Plan: | Bakenes |
---|---|
Plannummer: | BP1080001 |
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0392.BP1080001-0003 |
Prestedelijke ontwikkeling
Het bestemmingsplangebied westelijk van de Bakenessergracht maakt deel uit van de langgerekte strandwal die bepalend is geweest voor de ontwikkeling en de ruimtelijke structuur van de stad. Het gebied oostelijk van de Bakenessergracht lag grotendeels net buiten de strandwal. Dit overwegend veenachtige gebied stak als een punt in de bocht van het Spaarne en was al vanouds van strategische betekenis. De Bakenes behoort tot één van de oudste gebieden van Haarlem. Reeds rond 990 na Chr. wordt Bakenes genoemd in historische documentatie. Hier stond volgens de overlevering de eerste vestiging van het Grafelijke hof dat van groot belang was voor het ontstaan van de stad. De aanduiding Oud-Haarlem voor dit gebied is een aanwijzing voor vroege prestedelijke bebouwing. Door een grote stormvloed in de 12de eeuw zal de bebouwing die hier eventueel gestaan heeft echter volledig van de kaart geveegd zijn.
Stedelijke ontwikkeling
Aan het eind van de 13de eeuw krijgt Haarlem een verdedigingsstelsel in de vorm van grachten en wallen. De Bakenessergracht maakt samen met het Spaarne, de Gedempte Oude Gracht en Nassaulaan deel uit van deze stadsvesten. De noordelijke stadsgracht lag even ten zuiden van de huidige Nieuwe Gracht. De Bakenessergracht liep gedeeltelijk door het moerassige veengebied van de Bakenesse en gedeeltelijk door de zandrug van de strandwal. De hoofdwegen westelijk van de Bakenessergracht zoals de Jansstraat lopen noord-zuid, de strandwal volgend. De overige, secundaire wegen en paden sluiten hier min of meer haaks op aan. Het gebied ten oosten van de Bakenessergracht is pas in het eerste kwart van de 14de eeuw definitief geschikt gemaakt voor bewoning. Het is in diezelfde eeuw dat het gebied van de Bakenesse, dat wil zeggen het gebied omgrensd door de Bakenessergracht, het Spaarne en Nieuwe Gracht, binnen de ommuring van Haarlem is getrokken. Het stratenplan in de Bakenesse werd deels bepaald door de loop van de Bakenessergracht, zoals de parallelle loop van de Bakenesserstraat en de straten die hier haaks op staan. Verder duidt het min of meer haaks kruisen van de straten op een zekere schematische indeling bij het bewoonbaar maken. De breedte van de straten was daarbij nooit meer dan 10 meter, voldoende voor het karrevervoer.
Bij de stadsommuring lag de stadsgrens in het verlengde van de Ridderstraat en Korte Jansstraat aansluitend op de oorspronkelijke plaats van de Catharijnebrug. De brug lag in het verlengde van de Papentorenvest, globaal gezien is dat de rechte lijn tussen de hoofdingang van het huidige politiebureau en molen De Adriaan. De noordgrens van de Bakenesse is later verschoven naar de Nieuwe Gracht. Dit vanwege de aanleg van de stadsuitbreiding Nieuwstad in de 17de eeuw (uitbreiding in noordelijke richting) en door de bouw in 1768 van het Grote Diaconiehuis, het huidige hoofdbureau van politie. Deze doorsneed de lijn van de Catharijnebrug naar de Korte Jansstraat/Ridderstraat.
Historische hoofdstructuur
De loop van het Spaarne, grachten, straten en stegen bepalen de hoofdstructuur van het plangebied. In de meeste gevallen is het tracé daarvan al eeuwenlang hetzelfde. Bruggen ontsloten de landwegen op strategische plaatsen over het water. Het verdwijnen van de Nicolaasbrug en het verplaatsen van de Catharijnebrug hebben afbreuk gedaan aan de helderheid van de historische stadsplattegrond. De nieuwe positie van de Catharijnebrug geeft een meer haakse aansluiting op de Koudenhorn.
De drie kerken uit de beginperiode van de Bakenes, de Waalse kerk-, Bakenesserkerk en Grote of St. Bavokerk (net buiten plangebied) zijn gebouwd en verder gevormd in de 13de, 14de en 15de eeuw. Door hun oriëntatie en aanleg zijn deze kerken bepalend voor de beleving van de directe omgeving en de structuur ervan. De Begijnhof- of Waalse kerk was het centrum van het begijnhof. De Bakenesserkerk had oorspronkelijk een voorplein aan de kant van de Bakenessergracht waarlangs men de kerk betrad. De ruimte van de Riviervismarkt en het Klokhuisplein wordt in sterke mate bepaald door de koorpartij van de Grote of St. Bavokerk. In de 19de eeuw is er in de Jansstraat de St. Josephkerk bijgekomen die met zijn terugliggende voorgevel een voorplein aan de straat vormt en ook aan de zuidelijke zijkant een extra breed straatprofiel heeft opengelaten. De kerkgebouwen vormen met hun massa, en vaak ook torens, landmarks in hun directe en wijdere omgeving.
De historische Begijnhof-ommuring is vanaf de reformatie al verdwenen. De plaats die het Begijnhof oorspronkelijk innam wordt thans nog het meest duidelijk gemarkeerd door de Waalse of Begijnhofkerk die het centrum van het hofje vormde. Van de huizen Begijnhof 24 en Goudsmidspleintje 1-2-3 is aantoonbaar dat die geheel of ten dele bij het Begijnhof hoorden. Van de overige bebouwing van het oorspronkelijke Begijnhof is weinig bewaard gebleven. De contouren van de huidige bebouwing zetten de historische situatie voort zonder dat de typische begrenzing nog herkenbaar is, vanwege het verdwijnen van de ommuring van het hof. Tussen het Begijnhof en de Bakenessergracht aan de oostkant en tussen de Jansstraat en het Begijnhof aan de westkant staan dubbele bebouwingsstroken. De grens van het begijnhof heeft hoogstwaarschijnlijk oorspronkelijk tussen de (elkaar soms vrijwel rakende) achterzijden van deze bebouwingsstroken gelopen.
De verschillende hofjes in het plangebied zijn met hun ommuring daarentegen goed herkenbaar maar voegen zich over het algemeen onopvallend en naadloos in het stedenbouwkundig patroon. Ze bewaren hun verrassing van een ruim binnenterrein tot bij het betreden. De nieuwbouw van het Johan Enschedéhof aan de Korte Begijnestraat sluit aan op die structuur. Alleen het Teylershofje vraagt met zijn imposante voorgebouw de aandacht aan de Koudenhorn. Aan de achterzijde, waar oorspronkelijk het bleekveld en de boomgaard van dit hofje was, kwamen omstreeks 1890 de typische huizen van de Teylershofjestraat die de symmetrie van het hofje bij de achteruitgang voortzetten.
Wijzigingen in historische structuur
De meest ingrijpende veranderingen van de middeleeuwse structuur hebben plaatsgevonden op het gebied tussen de Damstraat, Lange Begijnenstraat, Korte Begijnestraat, Bakenessergracht en Spaarne. Een schaalvergroting die al is ingezet in 1780 met de bouw van de ovale zaal van wat later Teylers Museum is gaan heten. Aansluitend op de ovale zaal volgt in 1878-1884 een forse uitbreiding met een nieuwe ingangspartij aan het Spaarne. Bij de laatste uitbreidingen in 1996 en 2000 is ook het bedrijfspand Zegelwaarden betrokken op de hoek van de Bakenessergracht en het Philip Frankplein, dat oorspronkelijk deel uitmaakte van het Enschede-complex. Het Enschede-complex nam met zijn gebouwen een belangrijk deel van het gebied tussen de Nauwe Appelaarsteeg en het Klokhuisplein in beslag, aansluitend op de directeurswoning op de hoek van de Damstraat en het Klokhuisplein. Inmiddels hebben de bedrijfsgebouwen van Enschede plaatsgemaakt voor de nieuwbouw van de rechtbank, die aan de noordzijde aansluit op de deels vernieuwde gebouwen van het concertgebouw. Het nieuwe Simon de Vrieshof, uitkomend op de Klokhuispoort ontsluit dit geheel.
De uitbreiding van het concertgebouw met onder andere een kleine zaal sluit aan op de nieuwbouw van de rechtbank. Met deze nieuwbouw en de Toneelschuur heeft het gebied tussen de Damstraat en de Korte Begijnestraat wat structuur betreft een ingrijpende metamorfose ondergaan. De oorspronkelijke verkaveling werd grotendeels verlaten, maar de grotere contouren van de bouwblokken zijn grotendeels bewaard bleven.
Minder ingrijpend (wat de structuur betreft) was de nieuwbouw van de rechtbank aan de Jansstraat. De verandering was hier al ingezet door de bouw van de rechtbank in 1887. Weliswaar is daar het binnenterrein ook grotendeels ingevuld door uitbreidingen maar die volgen in belangrijke mate de oorspronkelijke verkaveling. Ondanks het feit dat verschillende gebouwen een gezamenlijke functie kregen bleef de hoofdstructuur herkenbaar. De kleinschalige verkaveling werd nog duidelijker gehandhaafd bij de woningbouw aan de Vroonhof en 't Krom, maar daar is wel met een zekere vrijheid met de oorspronkelijke rooilijnen omgesprongen. De lege plaats op de hoek van 't Krom en de Vrouwestraat als gevolg van oorlogsschade is tot op heden niet ingevuld. De nieuwbouw op de hoek van de Jansstraat en de Korte Jansstraat vult met zijn massa de ruimte in van het bankgebouw dat hier tot 2000 stond.