Plan: | Zomerzone Noord |
---|---|
Plannummer: | BP3080002 |
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0392.BP3080002-0003 |
Externe veiligheid betreft het beheersen van risico's die ontstaan voor de omgeving door het gebruik, de opslag en het vervoer over weg, water, spoor en door buisleidingen, van gevaarlijke stoffen zoals bijvoorbeeld vuurwerk, LPG, fossiele brandstoffen en oplosmiddelen. Deze activiteiten leggen beperkingen op aan ruimtelijke ontwikkelingen van een gebied. Er zijn veiligheidsafstanden nodig tussen bedrijven en of (spoor) wegen waar gevaarlijke stoffen worden opgeslagen en/of vervoerd, de risicobronnen, en kwetsbare objecten (bv. woningen, scholen). Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) wil burgers in hun woon- en leefomgeving een wettelijk minimum beschermingsniveau bieden tegen gevaarlijke stoffen.
Toetsing
Voor het plangebied geldt dat er in of in de directe omgeving van het plangebied geen bedrijven (inrichtingen) aanwezig zijn die onder artikel 2 van het Bevi vallen.
Over het nabijgelegen spoor vindt geen vervoer van gevaarlijke stoffen meer plaats. Door het wegvallen van dit vervoer van ammoniak is deze bron van risico verdwenen. Wel zal er in de toekomst nog steeds in beperkte mate vervoer van gevaarlijke stoffen mogen plaats vinden. Dit hangt af van de verdere invulling van het basisnet Spoor in de loop van 2010. De hiermee nog gepaard gaande risico's zullen echter naar verwachting zeer beperkt zijn.
Midden door het plangebied vindt met ontheffing over de Prins Bernhardlaan en aansluitend de Schipholweg en Amsterdamsevaart (oostwaarts) vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Het betreft LPG transport ter bevoorrading van de verkooppunten aan de A200 en A205. Voor het overige is geen sprake van vervoer van gevaarlijke stoffen. In het plangebied ligt een hogedruk gastransportleiding. Deze loopt langs de Prins Bernhardlaan en een deel van de Amsterdamsevaart.
Geconcludeerd kan worden dat er in de bestaande situatie geen risico's zijn in het kader van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
In het bestemmingsplan wordt door woningcorporatie Ymere de herontwikkeling mogelijk gemaakt van het perceel aan de Prins Bernhardlaan en de Berlagelaan. Ymere is voornemens om circa 110 nieuwe appartementen te realiseren binnen het plangebied. Op basis van het Besluit Externe veiligheid Buisleiding (Bevb) dient een herberekening van het groepsrisico plaats te vinden.
In het plangebied is een regionale gasleiding gelegen. Op deze leiding zijn de gegevens uit de onderstaande tabel van toepassing.
Leiding | diameter | druk (bar) | afstand PR 10-6 - contour (m) | afstand invloedsgebied | belemmeringenstrook (M) | ||||
aardgas- transport (W-532-01) | 12 inch | 40 | 0 | 140 | 5 |
Plaatsgebonden risico
De Pr 10-6 ligt op de buisleiding waardoor er geen (beperkt) kwetsbare objecten binnen deze contour zijn gelegen. Uit de berekening blijkt dat de Pr contour ook bij de voorgenomen ontwikkeling op de buisleiding ligt waardoor het Pr geen belemmering vormt voor de gewenste ontwikkeling.
Verantwoording van het groepsrisico
Ten behoeve van deze ontwikkeling is een kwantitatieve risicoanalyse (QRA) uitgevoerd. De Brandweer Kennemerland heeft op 13 maart 2012 een aanvullend advies uitgebracht. Het advies is in bijlage 5 van de toelichting opgenomen.
Personendichtheid
De nieuwbouw bevolkingsdichtheid is gebaseerd op 110 appartementen waar gemiddeld 2,4 personen per huishouden aanwezig zijn (tabel 16.2 handreiking verantwoording groepsrisico).
Zelfredzaamheid
Ten aanzien van het aspect zelfredzaamheid met betrekking tot deze ontwikkeling kan worden opgemerkt dat er binnen het invloedsgebied geen groepen voorkomen die als verminderd zelfredzaam kunnen worden aangemerkt. Er zijn meerdere vluchtroutes van de risicobron af gericht.
De infrastructuur in de omgeving is op een juiste manier ingericht, wat ontvluchting mogelijk maakt bij calamiteiten.
Bestrijdbaarheid
Ten aanzien van de bestrijdbaarheid geldt dat het plangebied goed bereikbaar is voor hulpdiensten. Binnen het plangebied zijn voldoende opstelplaatsen (groenstroken en parkeerplaatsen) voor hulpdiensten aanwezig. Nabij de aardgasleiding zijn voldoende bluswatervoorzieningen aanwezig om escalatie te voorkomen.
Toetsing aan de oriënterende waarde
De ontwikkeling heeft effect op het groepsrisico. De overschrijdingsfactor van de buisleiding W-532-01 van N.V. Nederlandse Gasunie, neemt door toedoen van de voorgenomen ontwikkeling toe van 0.328 tot 0.457. Hiermee blijft het groepsrisico onder de oriëntatie waarde (van 1.0).
Maatregelen ter beperking van het GR door de exploitant.
De leidingbeheerder dient conform de voorbereide procedures vanuit zijn commandocentrum op afstand de toevoer van aardgas af te sluiten.
Conclusie
Het bestemmingsplan voldoet aan de grenswaarde voor het PR. Het plangebied ligt deels binnen het invloedsgebied voor het GR van een aardgastransport- leiding. Het GR is verantwoord en wordt aanvaardbaar geacht.