Haarlem 023

Bijlage 2 Verantwoording van het groepsrisico

B2.1. Beleidskader

Op basis van het artikel 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en de Circulaire Risiconormering Vervoer van Gevaarlijke Stoffen dient de toename van het groepsrisico als gevolg van een ruimtelijk besluit te worden verantwoord. Bij de verantwoording komen aan bod:

• de verwachte dichtheid van personen in het invloedsgebied als gevolg van het besluit;
• de hoogte van het groepsrisico ten opzichte van de oriënterende waarde21;
• indien mogelijk, maatregelen ter beperking van het groepsrisico van degene die de inrichting drijft, die in het ruimtelijk besluit zijn opgenomen of die mogelijk in de nabije toekomst worden genomen;
• de voor- en nadelen van andere mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkelingen met een lager groepsrisico;
• de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval;
• de mogelijkheden voor personen die zich bevinden in het invloedsgebied van de inrichting die het groepsrisico veroorzaakt, om zich in veiligheid te brengen indien zich in die inrichting een ramp of zwaar ongeval voordoet.

In relatie tot de laatste twee aspecten, bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid, heeft het bevoegd gezag de Veiligheidsregio Kennemerland om een advies gevraagd. Het advies (e-mail d.d. 25-05-09) is verwerkt in deze bijlage.

B2.2. Hoogte van het groepsrisico

Risicovolle inrichtingen

In de omgeving van het plangebied bevinden zich geen risicovolle inrichtingen waarvan het invloedsgebied voor het GR reikt tot over het plangebied. Zie paragraaf 6.3.

Vervoer van gevaarlijke stoffen

Zowel over de Amerikaweg als over de Schipholweg worden gevaarlijke stoffen vervoerd. Het gaat om benzine- en lpg-transport van beperkte omvang. De vervoersintensiteit wordt ingeschat op circa 50 respectievelijk 10 transporten per jaar. Vermoedelijk blijft, gelet op de geringe vervoersintensiteit, de PR 10-6van het vervoer binnen de weg. Bij een dergelijk beperkt aantal transportbewegingen is het groepsrisico zeer beperkt.

Tevens vindt naar het zwembad binnen het plangebied (Boerhaavebad) chloridetransport plaats. Het gaat daarbij om een vervoersintensiteit van 1 tankwagen per maand. Ook hier betreft het een dermate beperkt aantal transportbewegingen, dat geen beperkingen oplegt aan het ruimtegebruik binnen het plangebied.

Direct langs de oostzijde van de Amerikaweg is een gastransportleiding gelegen. Uit de berekening die is uitgevoerd door de Gasunie blijkt dat zowel in de huidige situatie als in de plansituatie wordt voldaan aan de oriënterende waarde voor het GR. De realisatie van het plan heeft geen relevante gevolgen voor de hoogte van het GR.

B2.3. Maatregelen ter beperking van het groepsrisico

Uit de voorgaande analyse blijkt dat het GR als gevolg van de risicobronnen binnen het plangebied en de omgeving daarvan beperkt is. Ingrijpende maatregelen zijn om deze reden niet noodzakelijk. Door de brandweer Kennemerland wordt aangegeven dat mogelijk verkeersmaatregelen kunnen worden genomen om het wegverkeer veiliger te maken, waardoor de kans op ongelukken kleiner wordt. Daarnaast merkt de brandweer op dat de aanleg van voldoende bluswatervoorzieningen van belang is.

B2.4. Afweging van het groepsrisico

Aangezien er langs het plangebied slechts beperkt gevaarlijke stoffen worden vervoerd is het GR zeer beperkt van omvang. Wel kunnen de effecten van een eventueel ongeval zich uitstrekken over een groot deel van het plangebied.

Binnen het plangebied worden over het algemeen geen functies mogelijk gemaakt waar grote aantallen mensen aanwezig zijn met een beperkte zelfredzaamheid, zoals basisscholen of bejaardentehuizen. Over het algemeen zijn de personen binnen het plangebied voldoende zelfredzaam om bij een eventueel ongeval het plangebied te ontvluchten. Uitzondering is het kinderdagverblijf ten zuiden van het zwembad. Aangezien de afstand van het kinderdagverblijf tot de Amerikaweg en de Schipholweg aanzienlijk is, wordt deze situatie aanvaardbaar geacht.

Het plangebied is vanaf verschillende zijden goed bereikbaar voor hulpdiensten. Daarnaast bevinden de hulpdiensten zich op relatief kleine afstand van het plangebied. De bestrijdbaarheid bij een eventuele calamiteit is geen probleem. Wel dient aandacht te worden besteed aan de hoeveel bluswater ter plaatse.

Gelezen de paragraaf externe veiligheid in het bestemmingsplan, wordt met het vaststellen van dit bestemmingsplan het restrisico geaccepteerd door het bestuur van de gemeente Haarlem.

• 21. In het geval van risicovolle inrichtingen wordt de oriënterende waarde bepaald door een lijn in een grafiek die de volgende punten verbindt: - 10-4 voor een ongeval met ten minste 10 dodelijke slachtoffers; - 10-6 voor een ongeval met ten minste 100 dodelijke slachtoffers; - 10-8 voor een ongeval met ten minste 1.000 dodelijke slachtoffers;