Plan: | Bosch en Vaart |
---|---|
Plannummer: | BP4080004 |
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0392.BP4080004-0004 |
1 Wettelijk kader en geluidzones
Volgens de Wet Geluidhinder gelden zogenaamde zones langs wegen, spoorwegen en rond industrieterreinen, waar grote lawaaimakers zijn gevestigd. Binnen deze zones moet er in het kader van de wet akoestisch onderzoek uitgevoerd worden naar de geluidbelasting van de weg, spoorweg of het industrieterrein. Deze geluidbelasting moet vervolgens getoetst worden aan de voorkeursgrenswaarde en de maximale ontheffingswaarden voor de verschillende soorten geluid.
Zones wegverkeer
In artikel 74 van de wet is aangeven welke breedte de zone voor de verschillende wegtypen heeft waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen stedelijk en buitenstedelijk gebied. Volgens de definitie van de wet is het stedelijk gebied het 'gebied binnen de bebouwde kom, doch, voor de toepassing van de hoofdstukken VI en VII voor zover het betreft een autoweg of autosnelweg als bedoeld in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, met uitzondering van het gebied binnen de bebouwde kom, voor zover liggend binnen de zone langs die autoweg of autosnelweg', en het buitenstedelijk gebied het 'gebied buiten de bebouwde kom alsmede, voor de toepassing van de hoofdstukken VI en VII voor zover het betreft een autoweg of autosnelweg als bedoeld in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, het gebied binnen de bebouwde kom, voor zover liggend binnen de zone langs die autoweg of autosnelweg'. De zone wordt gemeten vanuit de as van de weg. In tabel 2 is per wegtype de breedte van de zone aangegeven.
Tabel 1: Zonebreedte wegverkeer Wet Geluidhinder
Aantal rijstroken | Zonebreedte (m) | ||
Stedelijk gebied | Buitenstedelijk gebied | ||
1 of 2 | 200 | 250 | |
3 of 4 | - | 400 | |
3 of meer | 350 | - | |
4 of meer | - | 600 |
De geluidzones gelden niet met betrekking tot wegen die gelegen zijn binnen een als woonerf aangeduid gebied en wegen waarvoor een maximum snelheid van 30 km/uur geldt.
Zones spoorwegverkeer
Langs een landelijke spoorweg bevindt zich een zone, waarvan de breedte, gemeten vanuit de buitenste spoorstaaf, is aangegeven op de spoorkaart. Deze kaart wordt jaarlijks geactualiseerd en wordt opgenomen in het zogenaamde 'Akoestisch spoorboekje' (ASWIN).
Zones industrieterrein
De geluidzone rond een industrieterrein wordt vastgesteld bij vaststelling van een bestemmingsplan. Er geldt dat buiten de zone de geluidbelasting vanwege dat terrein de waarde van 50 dB(A) niet te boven mag gaan.
2 Geluidbelasting
De vast te stellen geluidbelasting Lden (day, evening, night) ten gevolge van weg- en spoorwegverkeerslawaai is het rekenkundig gemiddelde van de volgende drie waarden:
het equivalente geluidsniveau gedurende de dagperiode (7.00-19.00 uur);
het equivalente geluidsniveau gedurende de avondperiode (19.00-23.00 uur), vermeerderd met 5 dB(A);
het equivalente geluidsniveau gedurende de nachtperiode (23.00-7.00 uur), vermeerderd met 10 dB(A).
De vast te stellen geluidbelasting Leq (equivalente geluidsniveau) ten gevolge van industrielawaai is de hoogste van de volgende drie waarden:
het equivalente geluidsniveau gedurende de dagperiode (7.00-19.00 uur);
het equivalente geluidsniveau gedurende de avondperiode (19.00-23.00 uur), vermeerderd met 5 dB(A);
het equivalente geluidsniveau gedurende de nachtperiode (23.00-7.00 uur), vermeerderd met 10 dB(A).
3 Geluidsnormen
Normering wegverkeerslawaai
Volgens de Wet geluidhinder geldt voor wegverkeerslawaai een voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Hierbij moet opgemerkt worden dat alvorens toetsing plaatsvindt van de berekende waarde 2 of 5 dB mag worden afgetrokken. Deze aftrek heeft betrekking op het redelijkerwijs te verwachten stiller worden van het wegverkeer in de toekomst (artikel 110g Wet geluidhinder). In het rekenmodel is namelijk het wagenpark gemeten zoals dat eind jaren '70 en begin jaren '80 reed op de Nederlandse wegen. De berekening van de geluidbelasting leidt dus voor de aftrek in feite tot een te hoge geluidbelasting. Bij wegen met een maximale snelheid vanaf 70 km/uur mag 2 dB aftrek worden toegepast en bij de overige wegen 5 dB.
Bij overschrijding van de voorkeursgrenswaarde mag het college van B&W een hogere waarde vaststellen. Hierbij zijn specifieke beleidsregels van toepassing. De maximale ontheffingswaarde voor nieuwe situaties in stedelijk gebied bedraagt 63 dB, voor bestaande situaties 68 dB. In buitenstedelijk gebied bedraagt de maximale waarde voor nieuwe situaties 53 dB (58 dB vanwege uitvoering van een agrarisch bedrijf) en 68 dB in bestaande situaties.
Voordat ontheffing wordt verleend zal het gemeentebestuur eerst moeten nagaan of er maatregelen mogelijk zijn om de geluidbelasting te verlagen.
Normering spoorweglawaai
Volgens de Wet geluidhinder geldt voor spoorweglawaai een voorkeursgrenswaarde van 55 dB. Bij overschrijding van de voorkeursgrenswaarde mag het gemeentebestuur een hogere waarde vaststellen. De maximale ontheffingswaarde bedraagt 68 dB. Hierbij zijn dezelfde beleidsregels als bij wegverkeerslawaai van toepassing.
Normering industrielawaai
Volgens de Wet geluidhinder geldt voor industrielawaai een voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A). Bij overschrijding van de voorkeursgrenswaarde mag het gemeentebestuur een hogere waarde vaststellen. De maximale ontheffingswaarde bedraagt 55 dB(A) en voor aanwezige woningen 60 dB(A). Hierbij zijn dezelfde beleidsregels als bij wegverkeerslawaai van toepassing.
4 Toepassingsvolgorde geluidsreducerende maatregelen
Bij overschrijding van de voorkeursgrenswaarde, ongeacht de bron van het geluid (weg-, rail- of industrielawaai) is de volgorde van toepassing van geluidsreducerende maatregelen als volgt: Eerst worden bronmaatregelen beoordeeld. Vervolgens maatregelen in de overdrachtsweg; Als laatste komen geluidwerende maatregelen in of aan de gevel aan de orde.
Bronmaatregelen
Een voorbeeld van een bronmaatregel bij wegverkeer, die binnen de competentie van de lokale overheid ligt is het aanbrengen van geluidsreducerend asfalt. De praktische mogelijkheden en de te bereiken reducties zijn de laatste jaren verder ontwikkeld. Ook binnenstedelijk zijn er tegenwoordig belangrijke reducties te behalen. De kosten van het aanbrengen van bijvoorbeeld Twinlay, en de kosten van extra onderhoud ten opzichte van het standaard dichte asfaltbeton moeten echter binnen het project worden gedekt. Alleen bij grootschalige (ver-)nieuwbouwprojecten kan dit toegepast worden.
Maatregelen in de overdrachtsweg
Voorbeelden van maatregelen in de overdrachtsweg zijn geluidsschermen of geluidswallen.In de Haarlemse praktijk worden deze weinig toegepast vanwege stedenbouwkundige bezwaren en financiële drempels. De kans dat een geluidsscherm wordt gebouwd is bij railverkeerslawaai groter dan bij wegverkeerslawaai.
Geluidwerende maatregelen
Geluidwerende maatregelen, ook wel gevelmaatregelen genoemd, worden veruit het meest toegepast bij overschrijding van de voorkeursgrenswaarde. De maatregelen hebben als doel het beperken van het geluidsniveau in de woning tot een waarde (het 'binnenniveau') zoals die in het Bouwbesluit is vastgelegd. Een nadeel van deze maatregel is dat het geluidsniveau buiten nog steeds te hoog is. Dit doet afbreuk aan de leefbaarheid van de omgeving, zowel de privé-terreinen (tuinen) als de openbare terreinen (park, plein, straat). Voor nieuw te bouwen woningen bedraagt het binnenniveau maximaal 33 dB in geluidsgevoelige ruimten.
Bij elk bestemmingsplan moet specifiek voor de zogenaamde 'nieuwe situaties' nagegaan worden of de bovengenoemde maatregelen kunnen worden toegepast.
5 Uitgangspunten
Het plan Bosch en Vaartkwartier is een bestemmingsplan met één nieuwe ontwikkelingslocatie (Houthof) welke apart beoordeeld is. Het plangebied is binnen de geluidzones van diverse stedelijke wegen gesitueerd. Het spoortraject Haarlem-Leiden is op minimaal 170 meter van het plangebied gesitueerd. Met een eenvoudige berekening is vastgesteld dat de geluidbelasting op de grens van het bestemmingsplan vanwege de afstand en de afscherming door de tussenliggende bebouwing voldoet aan de voorkeursgrenswaarde. In de directe omgeving van het plangebied is geen gezoneerd industrieterrein aanwezig en het bestemmingsplan is dus niet binnen de geluidzone van een gezoneerd industrieterrein gesitueerd. Binnen het bestemmingsplan is dus sprake van alleen wegverkeerslawaai.
Rekenmethode
De berekeningen voor wegverkeerslawaai zijn uitgevoerd conform rekenmethode 1 van het reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006.
Verkeersgegevens
Voor de verkeersgegevens is uitgegaan van de verkeersgegevens voor 2020 van de verkeersstudie HLM097. Voor de verkeersgegevens voor 2021 is uitgegaan van 0,5 % autonome groei per jaar vanaf 2020 uitgezonderd de Westelijke Randweg en de Wagenweg tussen de Spanjaardlaan en Westelijke Randweg. Voor de Westelijke Randweg en de Wagenweg tussen de Spanjaardlaan en Westelijke Randweg is 1% groei gehanteerd. De voertuigverdeling is afkomstig uit de verkeersmilieukaart (variant 2010HVVP van VMK Haarlem). De gehanteerde busintensiteiten zijn afkomstig uit het busboekje (2009-2010). Voor de intensiteit in 2021 is uitgegaan van dezelfde intensiteiten omdat er in de nieuwe Openbaar Vervoer concessie geen ruimte is voor meer bussen.
Tabel 1 Verkeersintensiteiten in 2021, snelheid, wegdek, periode- en voertuigverdeling
Tabel 2. Verdeling bussen over de etmaalperioden (percentage van intensiteit per uur)
Etmaalintensiteit | Dag | Avond | Nacht | ||
59 | 6,4 | 3,8 | 1,1 | ||
143 | 6,7 | 2,4 | 1,2 | ||
195 | 6,3 | 3,5 | 1,3 |
Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van het beschikbare digitale kaartmateriaal van de Vastgoed Raadpleeg Applicatie van de gemeente Haarlem. Langs de relevante wegvakken is steeds op de meest kritische woning de geluidbelasting berekend.
Tabel 3. beoordelingsafstanden
weg | huisnrs | Afstanden [m] | |||||||||
Schouw- tjeslaan | Uit den Bosstraat |
Wagen-weg | Westelijke Randweg | Leidse-vaart | |||||||
Schouwtjeslaan | 19 t/m 21 | 6 | |||||||||
Schouwtjeslaan | 2 | 9 | |||||||||
Schouwtjeslaan | 12 t/m 16 | 9 | |||||||||
Wagenweg | 108 t/m 150 | 8,5 | 7 | ||||||||
Wagenweg | 152 t/m 188 | 12 | |||||||||
Wagenweg | 192 t/m 204 | 13 | |||||||||
Wagenweg | 208 | 17 | |||||||||
Wagenweg | 210-212 | 15 | |||||||||
Wagenweg | 214 t/m 224 | 15 | |||||||||
Wagenweg | 238 t/m 240 | 22 | |||||||||
Wagenweg | 242 | 22 | |||||||||
Wagenweg | 244-246 | 14 | 90 | ||||||||
Uit den Bosstraat | 1 | 10 | |||||||||
Uit den Bosstraat | 17 | 9,5 | 11 | ||||||||
Spruitenbosstraat | 1 | 10 | 14 | ||||||||
Zomerluststraat | 2 | 18 | |||||||||
Eindenhoutstraat | 2 | 26 | |||||||||
Van Hogendorpstraat | 1 | 16 | |||||||||
Schouwtjesplein | 13-17 | 41 | 51 | ||||||||
Schouwtjesplein | 18 | 41 | 36 | ||||||||
Bos en Vaartstraat | 1 | 10 |
Voor de Westelijke Randweg geldt een maximale snelheid van 70 km/uur en is bij de berekeningsresultaten een aftrek van 2 dB toegepast (conform artikel 110g van de Wet geluidhinder). Aangezien de snelheid van de overige wegvakken maximaal 50 km/uur bedraagt, is voor die wegvakken een aftrek van 5 dB toegepast.
6 Resultaten
In tabel 4 zijn de resultaten samengevat. De opgenomen geluidbelasting is inclusief aftrek conform artikel 110g.
Tabel 4. Berekeningsresultaten
weg | huisnum-mers | Geluidbelasting Lden inclusief aftrek artikel 110g [dB] | |||||||||
Schouw-tjeslaan | Uit den Bosstraat |
Wagen-weg | Westelijke Randweg | Leidse- vaart |
|||||||
Schouwtjeslaan | 19 tm 21 | 59 | |||||||||
Schouwtjeslaan | 2 | 59 | |||||||||
Schouwtjeslaan | 12 t/m 16 | 59 | |||||||||
Wagenweg | 108 t/m 150 | 62 | |||||||||
Wagenweg | 152 t/m 188 | 59 | |||||||||
Wagenweg | 192 t/m 204 | 59 | |||||||||
Wagenweg | 208 | 57 | |||||||||
Wagenweg | 210-212 | 58 | |||||||||
Wagenweg | 214 t/m 224 | 58 | |||||||||
Wagenweg | 238 t/m 240 | 56 | |||||||||
Wagenweg | 242 | 61 | |||||||||
Wagenweg | 244-246 | 63 | 61 | ||||||||
Uit den Bosstraat | 1 | 62 | |||||||||
Uit den Bosstraat | 17 | 57 | 57 | ||||||||
Spruitenbosstraat | 1 | 58 | 58 | ||||||||
Zomerluststraat | 2 | 57 | |||||||||
Eindenhoutstraat | 2 | 55 | |||||||||
van Hogendorpstraat | 1 | ||||||||||
Schouwtjesplein | 13-17 | 53 | 54 | ||||||||
Schouwtjesplein | 18 | 53 | 60 | 56 | |||||||
Bos en Vaartstraat | 1 | 59 |
De voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt overschreden, de maximale ontheffingswaarde van 63 dB wordt niet overschreden. Voor nieuwe situaties moet akoestisch onderzoek uitgevoerd worden waarin de afweging tussen bron- en overdrachtsmaatregelen gemaakt wordt. Bij overschrijding van de voorkeursgrenswaarde moet een Hogere Waarde worden vastgesteld waarbij de 'Beleidsregels Hogere Waarden Wet Geluidhinder' gevolgd moeten worden.
2.7 Maatregelen
Gezien de overschrijding van de voorkeursgrenswaarde dient tevens naar maatregelen te worden gekeken. Het toepassen van een stil wegdek zoals dunne deklagen levert een verlaging van de geluidbelasting op. Het toepassen van een type dunne deklaagverharding zorgt voor een verlaging van circa 2 a 3 dB. Daarnaast kan bij of voor opdrachtverstrekking om het asfalt te vervangen door een stil wegdektype aanvullende eisen worden gesteld en berekeningen worden uitgevoerd. Het aanbrengen van geluidsschermen ten behoeve van de woningen in het bestemmingsplan is gezien stedenbouwkundige bezwaren niet gewenst. Naast bron- en overdrachtmaatregelen zijn ontvangermaatregelen mogelijk, zoals geluidsisolerende voorzieningen aan de gevel.
2.8 Conclusie
Uit de resultaten blijkt dat de geluidbelasting groter is dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. De maximale ontheffingswaarde van 63 dB wordt niet overschreden. De geluidbelasting is maximaal 62 dB. Voor nieuwe situaties dient na specifiek onderzoek ontheffing te worden aangevraagd.