direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch met waarden
Plan: Zomerzone Noord
Plannummer: BP3080002
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0392.BP3080002-0003

Artikel 3 Agrarisch met waarden

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. grondgebonden agrarische bedrijvigheid;
  • b. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van natuur en landschappelijke waarden van de gronden;
  • c. recreatief medegebruik;
  • d. bij de bestemming behorende 'andere bouwwerken', groenvoorzieningen, wegen en paden, tuinen, erven en terreinen, waterlopen en waterpartijen, voorzieningen voor de waterhuishouding.

3.2 Bouwregels

Binnen de bestemming 'Agrarisch met natuur- en landschapswaarden' mogen bouwwerken worden opgericht onder de volgende voorwaarden:

3.2.1 Andere bouwwerken
  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 1,5 m bedragen;
  • b. de maximale bouwhoogte van overige 'andere bouwwerken' mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • c. de hoogte van overige 'andere bouwwerken' mag niet meer dan 3 m bedragen.

3.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder c Wabo wordt in elk geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken voor:

  • a. prostitutie en seksinrichtingen;
  • b. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, waaronder kampeermiddelen, van aan hun gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond en bodemspecie, puin- en vuilstortingen. Deze bepaling is niet van toepassing op opslag van materialen welke noodzakelijk is voor de realisering van de bestemming, welke voortvloeien uit het normale dagelijkse onderhoud;
  • c. wonen, anders dan wonen in een bedrijfswoning;
  • d. bijgebouwen als zelfstandige woning;
  • e. kampeerterrein.

3.4 Omgevingsvergunning-aanlegvergunning
  • 1. Voor de volgende werken of werkzaamheden is een aanlegvergunningvereist:
    • a. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
    • b. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen;
    • c. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;
    • d. het verlagen of verhogen van het grondwaterpeil;
    • e. het aanleggen of verwijderen van van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden en het rooien en/of kappen van bos of andere houtgewassen;
    • f. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.

  • 2. Geen aanlegvergunning is vereist voor werken of werkzaamheden die:
    • a. betrekking hebben op normaal onderhoud, gebruik en beheer;
    • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
    • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.