direct naar inhoud van 5.1 Visie op het plangebied
Plan: Zomerzone Noord
Plannummer: BP3080002
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0392.BP3080002-0003

5.1 Visie op het plangebied

Gebiedsvisie Oostradiaal

Het terugbrengen van water in de Amsterdamsevaart over de hele lengte van het plangebied vormt de basis van de visie. Door het verleggen van de hoofdentree van de Amsterdamsevaart naar de Oudeweg, in combinatie met het versmallen van het profiel en het opheffen van de parallelweg, ontstaat ruimte voor een nieuw programma waar water en groen een belangrijk onderdeel van uitmaken. Het maakt ook de versterking van de woonfunctie ter hoogte van het terrein van Nedtrain mogelijk.

Losse groengebieden langs de Amsterdamsevaart kunnen verbonden worden tot een stadspark van formaat (Vaartpark). De aangrenzende woonbuurten Amsterdamse Buurt, Parkwijk en Zuiderpolder krijgen aansluiting op dit park. Hierin worden cultuurhistorisch waardevolle elementen als de Joodse begraafplaats, het oude stationsgebouw en het voormalige tracé van de Haarlemmermeerspoorlijn, ingepast.

Aan de oostkant van het OV-knooppunt Spaarnwoude ontstaat de nieuwe entree tot de stad. Rondom dit station zijn mogelijkheden voor intensivering door meervoudig ruimtegebruik en multifunctioneel gebruik met een gemengd stedelijk programma. Meerdere modellen zijn hier denkbaar maar dienen nog nadere uitwerking te krijgen.

In de gebiedsvisie Oostradiaal en de Regionale Bereikbaarheidsvisie is de wenselijkheid van een verbinding onder het spoor tussen de Prins Bernhardlaan en de Waarderpolder opgenomen. In het coalitieakkoord en later in raadsmoties is het voornemen tot realisering expliciet uitgesproken. De voorgestelde verbinding valt voor een deel binnen dit bestemmingsplangebied. De verlenging van de Prins Bernhardlaan in noordelijke richting is een bepalende factor in hoeverre de Amsterdamsevaart voor het autoverkeer kan worden afgewaardeerd en het woon- en verblijfklimaat wordt verbeterd. Momenteel vindt een integrale verkeersstudie plaats die in de loop van 2012 duidelijkheid moet scheppen over de (financiële) haalbaarheid van een dergelijke verbinding. Het is daarom nog te vroeg om een dergelijke verbinding juridisch-planologisch vast te leggen in het bestemmingsplan Zomerzone Noord. In het bestemmingsplan wordt ruimte geboden om een dergelijke verbinding en andere ontwikkelingen die voortvloeien uit de Oostradiaal - binnen de wettelijke kaders – maximaal te faciliteren.  

Stedenbouwkundig

Zoals eerder beschreven in hoofdstuk 2.2 heeft het plangebied een zeer gevarieerde stedenbouwkundige opbouw. Tussen en langs belangrijke structurerende elementen als de Amsterdamsevaart, Prins Bernhardlaan en Zomervaart liggen planmatige uitbreidingen uit diverse bouwperioden. Elk van de te onderscheiden stedenbouwkundige typologieën heeft zijn beperkingen maar zeker ook kwaliteiten waardoor er in het algemeen geen behoefte is aan het grootschalig wijzigen van de ruimtelijke vormgeving. Op enkele plaatsen in het plangebied is sprake van behoefte aan verbetering van de vormgeving of gebruik van de ruimte. Verbetering kan plaatsvinden middels kleinschalige ingrepen, herstructurering of herinrichting.

De belangrijke stedenbouwkundige aandachtspunten in dit gebied zijn:

  • de barrièrewerking die uitgaat van de Prins Bernhardlaan
  • de beperkte ruimtelijk relatie tussen Parkwijk en de Zuiderpolder
  • het vergroenen van de groenarme buurten
  • de vormgeving van de Amsterdamsevaart als vernieuwde stadsentree zoals beschreven in de Gebiedsvisie Oostradiaal

Het stedenbouwkundig hoofduitgangspunt voor het plangebied is behoud van de bestaande structuur. Het gebied heeft voornamelijk een woonfunctie en deze blijft ook behouden. De bestaande gronden en bestemmingen worden grotendeels conform het huidige gebruik bestemd. Dit neemt niet weg dat zich desondanks ontwikkelingen voor kunnen doen, passend binnen de beschreven beleidskaders. Op verscheidene plekken, waar dat stedenbouwkundig niet bezwaarlijk is of sprake is van een historische gegroeide situatie, worden extra bebouwingsmogelijkheden mogelijk gemaakt, bijvoorbeeld door het naar achter schuiven van de achterrooilijn of het mogelijk maken van een dakopbouw. Op andere locaties, zoals in de buurt van het Drilsmaplein, is juist gekozen om vast te houden aan lage goothoogtes om de oorspronkelijke karakteristiek van de buurt te behouden en de straten van voldoende licht en lucht te blijven voorzien. Daarnaast krijgen de randen van het stedelijke gebied zoals bij de Zuiderpolder specifieke aandacht. Om hier eventuele verrommeling te voorkomen is hier waar achtertuinen aansluiten op het openbare (buiten)gebied veelal gekozen voor een tuinbestemming waarin bebouwing en hoge schuttingen worden uitgesloten.

Functioneel

In de buurten rondom de binnenstad wordt functiemenging beoogd. Deze functiemenging komt vooral tot uiting in de direct aan de binnenstad grenzende Oude Amsterdamsebuurt. Wonen is echter veruit de meest voorkomende functie binnen het plangebied. Op een aantal plaatsen zoals Amsterdamstraat-Nagtzaamplein, rond het Beatrixplein en het van Zeggelenplein, vindt men een concentratie voorzieningen, al dan niet in combinatie met wonen op verdiepingen.

Uitgangspunt is dat het plangebied voornamelijk een woonbuurt blijft. Beroepsuitoefening aan huis moet echter wel mogelijk blijven. Bij (ver)nieuwbouw dient eveneens rekening gehouden te worden met bijzondere woonvormen, zoals kleinschalig groepswonen en woonzorgaccommodaties. Met name op locaties die gunstig liggen ten opzichte van voorzieningen, dient voorrang gegeven te worden aan woningen voor ouderen.

Met het oog op de gewenste functiemenging blijft er ruimte voor kleinschalige bedrijvigheid. Een concentratie van bedrijvigheid is te vinden aan de Amsterdamsevaart bij de kop van de Amsterdamstraat. Voor het overige liggen er verspreid door het plangebied diverse bedrijven die ook als zodanig bestemd worden. Dat moeten wel bedrijven zijn die binnen categorie A en B van de zoneringslijst (bijlage 1 bij voorschriften) vallen.

Detailhandelsvoorzieningen zijn geconcentreerd langs de Amsterdamstraat en aan het Beatrixplein. Ook voor dagelijkse goederen kan men hier terecht. Nieuwe winkelvestigingen dienen in deze winkelconcentraties gevestigd te worden. Met het oog op de geringe levensvatbaarheid voor detailhandel en gewenste flexibiliteit is de voormalige winkelstrip aan het van Zeggelenplein ruimer bestemd.

De kleinschalige zakelijke dienstverlening is vaak aan woonadressen gebonden of komt daarmee in combinatie voor. Grootschalige kantoorgebouwen liggen langs de Amsterdamsevaart en bij station Haarlem Spaarnwoude.

Door het gehele gebied heen zijn diverse maatschappelijke voorzieningen aanwezig. Meer dan aan uitbreiding van het huidige voorzieningenniveau, bestaat er behoefte aan clustering van maatschappelijke voorzieningen. Tevens dient er ingezet te worden op multifunctionele accommodaties. Een voorbeeld is de brede school die ook bv. een kinderdagverblijf, voor- en naschoolse opvang en welzijn accommodeert. Een en ander wordt in het bestemmingsplan mogelijk gemaakt door een gespecificeerde omschrijving van de functie maatschappelijke doeleinden.