direct naar inhoud van 4.7 Natuurwaarden
Plan: Oude Stad
Plannummer: BP1080005
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0392.BP1080005-0004

4.7 Natuurwaarden

De natuurwetgeving in Nederland richt zich enerzijds op soortenbescherming en anderzijds op gebiedsbescherming. Er is geen apart onderzoek gedaan naar de consequenties van natuurwetgeving voor dit bestemmingsplan.

Gebiedsbescherming

In het kader van de natuurtoets is nagegaan of het plangebied binnen een speciale beschermingszone volgens de Natuurbeschermingswet valt. Tevens is nagegaan of vanuit het bestemmingsplangebied invloed wordt uitgeoefend op Natura-2000 gebieden in de omgeving.

Het bestemmingsplangebied Oude Stad maakt geen deel uit van een Natura-2000 gebied. Het plangebied ligt op minimaal 1500 meter afstand van de duinen van Zuid-Kennemerland en is daarvan gescheiden door stedelijke bebouwing, drukke wegen en twee watergangen. Dat betekent, dat het bestemmingsplangebied geen significante gevolgen voor het Natura 2000-gebied kan hebben.

Soortenbescherming

In de Flora- en faunawet is bepaald dat alle in Nederland van nature voorkomende soorten vallen onder de algemene zorgplicht. Voor soorten die een wettelijke beschermde status genieten, moet ontheffing worden aangevraagd. Er is sprake van een consoliderend bestemmingsplan. De instandhouding van de beschermde soorten is vanwege dit bestemmingsplan dan ook niet in het geding.

Bij nieuwe ontwikkelingen moet in principe altijd worden getoetst of er sprake is van significante negatieve effecten op de aanwezige dier- en plantensoorten. Binnen het plangebied "Oude stad " zijn op diverse plekken gierzwaluwen (o.a. oude HBS-A en B) en vleermuizen (onder het dak van de Grote Bavokerk aan de Grote Markt) gesignaleerd. Dit betreft dan de dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis. Deze soorten wonen in gebouwen. Wanneer deze soorten aanwezig zijn in een af te breken of een te renoveren pand, dient ontheffing van de beschermingsverplichting te worden aangevraagd.

Algemeen voorkomende soorten amfibieƫn, zoals de bruine kikker, kleine watersalamander en gewone pad kunnen in binnentuincomplexen voorkomen. Deze soorten zijn wel wettelijk beschermd, maar niet meer ontheffingsplichtig. Bij vernietiging van een leefgebied is er de verplichting de dieren te (laten) verplaatsen naar een ander geschikt leefgebied.

De oude muren in de binnenstad en de kademuren vormen een belangrijk onderdeel van het verspreidingsgebied van beschermde varensoorten. Op basis van de algemene zorgplicht is aandacht nodig om soorten duurzaam te laten voortbestaan.