direct naar inhoud van 4.9 Cultuurhistorie
Plan: Slachthuisterrein
Plannummer: BP3080003
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0392.BP3080003-0003

4.9 Cultuurhistorie

Het slachthuiscomplex heeft een belangrijke architectuurhistorische waarde als een redelijk gaaf bewaard gebleven slachthuiscomplex uit de vroege twintigste eeuw. Ontworpen door de Haarlemse stadsarchitecten J. Leijh en L.C. Dumont als eerste openbare slachthuis van Haarlem heeft het ook cultuurhistorische waarde omdat het de modernisering van de slachtpraktijk laat zien. Tenslotte heeft het ook stedenbouwkundige waarde binnen de later gebouwde Slachthuisbuurt.

Monumenten In 2010 zijn het slachthuis en de gebouwen waarmee het een ensemble vormt, vanwege deze belangrijke cultuurhistorische waarde, aangewezen als gemeentelijk monument. Moderne uitbreidingen aansluitend op oudere bebouwing of vrijstaand vallen buiten de bescherming.

afbeelding "i_NL.IMRO.0392.BP3080003-0003_0005.png"

Afbeelding 5: gemeentelijk monument

Het ontwerp is getekend door stadsarchitect L.C. Dumont. Behalve het eigenlijke slachthuis bevat het complex ook nog een directeurswoning, een kantoor, runderstallen en een keurmeesterswoning. De gebouwen werden uitgevoerd in een overwegend historiserende stijl. Het terrein werd oorspronkelijk behalve door de diverse gebouwen ook bepaald door enige voor het slachtvee bestemde grasvelden. Op het voorste deel van het terrein waren de runderstallen gesitueerd. Het totale complex werd omgeven door hoge bakstenen muren. Daarnaast was er sprake van een monumentale ingangspartij bestaande uit een door smeedijzeren hekwerken omgeven en decoratief vormgegeven rondboogpoort. Deze tussen de directeurswoning en het kantoor gelegen onderdelen zijn later verdwenen en vervangen door de huidige moderne entree.

De directeurswoning staat op de kop van de Slachthuisstraat, de straat die het slachthuis verbindt met het Spaarne en waarlangs ooit het vee naar het abattoir werd geleid. Het is één van de gebouwen die op het terrein het meest intact zijn gebleven. Gesitueerd op de noordwesthoek van het complex straalt het nog steeds voornaamheid uit.

Ten zuiden van de hoofdentree en ten westen van het hoofdgebouw is het kantoor gelegen. Hoewel minder prominent dan de directeurswoning, is het een fraai gebouw met rijk metselwerk en bijzondere details. Ook het interieur van het kantoorgebouw is nog vrijwel intact.

In de zuid-west hoek van het complex liggen de runderstallen. De stallen zijn herkenbaar aan het lichtgeknikte zadeldak met dakkapellen. In de loop der tijd zijn de stallen naar het zuiden uitgebreid. Van alle slachthuisgebouwen zijn de stallen er in bouwkundig opzicht het slechtst aan toe.

In de noord-oosthoek van het slachthuisterrein staat de keurmeesterswoning. De woning wordt nog steeds bewoond.

Het slachthuis heeft een karakteristieke plattegrond bestaande uit een centraal hoofdvolume met een oost-west gang die toegang biedt aan de verschillende subvolumes van het gebouw. Deze onderdelen variëren in hoogte. Destijds waren alle gebouwen afgedekt door bijzondere afgeplatte zadeldaken met in de lengte-as mooi vormgegeven lichtstraten. Aan de zuidgevel van het hoofdgebouw trekt het torentje met puntdak meteen de aandacht. Het torentje is een herkenbaar focuspunt in de omgeving geworden. De hoofdstructuur staat nog steeds overeind en kan na het ontdoen van de latere aanbouwen weer een krachtig volume worden.

Voor de bescherming van de monumenten geldt primair het regime van de gemeentelijke monumentenverordening. Daarnaast wordt de bescherming in het onderhavige bestemmingsplan ingepast door bij het bestemmen van de betreffende panden en directe omgeving, waar nodig rekening te houden met de cultuurhistorische waarde. Bestaande maten (omvang en (goot)hoogte bebouwing) worden zoveel mogelijk vastgelegd.