direct naar inhoud van 4.4 Waterparagraaf
Plan: Frederikspark
Plannummer: BP4080001
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0392.BP4080001-0003

4.4 Waterparagraaf

In de toekomst zal de rol van water belangrijker worden. Door enkele oorzaken (de verhoging van de zeespiegel, de toename van de hoeveelheid neerslag, de inklinking van de bodem en een toename van het bebouwd oppervlak) zal Nederland natter worden. Om dit water op te vangen is een toename van oppervlaktewater noodzakelijk. In bestaande buurten is het niet altijd eenvoudig om tot een vergroting van het percentage water te komen.

Watertoets

Doel van de watertoets is dat waterhuishoudkundige doelstellingen in beschouwing worden genomen in het bestemmingsplan. Het betrekken van de waterbeheerder bij de planvoorbereiding behoort hier toe.

Oppervlaktewater

Het open water dat in het plangebied is opgenomen betreft de Gasthuissingel. Dit is een stadsgracht en verbindt het Spaarne met de Leidsevaart. De singel behoort eveneens tot het boezemstelsel van Rijnland. Het bevat in het plangebied langs de kade een boombeplanting hetgeen het geheel een stedelijk aanzicht geeft. De Gasthuissingel is onderdeel van het boezemstelsel van Rijnland. Het waterpeil in de Gasthuissingel is ca. N.A.P. –0,60 meter.

Tevens bevat het plangebied een vijver. Deze is gelegen aan de Wagenmakerslaan. Het betreffende water is hoger gelegen (dan boezempeil) en bevindt zich in een betonnen bak. Derhalve is het aan te merken als vijver die geen onderdeel uitmaakt van het boezemstelsel van Rijnland.

Grondwater

De grondwaterstanden in Haarlem zijn over het algemeen vrij hoog. Om grondwateroverlast te voorkomen zijn dan ook onder een groot aantal wijken drainagesystemen aangelegd. Deze systemen hebben grote invloed op het functioneren van het lokale grondwatersysteem.

Waterketen

Het bestemmingsplangebied heeft een gemengd rioolstelsel. Hierin wordt zowel het afvalwater als regenwater verzameld en naar de rioolzuivering gevoerd. Het bestemmingsplangebied leent zich door het consoliderende karakter niet voor een grootschalige vervanging van het gemengde stelsel door een verbeterd gescheiden stelsel. Het plangebied is immers geen herstructureringsgebied.

Dit neemt niet weg dat de mogelijkheden voor het afkoppelen van schone verharding goed onderzocht en benut moeten worden.

Ontwikkelingen

Het bestemmingsplan Frederikspark is overwegend consoliderend van aard maar maakt wel de nieuwbouw van het provinciehuis mogelijk. De nieuwbouw heeft een kleiner oppervlak dan de huidige bebouwing.

afbeelding "i_NL.IMRO.0392.BP4080001-0003_0007.png"

Gebouw

Het totale verharde oppervlakte van de locatie neemt af, dit komt de hemelwaterafvoer vanaf verhardingen ten goede. Tevens wordt het dak van de vervangende nieuwbouw voor circa de helft voorzien van vegetatie, hierdoor wordt af te voeren hemelwater, afkomstig van het dak, gereduceerd. Hoogheemraadschap Rijnland heeft aangegeven dat compenserende maatregelen niet noodzakelijk zijn. Zie bijlage 3: Watertoets bestemmingsplan Frederikspark te Haarlem d.d. 27 augustus 2010, aanvullende notitie nr. 20090030-23 dd 15-12-2010 en advies Rijnland dd 1-4-2011

Ondergrondse parkeergarage

Aangezien ondergrondse bebouwing niet in de beleidsregels van het Hoogheemraadschap Rijnland genoemd staan, heeft over de te realiseren ondergrondse parkeergarage afstemming plaats gevonden met het Hoogheemraadschap. Hieruit blijkt dat momenteel, ten aanzien van deze situaties, nieuw beleid wordt ontwikkeld door het Hoogheemraadschap. Naar verwachting zal medio februari 2011 het nieuwe beleid van kracht worden. Het nieuwe beleidsvoorstel van Rijnland voor deze situaties is als volgt: Een situatie met een gesloten oppervlak gelegen vanaf 0,6 meter onder het maaiveld, waarbij geen sneldoorlatend materiaal op het gesloten oppervlak is toegepast, maar bijvoorbeeld gewone grond die water vasthoudt, wordt als algemene regel gesteld dat geen compensatie wordt verlangd. Voorstel van het Hoogheemraadschap is alvast aan te sluiten bij het toekomstige beleid. De bovenzijde van de ondergrondse parkeergarage wordt afgedekt met een laag van 0,5 meter grond. Een deel van de nieuw te bouwen ondergrondse parkeergarage wordt gecompenseerd door de afname van het totale verharde oppervlak. Gezien de oppervlakte van de vervangende nieuwbouw afneemt en circa de helft van dit gebouw wordt voorzien van een vegetatiedak. Rondom de ondergrondse parkeergarage en het gebouw is een park gesitueerd. Gezien de omgeving en de plaatselijke samenstelling van de ondergrond (zandgrond en minimale grondwaterstand op 1,0 m-mv) rond de parkeergarage, zal naar alle waarschijnlijkheid infiltratie van het af te voeren hemelwater niet tot problemen leiden. Afwijking van de toekomstige beleidsregel, met 0,1 meter, is derhalve toelaatbaar.

Conclusie

Uit de watertoets blijkt dat er voor de vervangende nieuwbouw van het provinciehuis geen compenserende maatregelen noodzakelijk zijn. De bovenzijde van de ondergrondse parkeergarage wordt afgedekt met een laag van 0,5 meter grond. Een deel van de nieuw te bouwen ondergrondse parkeergarage wordt gecompenseerd door de afname van het totale verharde oppervlak. Gezien de omgeving en de plaatselijke samenstelling van de ondergrond rond de parkeergarage, zal naar alle waarschijnlijkheid infiltratie van het af te voeren hemelwater niet tot problemen leiden. Afwijking van de toekomstige beleidsregel, met 0,1 meter, is derhalve toelaatbaar.