Plan: | Bakenes |
---|---|
Plannummer: | BP1080001 |
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0392.BP1080001-0003 |
Met een bestemming wordt tot uitdrukking gebracht welke gebruiksdoelen of functies, met het oog op een goede ruimtelijke ordening, aan de in het plan begrepen gronden zijn toegekend. Niet iedere functie leent zich voor een eigen bestemming. Of dit zo is, hangt af van de ruimtelijke relevantie, of wel van de mate waarin de betrokken functie invloed heeft op zijn omgeving of daaraan eisen stelt. Behalve om functies gaat het bij bestemmingen altijd om concreet ruimtegebruik of om fysiek aanwezige ruimtelijke objecten. Een bestemming heeft altijd betrekking op een geometrisch bepaald vlak. Lijn- en puntbestemmingen komen niet voor. De verbeelding van een bestemming bestaat dus nooit uit een lijn of een punt. De bestemmingen worden gescheiden door bestemmingsgrenzen.
Artikel 3 Bedrijf
De bestemming bedrijf is bedoeld voor bestaande bedrijfsgebouwen of gronden die uitsluitend bestemd zijn voor bedrijfsmatige activiteiten en bijbehorende voorzieningen. De bedrijfsbestemming is opgenomen voor de gronden achter de Bakenessestraat. De bedrijfsbebouwing is enkel toegestaan op de gronden waar een bouwvlak is opgenomen. Wanneer er geen bouwvlak is opgenomen heeft het de bestemming bedrijf-onbebouwd. Parkeervoorzieningen zijn toegestaan.
Bestaande nutsgebouwen met een oppervlakte groter dan 10 m2 zijn bestemd als Bedrijf met de aanduiding (nv) nutsvoorziening. Kleinere nutsvoorzieningen zijn mogelijk gemaakt binnen andere bestemmingen. Als bestemming 'Bedrijf' met de aanduiding nutsvoorziening is in dit bestemmingsplan de nutsvoorziening op de hoek van de Vrouwestraat en 't Krom en het Philip Frankplein opgenomen.
Artikel 4 en 5 Centrum 1 en 2
De bestemming 'Centrum' wordt alleen gebruikt als 'sprake is van een dorps- of stadskern in planologische/stedebouwkundige zin.' (SVBP 2008). Het betreft onder meer het gebied binnen de Haarlemse binnenstad waar het kernwinkelapparaat geconcentreerd is. In dit bestemmingsplan komen de bestemmingen Centrum 1 en Centrum 2 voor.
C1 (hoofdwinkelstraten in kernwinkelgebied):
Kenmerk: aaneengesloten front van winkels en publieksgerichte functies. Op de begane grond komt de woonfunctie niet voor.
Binnen deze bestemming is op de begane grond detailhandel, daghoreca (h=1), hotel (h=4), kantoren en dienstverlening en een galerie toegestaan. Behorend bij de detailhandel zijn ook horeca-activiteiten toegestaan. Verder is horeca toegestaan als dat via een functieaanduiding op de verbeelding is opgenomen. (zie functieaanduidingen)
Op de bovenverdiepingen is wonen en een hotel toegestaan. Via een afwijkingsbevoegdheid kan de begane grondfunctie toegestaan worden op de verdieping.
C2 (aanloopstraten in kernwinkelgebied):
Kenmerk: Onderscheid met C1 is dat in C2 op de bovenverdieping alleen wonen en hotel zijn toegestaan. Op de begane grond komt de woonfunctie beperkt voor.
Binnen deze bestemming zijn op de begane grond detailhandel, kantoren en dienstverlening met loketfunctie, galerie, daghoreca (h=1), hotels (h=4) toegestaan. Op de bovenverdiepingen is alleen wonen en hotel toegestaan. Ondergeschikt aan de woonfunctie is aan-huis-verbonden- beroepen, Bed and Breakfast en gastouderschap toegestaan.
Functieaanduidingen
Binnen de bestemming Centrum-1 en Centrum-2 komen vier typen horeca voor. De daghoreca (h=1) en hotels (h=4) zijn overal mogelijk.
H= 1: horecabedrijven die hoofdzakelijk overdag eenvoudige etenswaren verstrekken en als nevenactiviteit licht- en niet-alcoholische dranken verstrekken, zoals lunchrooms, ijssalons, koffie/theehuizen en gelijkwaardige horecabedrijven. Deze horecabedrijven (complementaire daghoreca) hebben openingstijden die meestal gerelateerd zijn aan winkeltijden. Dit wil niet zeggen dat de daghoreca exact ook deze tijden moet hanteren, maar het moet hier wel een relatie mee hebben, het gaat erom dat er geen publiek naar de locatie getrokken wordt specifiek voor de horecafunctie. De locatie is gerelateerd aan detailhandel, er is (vrijwel) geen extra verkeersaantrekkende werking, het beoogd publiek is er al want komt voor andere (detaillhandels)functies. Bepalend is de relatie met de winkeltijden c.q. andere functies.
H<_2: horecabedrijven die hoofdzakelijk maaltijden verstrekken en als nevenactiviteit alcoholische en niet-alcoholische dranken verstrekken waarbij de nadruk ligt op het verstrekken van maaltijden, zoals restaurants en eethuisjes en gelijkwaardige horecabedrijven. Deze horecabedrijven (maaltijdverstrekking onafhankelijk van winkeltijden) onderscheiden zich door aard van de functie en openingstijden, hebben in de regel vooral fiets- en voetgangersverkeer en maar een beperkte verkeersaantrekkende werking voor autoverkeer.
H<_3: horecabedrijven die hoofdzakelijk dranken en eten verstrekken waarbij de nadruk ligt op het verstrekken van dranken, zoals cafés en eetcafés en gelijkwaardige horecabedrijven. Horecabedrijven zoals cafés (verkoop alcohol als hoofdactiviteit, muziek/dansen en eten bijkomstig) onderscheiden zich door openingstijden (vroeg open en laat dicht), normaliter een geleidelijker instroom en uitstroom van bezoekers dan discotheken, minder verkeersaantrekkende werking (meer fiets/voetgangers verkeer), vaak een beperkte omvang, veel alcoholgebruik, potentieel zware overlast voor directe omgeving doordat alcoholverstrekking hoofddoel is.
H= 4: horecabedrijven die hoofdzakelijk logies per nacht verstrekken met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en dranken en het houden van bijeenkomsten/vergaderingen/congressen. Horecabedrijven zoals hotels en pensions onderscheiden zich door verkeersaantrekking (af en aanrijden van taxi's en/of bussen), gebruik van de hotelfunctie vooral door gasten, verder weinig publiekaantrekking, in de regel minder overlast dan bij cafés of discotheken mede door een beperkter alcoholgebruik ter plaatse en geen grote bezoekersaantallen.
Artikel 6 Cultuur en ontspanning
De bestemming 'Cultuur en ontspanning' wordt gebruikt voor het Teylers museum, de Toneelschuur, de Philharmonie. Binnen deze bestemming zijn ondergeschikte voorzieningen mogelijk zoals (kleinschalige) horeca en (kleinschalige) detailhandel. Dit is geregeld in de vergunningen. Ook de omvang van de horeca-activiteiten is in de vergunningen geregeld, zo zijn op de eerste verdieping van het gebouw van de Philharmonie aan de Lange Begijnestraat 11 ook horeca-activiteiten toegestaan in de Van Beinumzaal, Van Warmerdamzaal en in de aangrenzende foyerruimten
Functieaanduidingen
Enkel waar op de verbeelding de aanduiding Wonen (w) is opgenomen is de woonfunctie toegestaan zowel op de begane grond als de verdieping.
Artikel 7 -9 Gemengd 1,2 en 4
De bestemming 'Gemengd' wordt gebruikt voor gebouwen waarin een menging van wonen en werken aanwezig of gewenst is. De milieuhinder van werkfuncties moet passen binnen de categorie A en B van de bedrijvenlijst.
Binnen de bestemming Gemengd in dit bestemmingsplan worden drie typen onderscheiden.
GD 1: (wonen en op begane grond beperkt verkeeraantrekkende functies): deze bestemming wordt vooral gebruikt voor gebouwen in gebieden waar hoofdzakelijk wordt gewoond waar op de begane grond zowel wonen als kleinschalige functies met een beperkte verkeeraantrekkende werking en hinder zijn toegestaan, zoals kantoor, praktijkruimten, ateliers en kleinschalige bedrijven. Op de overige verdiepingen is uitsluitend wonen toegestaan.
GD 2: (wonen en op begane grond meer verkeeraantrekkende functies): deze bestemming wordt vooral gebruikt voor gebouwen in aanloopstraten naar het centrum waar op de begane grond zowel wonen als (beperkt dan wel meer verkeeraantrekkende) kleinschalige functies zijn toegestaan, zoals detailhandel, kantoor, dienstverlening, kleinschalige bedrijven, praktijkruimte en atelier. Behorend bij de detailhandel zijn ook (ondergeschikte) horeca-activiteiten toegestaan. Op de overige verdiepingen is uitsluitend wonen toegestaan.
GD 4: (wonen en werken): Deze bestemming wordt gebruikt voor gebouwen waar op de begane grond én op de overige verdiepingen zowel wonen als werkfuncties zijn toegestaan zoals kantoor, dienstverlening, praktijkruimte. Vaak gaat het om gebouwen die (onder meer door hun ligging, grootte en/of monumentale status) een bijzonder uitstraling hebben. Detailhandel en bedrijven zijn niet toegestaan.
Gerelateerd aan de woonfunctie is beroepsuitoefening aan huis, bed & breakfast en gastouderschap toegestaan.
Gemengd 1 | Gemengd 2 | Gemengd 4 | |
Begane grond | |||
Wonen | Wonen | Wonen | |
Kantoor (zonder loketfunctie) | Kantoor (eventueel met loketfunctie) | Kantoor (eventueel met loketfunctie) | |
Praktijkruimte/ atelierruimte | Praktijkruimte/ atelierruimte | Praktijkruimte/ atelierruimte | |
Dienst- verlening |
Dienst- verlening |
||
Detailhandel | |||
Bedrijven | Bedrijven | ||
Verdieping | |||
Wonen | Wonen | Wonen | |
Kantoor (eventueel met loketfunctie) | |||
Praktijkruimte/ atelierruimte | |||
Dienstverlening | |||
Tabel 7.1 Gemengd
Functieaanduidingen
Het is mogelijk om binnen de bestemming Gemengd functies toe te laten dan wel uit te sluiten door middel van een aanduiding. Op deze manier kunnen bestaande of gewenste situaties die niet binnen de systematiek passen wel positief bestemd worden.
De maatschappelijke instellingen die als activiteit een kantooruitstraling hebben (stichtingen) worden als passend gezien in de bestemming waar ook kantooractiviteiten zijn toegestaan. Binnen de bestemming gemengd zijn praktijkruimten toegestaan zoals tandartspraktijk, dierenartspraktijk, fysiotherapiepraktijk etc. Andere maatschappelijke voorzieningen als een kinderdagverblijf (sm-kdv) en dagopvang (m) zijn via een functieaanduiding mogelijk gemaakt. Onder dagopvang wordt dagbesteding verstaan voor bijvoorbeeld jongeren of gehandicapten verstaan. Hieronder wordt geen nachtopvang voor dak- en thuislozen verstaan.
Horecafuncties worden niet standaard binnen de bestemming gemengd toegestaan, maar altijd met een aanduiding op de verbeelding weergegeven. Binnen de bestemming Gemengd 1, 2 en 4 komen vier typen horeca voor. Dit is via een functieaanduiding mogelijk gemaakt. Zie daarvoor de bestemming Centrum
Het beleid is gericht op verruiming van de hotelaccommodaties. Dat krijgt in deze bestemming Gemengd-2 gestalte door via een afwijkingsbevoegdheid de hotelfunctie mogelijk te maken.
Voor de panden waar legaal seksinrichtingen gevestigd zijn hebben een hoofdbestemming gekregen die past bij de schaal van de buurt en bij de bestaande omringende functies. De seksinrichtingen zijn vervolgens met een aanduiding (si) weergegeven op de verbeelding. Er is geen onderscheid gemaakt in typen seksinrichting zoals raamprostitutie, bordeel etc..Dit wordt geregeld in de benodigde vergunningen.
Kamerverhuur is mogelijk gemaakt voor de panden die nu als kamerverhuur gebruikt worden. Er is gekozen voor een aanduiding (kv) voor de bestaande kamerverhuurlocaties om daarmee de regie te houden op verder omzetting van grote panden naar kamerverhuur.
Een zwembad is mogelijk gemaakt voor de panden die nu als zwembad gebruikt worden. Er is hiervoor de aanduiding (zb) op de verbeelding opgenomen. Ondergeschikte horeca-activiteiten ( h<- 3) zijn toegestaan.
Artikel 10 Groen
De (openbare) groengebieden van structurele aard zijn specifiek bestemd als 'Groen'; bermen en bomen langs wegen maken onderdeel uit van de bestemming 'Verkeer'.
Binnen de bestemming 'Groen' is de bouw van gebouwen ten behoeve van groenvoorzieningen toegestaan, waaronder nutsgebouwtjes, abri's, (ondergrondse) afval- en recyclebakken, lichtmasten, reclameborden en andere bouwwerken zoals fietsenrekken. De oppervlakte van gebouwen mag per gebouw niet meer bedragen dan 10 m2 en de hoogte niet meer dan 3 meter.
Binnen de bestemming 'Groen' zijn speelvoorzieningen toegestaan.
Artikel 11 Maatschappelijk
Met de bestemming “Maatschappelijk” wordt gedoeld op activiteiten, gebouwen of terreinen met een functie op het gebied van onderwijs, openbaar bestuur, cultuur, welzijn, religie, zorgwoningen, uitvaartcentrum en/of gezondheid(szorg).
Ondergeschikt aan de maatschappelijke voorziening mogen detailhandel- , sport- en niet overlastgevende horeca-activiteiten (uit de categorieën 1 en 2) plaatsvinden.
De maatschappelijke instellingen die als activiteit een kantooruitstraling hebben (stichtingen) en praktijkruimten worden ook als passend gezien in bestemmingen waar ook een kantoor mogelijk is (Centrum 1 en 2 en Gemengd 1, 2, en 4)
Functieaanduiding
Er zijn ook maatschappelijke activiteiten die qua schaal en/of hinder voor de omgeving (geluid, parkeren) meer maatwerk verlangen. Het maatwerk vindt altijd plaats door middel van een aanduiding binnen de bestemming maatschappelijk. Specifieke vorm van maatschappelijk- dak en thuislozenopvang (sm-dto). Op het pand waar deze aanduiding is opgenomen is de dag- en nachtopvang aan dak- en thuislozen van Leger des Heils toegestaan.
Artikel 12-14 Tuin 1, Tuin 2 en Tuin 3
De in het gebied niet voor gebouwen bedoelde gronden behorende bij onder andere woningen en gemengde doeleinden worden bestemd als 'Tuin 1', Tuin 2 of Tuin 3.
Binnen de Tuin 1 bestemming zijn slechts erkers, tuinen en verhardingen toegestaan. Onder voorwaarden kunnen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde worden toegestaan zoals erfafscheidingen en vlaggenmasten. Een aan- of uitbouw of een bijgebouw zoals een berging kan niet binnen deze bestemming worden gebouwd. Parkeren in tuinen met bestemming 'Tuin 1' is slechts toegestaan waar dit met een aanduiding (p) in de verbeelding is aangegeven.
De op de verbeelding voor 'Tuin 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen en erven behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdbebouwing. Deze bestemming komt met name voor in tuinen aan de achterkant van gebouwen, de zogeheten erven. Op deze gronden mogen onder voorwaarden aan- en uitbouwen en bijgebouwen worden gebouwd. Het is niet toegestaan dat de gronden met de bestemming 'Tuin 2' geheel worden volgebouwd. Dit in het belang van de woonkwaliteit in de vorm van voldoende openheid. In de planregels zijn daarom maximale bouwregels opgenomen. De gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 50 procent van het bestemmingsvlak met een maximum oppervlakte van 40 m². De hoogte van de aan- en uitbouwen mogen tot 4 meter hoog en losse bijgebouwen tot 3 meter hoog. Legale bebouwing die hoger is dan 3 meter of meer dan 50% bedraagt van het bestemmingsvlak wordt via een aanduiding op de kaart mogelijk gemaakt. Dakterrassen zijn toegestaan op aan- en uitbouwen tenzij er sprake is van privaatrechtelijke belemmeringen.
Parkeren op gronden met de bestemming 'Tuin 2' is toegestaan in gebouwde voorzieningen én waar dit met een aanduiding in de verbeelding is aangegeven.
De op de verbeelding voor 'Tuin 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen en erven behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdbebouwing. De gronden die onder deze bestemming vallen mogen voor 100 procent worden bebouwd. De bouwhoogte van aan- en uitbouwen mag maximaal 4 meter bedragen; de bouwhoogte van bijgebouwen en van andere bouwwerken mag maximaal 3 meter bedragen. Legale bebouwing die hoger is dan 3 meter wordt via een aanduiding op de kaart mogelijk gemaakt. Dakterrassen zijn toegestaan op aan- en uitbouwen tenzij er sprake is van privaatrechtelijke belemmeringen.
Parkeren op gronden met de bestemming 'Tuin 3' is toegestaan in gebouwde voorzieningen én waar dit met een aanduiding in de verbeelding is aangegeven.
Functieaanduidingen
Parkeren op onbebouwde gronden in tuinen is slechts toegestaan waar dit met een aanduiding (p) op de verbeelding is aangegeven. Dit geldt ook voor verharding ten behoeve van het parkeren van voertuigen. Parkeren binnen de bebouwing is wel toegestaan
Voor de achterbebouwing waar legaal seksinrichtingen gevestigd zijn, is dit met een aanduiding (si) weergegeven op de verbeelding. Er is geen onderscheid gemaakt in typen seksinrichting zoals raamprostitutie, bordeel etc.. Dit wordt geregeld in de benodigde vergunningen.
Artikel 15 Verkeer
De in het plangebied voorkomende wegen, met bijbehorende bermen, parkeerplaatsen, bomen, fiets- en voetpaden en alle andere bijbehorende voorzieningen zijn ondergebracht in de verzamelbestemming 'Verkeer'. Binnen de bestemming 'Verkeer' zijn groen-, water- en speelvoorzieningen toegestaan evenals bouwwerken ten behoeve van de verkeers- en verblijfsfunctie, waaronder nutsvoorzieningen, abri's, (ondergrondse) afval- en recyclebakken, verkeers- en lichtmasten, reclameborden en andere bouwwerken zoals fietsenrekken. Terrassen, standplaatsen, uitstallingen en kiosken worden mogelijk gemaakt binnen de verkeersbestemming, waar en of deze geplaatst worden, wordt geregeld in de benodigde vergunningen.
Tenzij anders aangegeven op de verbeelding mag de hoogte van gebouwen niet meer bedragen dan 3 meter en mag de oppervlakte (met uitzondering van autostalling) niet meer bedragen dan 10 m2. Uitzondering is een de maximale bouwhoogte voor een brugwachtersvoorziening, deze bedraagt 5 meter.
Binnen de bestemming 'Verkeer' moet ruimte gelaten worden om zonodig veranderingen te kunnen aanbrengen in de inrichting van de openbare ruimte, afgestemd op wijzigende behoeften. Gedacht kan worden aan ruimte voor diverse verkeerstechnische aanpassingen (zoals veiligere inrichtingen), goede inrichting voor fietsers en voetgangers, goede en voldoende parkeervoorzieningen, verkeersremmende maatregelen in woonstraten (drempels, 30-kilometer zones), stallingmogelijkheden voor fietsen en aanleg van kleine groen- en speelvoorzieningen. Bij de inrichting van de openbare ruimte moeten gebruik, veiligheid en beeldkwaliteit samengaan. In de regels wordt de bestemming 'verkeer' zodanig ruim omschreven dat deze wijzigingen in de openbare ruimte doorgevoerd kunnen worden zonder dat het bestemmingsplan gewijzigd hoeft te worden.
Het karakteristieke gebogen stratenpatroon is vastgelegd in de bestemming 'Verkeer'. Daarop mag niet worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken voor voorzieningen van openbaar nut, speelvoorzieningen en bouwwerken ten dienste van de bestemming Verkeer. Deze wijze van bestemmen draagt bij aan de bescherming van het beschermd stadsgezicht.
Functieaanduidingen
Binnen de bestemmingen w.o. Centrum, Gemengd, Maatschappelijk zijn ondergrondse parkeervoorzieningen toegestaan, de in- en uitrit van de parkeervoorzieningen is vastgelegd middels een functieaanduiding (sv- iupg).
Er is een aanduiding brug (br) opgenomen op de verbeelding.
Artikel 16 Water
De in het plangebied voorkomende waterlopen, waterwegen en waterpartijen, en bijbehorende voorzieningen zijn ondergebracht in de bestemming 'Water'. Deze gronden zijn bestemd voor verkeer over water, waterberging en de waterhuishouding, waterlopen en waterpartijen, groenvoorzieningen, oevers, kunstwerken en bijbehorende voorzieningen, zoals (voetganger/ fiets bruggen, sluizen, stuwen, dammen, steigers, duikers, gemalen. Op gronden met de bestemming 'Water' mag niet worden gebouwd, behoudens waar het gaat om het veranderen of vernieuwen van bestaande beschoeiingen, kaden, aanlegplaatsen, remmingen, meerpalen en dukdalven.
Fiets-/ voetgangersbruggen zijn mogelijk in de waterbestemming, bruggen voor autoverkeer niet.
Het water is in beheer bij Hoogheemraadschap. Naast een toets aan het bestemmingsplan dient voor alle werkzaamheden op, onder en nabij watergangen ook advies c.q. vergunning aangevraagd worden bij het Hoogheemraadschap. Ook voor het graven, verbreden of dempen van oppervlaktewater is een vergunning nodig. Het bestemmingsplan neemt de toetsingscriteria voor deze voorziening niet over.
Functieaanduidingen
In dit bestemmingsplan wordt via een aanduiding steigers (ste) een zone aangegeven waar steigers mogelijk zijn die afwijken van de maten zoals beschreven in de bouwregels artikel 16.2
De ligplaats voor vaartuig een met bedrijfsmatige activiteit is niet via een aanduiding mogelijk gemaakt omdat het een tijdelijke vergunning betreft. Woonschepen, hotel- en horecaschepen zijn niet toegestaan in dit bestemmingsplangebied.
Artikel 17 Wonen
De bestemming 'Wonen' is bedoeld voor gebouwen binnen het plangebied die voornamelijk voor woningen worden gebruikt.
Het gebruiken en inrichten van woningen en bijgebouwen voor beroepsmatige activiteiten aan huis is mogelijk mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Zo zijn alleen dienstverlenende beroepen mogelijk en mag er geen overlast voor de woonomgeving ontstaan. Bovendien geldt als uitgangspunt dat de woonfunctie gehandhaafd dient te blijven.
Aan huis verbonden, dienstverlenende beroepen kunnen bijvoorbeeld zijn: kleine adviesbureaus, kleine financiële instellingen, pedicures en praktijkruimten voor de zogenaamde vrije beroepen zoals arts, tandarts en notaris.
Daarnaast is ook mits gekoppeld aan de woonfunctie, Bed & breakfast en gastouderschap toegestaan. Bed & breakfast is toegestaan voor zover het maximaal 4 bedden over maximaal 2 kamers betreft en gastouderopvang is toegestaan voor zover de regels Wet Kinderopvang aangaande gastouders nageleefd worden.
De omvang van de beroepsmatige activiteiten, Bed & breakfast en gastouderschap is gelimiteerd tot maximaal 35 procent van het brutovloeroppervlak van een woning tot een maximum van 50 m2.
Functieaanduidingen.
Voor de bebouwing waar legaal seksinrichtingen gevestigd zijn, is dit met een aanduiding (si) weergegeven op de verbeelding. Er is geen onderscheid gemaakt in typen seksinrichting zoals raamprostitutie, bordeel etc.. Dit wordt geregeld in de benodigde vergunningen.
Artikel 18 Waarde – archeologie (dubbelbestemming)
De aanwezige archeologische verwachtingswaarden worden opgenomen door middel van de dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie'. De voor 'Waarde-Archeologie' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming en de veiligstelling van archeologische waarden.
In het bestemmingsplan wordt rekening gehouden met de Archeologische Beleidskaart Haarlem. Voor categorie 1a geldt een bouwverbod tenzij ontheffing wordt verleend. Voor categorie 6 (water) gelden geen bestemmingsplanregels ten aanzien van waarde-archeologie. Voor de overige categorieën dient (behalve voor lichte bouwaanvragen) een archeologisch rapport te worden overlegd bij de volgende bodemverstorende activiteiten dieper dan 30 centimeter onder maaiveld:
Categorie | bij een oppervlak |
1b | > 0 m2 |
2 | > 50 m2 |
3 | > 500 m2 |
4 | > 2.500 m2 |
5 | > 10.000 m2 |
6 | n.v.t. |
Het plangebied valt onder Categorie 1b. Voor de historische stadskern van Haarlem hebben archeologische waarnemingen en opgravingen aangetoond dat de stadskern vrijwel overal belangrijke archeologische waarden bevat die teruggrijpen op resten van het prehistorische, pre-stedelijke en stedelijk leven. Het betreft onder meer fundamenten van huizen, ophogingen, afvalkuilen, waterputten, slootvullingen, gebruiksvoorwerpen, gereedschappen en beerputten. Gezien de aard van deze archeologische waarden geldt hier een regime dat door middel van het verbinden van voorwaarden aan een bouw- en/of aanlegvergunning bij bodemroerende activiteiten met een oppervlak groter dan 0 m2 en dieper dan 30 cm onder maaiveld van toepassing is.
Artikel 19 Waarde – beschermd stadsgezicht (dubbelbestemming)
Een dubbelbestemming 'Waarde - Beschermd stadsgezicht' ligt over alle andere bestemmingen. Deze dubbelbestemming valt samen met het aangewezen gebied van het Beschermd stadsgezicht Haarlem (zie ook paragraaf 6.8). Het doel van het bestemmingsplan is de essentiële waarden van dit Beschermd stadsgezicht te beschermen. De waarden van het beschermde stadsgezicht zijn in het bestemmingsplan in vrijwel alle bebouwde bestemmingen vastgelegd.
Ten behoeve van de bescherming van het beschermd stadsgezicht zijn bij het opstellen van de regels van dit bestemmingsplan de volgende uitgangspunten gehanteerd:
Nadere eisen ten aanzien van: | ||
Waarde - archeologie | - situering - de inrichting van de gronden - het gebruik van de gronden |
|
Waarde - beschermd stadsgezicht | - plaats en afmetingen - kaprichting - kapvorm - dakhelling - indeling en vormgeving van de bebouwing |
Binnen de dubbelbestemming Waarde - archeologie is de bevoegdheid opgenomen voor burgemeester en wethouders (bevoegd gezag) nadere eisen te stellen aan de gebruiks- en bouwregels indien uit onderzoek is gebleken dat beschermenswaardige archeologische resten aanwezig zijn.
Binnen de dubbelbestemming Waarde - beschermd stadsgezicht is de bevoegdheid opgenomen voor burgemeester en wethouders (bevoegd gezag) om nadere eisen te stellen aan de bouwregels. Bij de uitoefening van deze bevoegdheid wordt aan een aantal criteria getoetst.
Zie voor de omschrijving van deze criteria hieronder bij paragraaf 6.4.2
(Dubbel)bestemming: | Afwijking ten behoeve van: |
Groen | verhogen andere bouwwerken |
Tuin 2 | verhogen aan- uit en bijgebouwen |
Tuin 3 | verhogen aan- uit en bijgebouwen |
Verkeer | verhogen andere bouwwerken |
Water | maatvoering steigers |
Waarde- archeologie | |
Waarde - beschermd stadsgezicht | dakkapellen dak/kap/ opbouwen dakterassen samenvoegen onderdoorgangen collectoren voor warmteopwekking of panelen voor electriciteitsopwekking |
Afbeelding 6. Overzicht met afwijkingsmogelijkheden
Binnen de (dubbel)bestemmingen is de bevoegdheid opgenomen voor burgemeester en wethouders (bevoegd gezag) om van bepaalde bouwregels af te mogen wijken. Bij de uitoefening van deze bevoegdheid wordt aan een aantal criteria getoetst:
1. Het straat- en bebouwingsbeeld
Het straat- en bebouwingsbeeld vormt een belangrijk onderdeel van het beschermd stadsgezicht in Haarlem. Het oorspronkelijk patroon van straten en bebouwing is praktisch nog geheel aanwezig. Bij de toetsing van aanvragen tot afwijking wordt gekeken of de aanvraag afbreuk hieraan doet. Hier wordt gekeken naar:
trends zijn de binnen een (deel van een) straat voorkomende nagenoeg identieke dakopbouwen, kapvormen of dakkapellen (die juridisch, technisch en qua ruimtelijke kwaliteit gewenst bevonden zijn.) Hieronder vallen in ieder geval ensembles en seriebouw.
2. De cultuurhistorische waarden
Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de aanwezige cultuurhistorische waarden, waarbij wordt gestreefd naar het in stand houden dan wel versterken van deze waarden. Uit cultuurhistorisch onderzoek, naar het oordeel van de gemeentelijke architectuurhistoricus, dan wel uit andere informatie dient te blijken dat de cultuurhistorische waarden niet op onaanvaardbare wijze worden verstoord. Het historisch daklandschap is hier een onderdeel van.
3. De zichtlijnen vanuit de omgeving naar het Teylers Museum binnen de bufferzone Teylers;
De bufferzone dient als extra bescherming om het zicht op het Teyler's museum binnen deze zone te garanderen.
4. De privacy en bezonning van de omwonenden
Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen en bouwmogelijkheden dient er rekening mee gehouden te worden dat bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheid geen sprake is van een onevenredige afname van de bezonning en de privacy. Bij privacy wordt gekeken naar het gebruik van het bouwwerk en de invloed daarvan op de omliggende gronden. Naar mate de invloed van het betreffende gebruik op de omgeving toeneemt, dient een grotere afstand tot de omliggende gronden te worden aangehouden. Voor bezonning is momenteel beleid in voorbereiding. Het doel hierbij is om te komen tot een 'Haarlemse bezonningsnorm'. Zodra dit beleid is vastgesteld vormt dit het toetsingskader. Besluitvorming over dit beleid vindt naar verwachting plaats in het derde kwartaal van 2013.
5. De verkeerssituatie ter plaatse
Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met verkeersveiligheid, toe/afname van parkeren en de doorstroming.
6. De gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden
Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, indien deze daardoor kunnen worden beïnvloed.
7. De brandveiligheid en rampenbestrijding
Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen en bouwmogelijkheden dient rekening te worden gehouden met de brandveiligheid en rampenbestrijding, indien deze daardoor kunnen worden beïnvloed.
Afwijkingen binnen bestemming 'Waarde - beschermd stadsgezicht'
Binnen de dubbelbestemming Waarde - beschermd stadsgezicht is de bevoegdheid opgenomen voor burgemeester en wethouders om van de bouwregels af te mogen wijken ten behoeve van de volgende onderdelen:
Onder herstel wordt verstaan: het herstel van de gevelindeling, zoals deze was ten tijde van de oorspronkelijke bouw.
Van verbetering is sprake indien bij panden, met name winkels en kantoren, waar de begane grond (plint) zich in de loop der tijd heeft getransformeerd zonder zich rekenschap te geven van de bovenliggende gevel de eenheid tussen plint en bovengevel wordt teruggebracht. Ook is sprake van verbetering als bij een in de loop der tijd afgesloten gevel, de blinde gevel wordt opgeheven. Daarnaast zijn de criteria van de Nota Ruimtelijke Kwaliteit van toepassing.
Een schilddak (schuine zijden aan alle kanten) of een plat dak met afgeschuind dakschild zijn standaard toegestaan. Afwijkingen daarvan zijn mogelijk bij herstel of verbetering. Iemand die bijvoorbeeld een zadeldak of mansardekap wil realiseren of vervangen, kan dat niet via de direct toegestane bouwregels waarin alleen een schilddak of plat dak met afgeschuind dakschild is toegestaan. Hiervoor is een nadere afweging noodzakelijk. Hierbij wordt getoetst aan de uitgangspunten van de Nota Dak.
Onder herstel van de kapvorm wordt verstaan: het realiseren van een kap of dakvorm zoals deze was ten tijde van de oorspronkelijke bouw.
Van verbetering is sprake indien voldaan wordt aan alle volgende voorwaarden: de bezonningsituatie verslechtert niet onevenredig, installaties en leidingen worden weggewerkt, bouwwerk en kap vormen een eenheid en de kap voldoet aan de criteria uit de Nota Ruimtelijke Kwaliteit / Nota Dak.
Dakkapellen moeten voldoen aan de eisen uit de Nota Dak. Afwijkingen zijn toegestaan indien er sprake is van vervanging van dakkapellen die behoren bij de oorspronkelijke bouw of indien ze aansluiten op een bestaande trend. Daarnaast zijn afwijkingen mogelijk bij enkele specifieke bouwkundige situaties, zoals een afwijkende vloerhoogte ten opzichte van de goot of vanuit het karakter van de kap, die om een afwijkende dakkapel vragen.
De Nota Dak heeft als uitgangspunt dubbelgebruik van elk plat dak. Afwijking is onder voorwaarden mogelijk op hoofdbebouwing. Dat hangt samen met terughoudendheid in de beïnvloeding van het straatbeeld en de privacy van omwonenden.
samenvoegen van panden ongewenst. Uit oogpunt van de stedelijke dynamiek is verandering van parcellering en pandindeling van alle tijden. Daarom kan onder voorwaarden aan het samenvoegen van panden worden meegewerkt. Doel is de invloed op de gevelindeling, de parcellering en het straatbeeld beperkt te houden.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de bouwmogelijkheden met afwijkingsmogelijkheden.
Bestemming: | Afwijking ten behoeve van: |
Bedrijf, Centrum 1 en 2, Cultuur en Ontspanning, Maatschappelijk, Gemengd 1, 2 en 4, Water | bedrijf dat niet in zoneringslijst, dan wel in een hogere categorie valt. |
Gemengd 2 | Hotel (h=4) |
Tuin 1 | parkeren buiten de aanduiding (p) |
Tuin 2 | parkeren buiten bebouwing |
Binnen bovenstaande bestemmingen is de bevoegdheid opgenomen voor burgemeester en wethouders (bevoegd gezag) om van bepaalde regels binnen bestemmingsomschrijving af te mogen wijken. Bij de uitoefening van deze bevoegdheid wordt in ieder geval getoetst aan de volgende criteria:
invloed op de omgeving in vergelijking met de al toegestane functies
Het gaat hier vooral om vragen over de mate van overlast bij een concentratie van functies en in hoeverre de afwijkende bestemming naar zijn aard en uitstraling wezenlijk anders is dan de al toegestane functies.
effecten op (bestaande winkelstructuur en) het voorzieningenniveau
Is sprake van een gewenste aanvulling of versterking op de bestaande winkelstructuur en/of overige voorzieningen patroon.
de verkeerssituatie ter plaatse
Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met verkeersveiligheid, toe/afname van parkeren en de doorstroming.
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden
Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, indien deze daardoor kunnen worden beïnvloed.