beeld als toetsingskader en als streefbeeld voor een verdere uitbouw en verbetering van het Haarlemse bomenbestand. De kwaliteit van het bomenbestand dient te worden verbeterd. Dit betekent onder meer het toepassen van ecologisch waardevolle soorten met een lange levensduur, het verbeteren van de standplaatsen en het uitbreiden van de onderhoudsintensiteit.

De bomen langs de Spaarndamseweg maken onderdeel uit van de hoofdbomenstructuur. Dit zijn lijnen die ruimtelijk en functioneel van belang zijn. Gelet op bovenstaande doelstelling is het van belang deze groenstructuur te behouden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0392.BP5080003-0003_0002.png"

Afbeelding 3.1: Hoofdbomenstructuur

8) Detailhandelsnota, Haarlem Winkelstad 2002-2012 (2002)

In de detailhandelsnota wordt onderscheid gemaakt in vier deelgebieden van de detailhandel:

  • De binnenstad; waar het accent ligt op het recreatieve winkelen
  • De stadsdeelcentra; met name gericht op verkoop van niet-dagelijkse goederen
  • De kleinere winkelcentra; waar met name dagelijkse goederen worden aangeboden
  • De grootschalige detailhandel; voor doelgerichte aankopen.

In het centrum Spaarneboog is grootschalige, detailhandel gevestigd. De beleidsvoornemens, zoals deze in de detailhandelsnota worden genoemd gaan uit van een terughoudende opstelling voor wat betreft de uitbreiding van grootschalige detailhandelsconcentraties.

Op de locaties waar uitbreiding van detailhandel in volumineuze goederen plaats kan vinden zal de gemeente selectief zijn ten aanzien van de branchering. Thematisering heeft daarbij de voorkeur.

de afgelopen jaren zijn door de eigenaar verzoeken tot wijziging van de volumineuze detailhandelsbestemming naar reguliere detailhandel ingediend. Deze verzoeken zijn tot nu toe steeds door de gemeente afgewezen, omdat in de bestaande detailhandelstructuur van Haarlem geen behoefte is aan toevoeging van reguliere detailhandel.

Om langdurige leegstand te voorkomen is in de afgelopen jaren wel toestemming gegeven voor een recreatieve functie op de eerste verdieping, waaronder het huidige fitnesscentrum. Deze lijn kan ook voor de huidige leeg staande winkelruimte op de eerste verdieping worden gevolgd. Daarbij valt te denken aan maatschappelijke functies die zorg gerelateerd zijn, dienstverlening en kleinschalige flexibele kantoorunits.

9) Recreatienota (1997)

Recreatie speelt een belangrijke rol in onze samenleving. De gemeente richt zich hierbij op de zorg voor voldoende recreatie voorzieningen dicht bij huis en de bereikbaarheid van recreatie voorzieningen voor de gebruikers. In de Recreatienota wordt de oever van het Spaarne als een belangrijke recreatieve route voor langzaam verkeer gezien. Deze route stuit op de nodige verkeerskundige aandachtspunten in het gebied. Het verbeteren van de routes en het uitbreiden van de recreatieve mogelijkheden langs het Spaarne zijn dan ook belangrijke doelstellingen van het beleid.

10) Kansenkaart Watertoerisme (2008)

Deze kansenkaart, die op hoofdlijnen in 2008 door gemeenteraad is vastgesteld, geeft de mogelijkheden aan om kansen te benutten voor het watertoerisme.

In het Plan van aanpak Kansenkaart watertoerisme (vastgesteld in 2011), speelt de Spaarndamseweg een belangrijke rol.  De riviercruisevaart ter hoogte van de Floresstraat is een nieuwe doelgroep, die Haarlem graag wil ontvangen. Horeca op en aan het water speelt een belangrijke rol in de kansenkaart. Haarlem kan hier veel sterker in worden. Afhankelijk van de gevolgen voor het parkeren, is in het plangebied horeca op het water een mogelijkheid. Ook zullen er faciliteiten voor passanten, kanoërs en sloepvaarders aan de Spaarndamseweg gerealiseerd worden.

11) Haarlem Sport! Agenda voor de Sport 2010-2014 (2010)

Haarlem stimuleert een gezonde en verantwoorde sportbeoefening. Sport wordt ingezet als middel om een aanvullende bijdrage te leveren aan de sociaalmaatschappelijke cohesie en op beleidsterreinen als volksgezondheid, jeugd- en jongerenwerk en integratie. De afgelopen jaren heeft de gemeente Haarlem veel geïnvesteerd in haar sportbeleid om sporten voor Haarlemmers toegankelijk, laagdrempelig en uitdagend te maken. De gemeente zal zich vanuit de volgende invalshoeken inzetten op het vergroten van de sport participatie:

  • Breedtesport ontwikkeling: Hierbij wordt de nadruk gelegd op specifieke doelgroepen (ouderen, kinderen uit aandachtswijken, allochtone vrouwen, VMBO-scholieren, kinderen op het speciaal onderwijs) en op de ondersteuning van het sport verenigingsleven, de samenwerking met het onderwijs, school sporttoernooien en de organisatie van (breedte)sportevenementen;
  • Topsport en talentontwikkeling;
  • Commerciële sport: Hierbij gaat de aandacht uit naar het stimuleren van het gebruik van sportfaciliteiten binnen de eigen wijk;
  • Sport, recreatie en gezondheid: Hierbij wordt de nadruk gelegd op gezondheid. Zo zal een minimale beweeg norm in het basisonderwijs gehaald moeten worden, en zal de gemeente zorg moeten dragen voor goede en aantrekkelijke (hard)loop-, fiets- en kanoroutes zodat de Haarlemmer op een recreatieve manier kan bewegen;
  • Optimalisering sport accommodaties: Hierbij geldt dat er aandacht moet zijn voor de kwaliteit en gevarieerdheid van het aanbod, aanbod in de wijk en multifunctionele inzetbaarheid van accommodaties. Zowel spreiding van de accommodaties en faciliteiten over de stad en onder de verenigingen als het gedrag van de gebruikers zijn van belang.

12) Speelruimteplan Haarlem (2000) zie 15

Een goed spreiding van speelvoorzieningen zowel op buurt-, wijk- als stadsdeel niveau is gewenst. In eerste instantie wordt gemikt op bespeelbare open ruimte, in tweede instantie gaat het om speeltoestellen. Formele speelplaatsen zijn vooral gewenst waar de informele speelruimte onvoldoende aanwezig is of de openbare ruimte ongeschikt is om te spelen.

Door de ruime opzet van de wijk en het ruime aanbod van informele speelruimte is een vergaande uitbreiding van de formele speelvoorzieningen niet nodig.

13) Woonvisie Haarlem 2012-2020 (2012)

Haarlem kiest in de Woonvisie voor behoud en versterking van de aantrekkelijkheid van Haarlem als kwalitatieve goede woonstad. Wonen vormt een belangrijke factor bij de duurzame stedelijke ontwikkeling in Haarlem. Ruimtelijke kwaliteit geldt als uitgangspunt en aantasting van het groen in en om de stad wordt niet geaccepteerd. In de Woonvisie zijn uiteenlopende maatregelen opgesomd die een bijdrage moeten leveren aan de doelstellingen. Daarbij wordt zorgvuldig omgegaan met behoud en versterking van historisch interessante woonwijken en beschermde stadsgezichten.

Haarlem is onderdeel van de Metropoolregio Amsterdam. In dat verband zijn afspraken gemaakt over de regionale woningbouwopgave in het Regionaal Actie Programma (RAP). Hieraan zal Haarlem ook moeten bijdragen.

De grootste uitdaging ligt binnen de bestaande woningvoorraad. Het gaat om verduurzaming van deze voorraad en van de openbare ruimte, leefbaarheid en mobiliteit. Een kleinschaliger, meer organische aanpak past hierbij, met stapsgewijze, flexibele verbeteringen in plaats van grote masterplannen.

14) Haarlem Maatschappelijk op de Kaart (2010)

De in 2010 vastgestelde nota Haarlem Maatschappelijk op de Kaart geeft een beschrijving van de gewenste maatschappelijke voorzieningen structuur in Haarlem tot 2020. De nota geeft diverse locaties aan waar kansen liggen om de sociaal-maatschappelijke voorzieningen naar een hoger plan te tillen. Samenhang, multifunctionaliteit en clustering zijn daarbij uitgangspunten.

Voor het plangebied geldt dat de locatie Kruger/Werf een goede mogelijkheid biedt voor de clustering van voorzieningen. In deze zone liggen al het winkelcentrum, de school De Schelp en het wijkcentrum De Fjord. Er zijn mogelijkheden voor een steunpunt welzijn en kinderopvang. Het gebied biedt tal van mogelijkheden voor de ontwikkeling van een woonservicezorgzone en het realiseren van de brede school gedachte.

Elders in het plangebied vormen kinderopvang, onderwijs voorzieningen en een steunpunt van het Leger des Heils onderdeel van het totale aanbod aan maatschappelijke voorzieningen.

In de nota staan een aantal wensen en kansen voor Haarlem Noord vermeld waarvan een deel in het programma voor plangebied opgenomen zou kunnen worden.

15) Nota Ruimtelijke Kwaliteit (2012)

In de nota Ruimtelijke Kwaliteit (2012) wordt een integrale stadsbrede visie gegeven op ruimtelijke kwaliteit die voor ieder nieuw ruimtelijk plan de basis vormt. Met de visie wil Haarlem kernachtig uitdragen waar haar kracht en haar ambitie ligt. De relatie tussen duurzaamheid, in de zin van toekomstbestendigheid en de kwaliteit van de leefomgeving, cultuurhistorie en ruimtelijke kwaliteit is een belangrijk thema van de visie. Er zijn tien gouden regels geformuleerd die een prioriteit voor ruimtelijke ontwikkeling in Haarlem uitspreken.

Voor het zuidelijk deel van het plangebied, tot aan de Schoterbrug, geldt een consolidatie regie. Plannen en ontwikkelingen moeten zich voegen naar de stedenbouwkundige context: naar het stratenpatroon, het bouwbloktype en de bestaande massa- en gevelopbouw. Er is vrijheid mogelijk in architectonische expressie en materialisering op pandniveau. In het algemeen geldt hier: hoe meer een plan zich voegt naar zijn context, hoe groter de vrijheid op pandniveau. Bij panden die deel uitmaken van een serie (vrijwel) identieke gebouwen kunnen ingrepen afwijken van de buurpanden, zolang het verbouwde pand blijft passen binnen de maat- en schaalverhoudingen van de wand als geheel. In de openbare ruimte is de opgave een samenhangende inrichting te ontwerpen, waarbij de parkeerdruk in combinatie met de behoefte aan groen en speelruimte wordt aangepakt.

Voor het noordelijk deel van het plangebied geldt een bijzondere regie in het kader van het landschappelijk groen.
De aandacht ligt in deze gebieden voornamelijk op het open karakter en het aanwezige groen. Ontwikkelingen in deze gebieden worden slechts zeer beperkt toegestaan en dienen kleinschalig en gevarieerd in volumeopbouw te zijn. Zichtrelaties tussen het Spaarne en het landschappelijk gebied dienen gehandhaafd en waar mogelijk versterkt te worden.

16) Strategisch Huisvestingsplan Onderwijs (2004)

Het Strategisch Huisvestingsplan Onderwijs (SHO) geeft richtlijnen voor de verbetering van de onderwijshuisvesting en heeft als doelstelling te komen tot goede voorzieningen op de juiste locaties. Andere doelen zijn verbreding van de functies van de gebouwen en functionele flexibilisering van de gebouwen. Voor het vaststellen van de toekomstige investeringsbehoefte voor de schoolgebouwen zijn in het Strategisch Huisvestingsplan – Uitvoeringsplan 2007-2010 acht programma lijnen vastgesteld, waaronder de programmalijn Voortgezet Onderwijs.

17) Beleidsnota Archeologie

Het huidige Haarlem ligt zowel op de oudste strandwal, 56 eeuwen geleden ontstaan, als de op een na oudste strandwal van Nederland. Op deze strandwallen bouwden jagers en vissers in de nieuwe steentijd (vanaf 3600 v. Chr.) eenvoudige onderkomens. Vanaf de bronstijd (2000-800 v. Chr.) bouwden de mensen boerderijen en legden ze akkers aan. Vele eeuwen later, in de 8e eeuw na Chr. ontstond op een strategische plek aan het Spaarne de nederzetting Harulahem. Harulahem, dat huis(en) op een open plek in een op zandgrond gelegen bos betekent, is later verbasterd tot Haarlem. Haarlem ontwikkelde zich al snel tot een belangrijke stad in Holland en kreeg in 1245 stadsrechten.

De resten van woningen, huisraad en andere sporen van vroegere bewoning zijn in de loop der eeuwen door natuurlijke processen en kunstmatige ophogingen verborgen geraakt. Zo is de Haarlemse bodem een opeenstapeling geworden van diverse lagen van 56 eeuwen bewoningsgeschiedenis.

De uitgangspunten voor gemeentelijke beslissingen in Haarlem zijn vastgelegd in de beleidsnota archeologie. De archeologische verwachtingen die voor het Haarlems grondgebied gelden zijn vertaald naar de voorlopige Archeologische Beleidskaart Haarlem (ABH).

De kaart geeft aan in welke gebieden bodem verstorende activiteiten van een bepaalde omvang vergunning plichtig zijn. Dit wordt aangegeven in de vorm van verschillende categorieën. Voor elk van deze categorieën heeft de gemeente bepaald vanaf welke plan omvang rekening gehouden moet worden met het (laten) opstellen van een waardestellend archeologisch rapport, het zogenaamde regime.

Voor archeologisch waardevolle terreinen van categorie 1A geldt een bouwverbod. Terreinen van categorie 1B en terreinen van de tweede tot en met vijfde categorie kennen hun eigen beschermend regime.

De regimes gelden voor bodem roerende activiteiten die plaats zullen vinden in het kader van plannen waarvoor het vereist is om het volgende aan te vragen:

  • een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk;
  • een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden;
  • een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk binnen beschermd stadsgezicht.

In bijlage 1 is het relevante rijks- en provinciaal beleid kort beschreven.