direct naar inhoud van 7.2 Verwerking reacties wettelijk vooroverleg
Plan: Haarlem 023
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0392.641386200-0002

7.2 Verwerking reacties wettelijk vooroverleg

9. Kamer van Koophandel, Amsterdam

De Kamer van Koophandel merkt in het algemeen op dat de strategische opvatting van de gemeente Haarlem en de Kamer van Koophandel over het plangebied 023 uiteenlopen.

De opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen.

Ten aanzien van het bestemmingsplan adviseert de Kamer van Koophandel de groeimogelijkheden voor kantoren niet te beperken tot 19.000 m2 en verdere groeimogelijkheden voor kantoren en bedrijvigheid open te houden.

023 moet een gemengd stedelijk gebied worden, waarbij langs de Schipholweg de ruimte komt voor publieke en commerciële functies. Naast commerciële functies is voor een goed gemengd gebied wonen zeer belangrijk. Om tot goede menging van functies te komen is het van belang dat ook binnen de bouwblokken een combinatie van verschillende functies ontstaat.

De KvK merkt op dat de woonbestemming geen beperkende gevolgen mag hebben voor de verkeerscapaciteit van de Schipholweg.

De ontwikkeling 023 zal geen beperking opleveren voor de verkeerscapaciteit van de Schipholweg. Het gebruik zal door de ontwikkeling wel toenemen. Dit leidt niet tot problemen op de Schipholweg.

Conclusie

De reactie van de Kamer van Koophandel geeft geen aanleiding het bestemmingsplan aan te passen.

19. Kennemer Gasthuis

Bestemmingsplan maakt geluidgevoelige bestemmingen mogelijk in een zone waarin geluid van ambulances een probleem kan opleveren. Het Kennemer Gasthuis stelt zich jegens de gemeente op het standpunt dat zij geen milieubeperkingen ten aanzien van ambulanceritten als gevolg van de ontwikkeling 023 accepteert. De gemeente heeft toegezegd dat de ontwikkeling 023 de afgifte van de nieuwe milieuvergunning niet in de weg staat

Ten aanzien van de hinder van de ambulance-inrit zullen maatregelen getroffen worden. De ontwikkeling van 023 zal de milieuvergunning niet in de weg staan. In het bestemmingsplan is in de toelichting opgenomen dat maatregelen worden getroffen om de overlast van ambulances tegen te gaan.

Conclusie

Het bestemmingsplan (toelichting) is aangepast naar aanleiding van de reactie van het Kennemerk Gasthuis.

26. VAC Haarlem (adviescommissie voor de woningbouw en woonomgeving)

VAC Haarlem kan zich vinden in de voorliggende gebiedsvisie.

Deze opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen.

VAC vraagt of de intieme stedelijke ruimte bestaat uit privé, semi-openbaar of openbaar gebied?

De gronden in de hofjes zijn semi-openbaar. De gronden zijn ook niet bestemd als verkeer-verblijfsgebied.

Om leegstand tegen te gaan stelt VAC voor de kantoorruimte zo te ontwerpen dat ook andere functies mogelijk zijn.

Het bestemmingsplan biedt een flexibiliteit aan de hoeveelheid en de locatie van de kantoorfunctie in combinatie met de overige toegestane functies. Het bestemmingsplan regelt niets over de uiteindelijke ontwerpen. De opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen.

Artikel 5: VAC geeft aan dat aandacht moet zijn over letterlijk groen in de hoven, zowel in de privé buitenruimtes als in de gezamenlijke ruimte.

De hoven zijn planologisch geregeld binnen de bestemmingen GD-1, W-1, GD-2 en W-2. Binnen deze bestemmingen zijn groenvoorzieningen mogelijk. Het bestemmingsplan biedt echter uitsluitend kaders en is niet dwingend. Vanzelfsprekend zal bij de definitieve inrichting van de hofjes aandacht worden geschonken aan het groen.

Artikel 10: water: VAC geeft aan typen steigers te presenteren waaruit gekozen kan worden om sneller bouwvergunning te kunnen verlenen. Ook is het voor hen onduidelijk of dit gebied privé is of openbaar.

Het voorschrijven van een bepaald type steiger kan niet in het bestemmingsplan geregeld worden. Dit moet privaatrechtelijk geregeld worden. Het water komt in openbaar gebied te liggen.

VAC geeft aan dat voor de woningbouw langs de Schipholweg architectonische ingrepen zijn vereist om geluidsluwe woningen te verkrijgen.

Deze toetsing vindt plaats in het kader van de bouwvergunningsaanvraag.

Conclusie

De reactie van VAC geeft geen aanleiding het bestemmingsplan aan te passen.

25. SRO Kennemerland (Boerhaavebad)

Het zwembad heeft ten behoeve van een goede exploitatie, behoefte aan uitbreiding. Dit betreft een doelgroepenbad van 400 m². Daarnaast is een uitbreiding met medische sportfaciliteiten met een oppervlakte van ongeveer 1.000 tot 2.500 m² gewenst. Het SRO wil dit oplossen door het gehele bestemmingsvlak te voorzien een bouwvlak met een maximale toegestane bouwhoogte van 12 m.

Er is overleg met SRO gevoerd over deze uitbreiding. De gemeente heeft ingestemd met de uitbreiding. In het bestemmingsplan is het bouwvlak van het zwembad vergroot. De maximaal toegestane bouwhoogte is verhoogd tot 12 m.

De SRO vraagt de gemeente de zichtlocatie die het zwembad nu heeft te handhaven.

Het bestemmingsplan vormt weliswaar de vertaling van de uitgangspunten van het Masterplan. Desondanks blijft rondom het zwembad voldoende ruimte waardoor het zwembad voldoende in zicht blijft.

De SRO vraagt om een garantie op de parkeerplaatsen met een minimale loopafstand tot het zwembad. Daarnaast merkt het zwembad op dat betaald parkeren de laagdrempeligheid van het zwembad aantast.

De parkeerplaatsen voor de uitbreiding van het zwembad dienen op eigen terrein te worden gerealiseerd. Dit wordt ook mogelijk gemaakt in het bestemmingsplan. Voor deze parkeerplaatsen kan SRO zelf een parkeerregime bepalen.

SRO geeft aan dat de speciale bouwaanduiding sba-4 conflicteert met de glijbaan.

Sba-4 is opgenomen om de glijbaan mogelijk te maken boven het fietspad. In de regels wordt opgenomen dat er een minimale doorgang moet zijn tussen het fietspad en de glijbaan van 3 m. Hierdoor bijten het fietspad en de glijbaan niet.

Conclusie

Het bestemmingsplan (toelichting, regels en plankaart) is aangepast naar aanleiding van de reactie van SRO Kennemerland.

1. VROM-Inspectie

Wegverkeerslawaai

In 023 worden geluidgevoelige bestemmingen mogelijk gemaakt. Er wordt gesproken over bronmaatregelen, waaronder geluidreducerend asfalt. Het is de VROM-inspectie niet duidelijk of de gemeente het voornemen heeft geluidreducerend asfalt te realiseren.

Paragraaf 6.1 is aangepast naar aanleiding van het bovenstaande. Op de Schipholweg ter plaatse van het westelijk plandeel is inmiddels geluidsreducerend asfalt gerealiseerd. Ter plaatse van het oostelijke deel moet dit nog gerealiseerd worden.

Een andere bronmaatregel is vergroting van de afstand van de woningen tot de weg. Een nadere onderbouwing van dit standpunt ontbreekt. De VROM-inspectie verzoekt de toelichting hierop aan te passen.

De toelichting is op dit aspect aangevuld.

De conclusie geeft aan dat bij een verdere detaillering van het plan zal worden bepaald voor hoeveel woningen hogere waarden aangevraagd zal worden. De VROM-inspectie verzoekt de resultaten op te nemen in het ontwerpbestemmingsplan voordat deze ter inzage wordt gelegd.

Deze resultaten zijn opgenomen in het bestemmingsplan en zullen te gelijkertijd met het bestemmingsplan ter inzage worden gelegd.

Externe Veiligheid

Tekst van het chloortransport naar het Boerhaavebad is niet volledig.

Deze tekst is aangevuld.

De uitkomsten van het overleg met de Gasunie ten aanzien van het plaatsgebonden en groepsrisico als gevolg van de hogedruk aardgastransportleiding opnemen voordat het ontwerpbestemmingsplan ter inzage wordt gelegd.

Deze resultaten zijn opgenomen.

In bijlage 2, verantwoording van het groepsrisico, ontbreekt het advies van de Veiligheidsregio Kennemerland. De maatregelen ter beperking van het groepsrisico en de afweging van het groepsrisico moeten nog nader worden uitgewerkt.

Deze bijlage is aangevuld.

Conclusie

Het bestemmingsplan (toelichting) is aangepast naar aanleiding van de reactie van de VROM-inspectie.

8. Hoogheemraadschap van Rijnland

In het voorontwerpbestemmingsplan wordt verwezen naar een opgesteld waterhuishoudkundig plan als basis voor de waterparagraaf. In overleg met de gemeente en de Ontwikkelingscombinatie is afgesproken dat in mei 2009 een nieuw onderzoek wordt opgeleverd, waarin het basisplan en de variant worden afgewogen. Dit kan consequenties hebben voor de waterparagraaf.

Het nieuwe onderzoek heeft geen consequenties voor de waterparagraaf.

Waterkering

Langs de Boerhaavevaart ligt een Boezemkade met een breedte van 40 m, waarvan 25 m vanaf de noordelijke oever. Deze zone dient op bestemmingsplankaart te worden aangegeven. Tevens verzoekt het Hoogheemraadschap in de planregels de volgende passage op te nemen:

'De werken of werkzaamheden binnen de zone aangegeven als waterkering zijn slechts toelaatbaar, mits vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende beheerder van de waterkering en mits ontheffing wordt verkregen van de verboden uit de Keur van het Hoogheemraadschap van Rijnland door middel van het aanvragen van een Keurvergunning'

De waterkeringszone is opgenomen op de plankaart. De regels zijn aangepast op basis van het tekstvoorstel van het Hoogheemraadschap.

Het Hoogheemraadschap verzoekt een passage op te nemen over de beperkingen die gelden binnen de dubbelbestemming 'waterstaat-waterkering'.

Tekstvoorstel is overgenomen in het bestemmingsplan.

Compensatie verhard oppervlak

In het Rijnlands beleid is vastgelegd dat 15% van de toename van verharding moet worden gecompenseerd. Speciaal voor het project 023 stemmen wij ermee in dat de gedraineerde sportvelden worden beschouwd als verhard oppervlak, in afwijking van het actuele beleid ten aanzien van gedraineerde sportvelden. Dit is bij brief aan de gemeente bevestigd.

In dit bestemmingsplan is dit uitgangspunt verwerkt.

Dempingen

Gedempt water moet 100% gecompenseerd worden. Waterberging moet worden gerealiseerd voor demping. WS stemt in met demping van Amerikavaart indien de gemeente de garantie kan geven dat dit wordt gecompenseerd in het Reinaldapark

In de toelichting is opgenomen dat de gemeente de garantie geeft dat het gedempte boezemwater van de Amerikavaart wordt gecompenseerd in het Reinaldapark.

Nieuwe watergangen en duikers

Nieuwe watergangen dienen een talud van minimaal 1:3 te hebben. Hoogheemraadschap kan vanwege het stedelijk karakter instemmen met het deels realiseren van kademuren. Langs de oevers van overige watergangen dient aan beide zijden een onderhoudsstrook van 2 m te worden ingepast vanaf de insteek.

Deze opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen. Bij de uitwerking van de plannen zal hier rekening mee gehouden worden.

Hoogheemraadschap verzoekt de bermsloot aan de Schipholweg te bestemmen als Water.

De bermsloot valt nu binnen de bestemming Groen. Binnen deze bestemming worden waterlopen en waterpartijen mogelijk gemaakt. Vanwege de flexibiliteit is voor deze werkwijze gekozen.

Bestemming Water

Hoogheemraadschap verzoekt artikel 10 aan te passen ten aanzien van meerpalen en aanlegsteigers. Er wordt hiertoe een tekstvoorstel gedaan.

Tekstvoorstel is overgenomen in de regels.

Conclusie

Het bestemmingsplan (toelichting, regels en plankaart) zal worden aangepast naar aanleiding van de reactie van het Hoogheemraadschap Rijnland.

27. OntwikkelingsCombinatie 023

Het bestemmingsplan is in zijn algemeen te gedetailleerd en te beknellend.

Het bestemmingsplan is een globaal ontwikkelingsplan. Het plan legt de aspecten van de ruimtelijke structuur uit het masterplan, waar de gemeente waarde aan hecht, vast. Het bestemmingsplan is op andere punten echter veel flexibeler dat het Masterplan, met name de uitwisseling van de programmaonderdelen tussen de twee plandelen.

De hoeken dichtbouwen is een wens uit het Masterplan en geen eis.

Deze tekst in de toelichting is overgenomen uit het Masterplan. Deze is overigens niet als eis opgenomen in de regels van het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan legt geen beeldkwaliteitseisen vast.

Volgens de meest recente ontwerpen zal het aantal bouwlagen aan de Boerhaavelaan minimaal 2 bevatten met een optionele derde laag.

Deze aangepaste bouwhoogten zijn verwerkt op de plankaart.

Indien de bouwblokken W2, W4, O1 en O2 uit minimaal 30% kantoren bestaat, is de aanvulling dat in het westelijk deel minimaal 9.000m2 en in het oostelijk deel minimaal 8000m2 kantoren moet komen strijdig met de 30% regeling, maar ook overbodig

Het bestemmingsplan regelt dat de bouwblokken W2, W4, O1 en O2 afzonderlijk voor minimaal 30% en maximaal 70% uit kantoren bestaan. Verder geldt dat voor het westelijk deel minimaal 9.000 en maximaal 11.000 m2 en voor het oostelijk deel minimaal 8.000 en maximaal 10.000 m2 aan kantoren mogelijk is. Deze eisen zijn dus niet strijdig, omdat de ene regeling van toepassing is op de afzonderlijke bouwblokken en de andere regeling op de afzonderlijke plandelen.

De parkeervoorzieningen zijn niet noodzakelijkerwijs (half) verdiept, zoals ook blijkt uit ontwerpen en bouwregels.

Het masterplan schrijft voor de noordelijke blokken (half)verdiept gebouwd parkeren voor. De parkeervoorzieningen mogen maximaal 3,5 m boven grondwaterpeil worden opgericht. Uitgaande van een grondwaterpeil van -1 m NAP betekent dit dat parkeervoorzieningen op maximaal 2,5 m boven NAP uitkomen. Omdat het peil op 0 m NAP ligt, zijn de parkeervoorzieningen ten alle tijden half-verdiept.

De OC-23 betwijfeld of de waterbassins worden verbonden met het omliggend watersysteem.

De waterbassins worden verbonden met het omliggende watersysteem, enerzijds om milieuhygiënische redenen om stilstaand water te voorkomen, anderzijds om ten allen tijden te beschikken over voldoende bluswater.

De bebouwingseis van 90% van de bouwgrens kan conflicteren met de gewenste openingen en toegangen naar hoven. De minimale onbebouwde maat voor aanleg van hofjes is niet houdbaar, zowel op enkele plekken waar geen hofjes kunnen komen als in de vormgeving (W4) waar het hofje bovenop een parkeerdek wordt aangelegd.

Bebouwingseis van 90% komt voort uit Masterplan. Ook de oppervlakte van de hofjes is hieruit overgenomen. Ten aanzien van de parkeergarages onder de hofjes: ondergrondse of halfverdiepte bebouwing, waaronder dus de parkeergarage, telt niet mee als bebouwing. Het is dus mogelijk onder een hofje een parkeergarage te realiseren.

Er zijn geen nadere afspraken over duurzaam bouwen. Passage over Basiskwaliteit Duurzaam Bouwen moet vervallen.

Alle nieuw te bouwen woningen in Haarlem moeten voldoen aan een door de Raad bepaald niveau van duurzaamheid. Dit is ook in lijn met de huidige maatschappelijke opvattingen.

Het aantal kinderen en werknemers van het kinderdagverblijf klopt niet.

In het voorontwerp zijn onjuiste aantallen opgenomen. In dit bestemmingsplan is de juiste oppervlakte van het kinderdagverblijf opgenomen. Aan de hand van kerncijfers zijn hierbij de aantallen kinderen en werknemers bepaald.

De OC-023 is niet akkoord met de stelling dat voor winkels, kinderdagverblijf en zwembad nog eens 393 parkeerplaatsen moeten komen. Deze dienen te worden opgelost middels dubbelgebruik.

In het voorontwerpbestemmingsplan waren onjuiste aantallen voor het kinderdagverblijf opgenomen. De juiste aantallen leiden tot een lagere parkeervraag. Daarnaast heeft het zwembad uitbreidingsmogelijkheden gekregen. De extra parkeerplaatsen als gevolg van deze uitbreiding dienen op eigen terrein gerealiseerd te worden.

Dit betekent dat de aantallen parkeerplaatsen ten behoeve van winkels, kinderdagverblijf en uitbreiding van het zwembad middels dubbelgebruik in het bouwblok kunnen worden opgenomen, met dien verstande dat de bestaande parkeerplaatsen ten behoeve van het zwembad in de openbare ruimte beschikbaar blijven. Het bestemmingsplan is op dit onderdeel dus gewijzigd.

Door eisen van het Hoogheemraadschap is de bebouwingsgrens van 023-Oost in noordelijke richting verschoven. Hierdoor is aanvullend onderzoek naar geluidsbelasting van de Schipholweg nodig.

Er is nieuw onderzoek gedaan naar het de geluidsbelasting op de gevels aan de Schipholweg, door de verschuiving is de geluidsbelasting minimaal gestegen. Door het afronden blijft de geluidsbelasting binnen dezelfde waardes.

OC-023 wil ook dat lichte horeca in de plint mogelijk wordt gemaakt.

Binnen de bestemming GD-2 is lichte horeca (Horeca categorie II) mogelijk gemaakt met een oppervlakte van maximaal 150 m2 en mag alleen in de plint worden gerealiseerd.

De loodverontreiniging moet nog nader worden afgeperkt en kan ook nog eens tweemaal zoveel omvatten dan de nu opgenomen 200 m³.

Er is bodemonderzoek gedaan, op basis hiervan is de toelichting geschreven. De loodverontreiniging zal ook niet meer toenemen, omdat de vervuiler niet meer aanwezig is.

OC-023 vraagt zich af of er ecologisch onderzoek in het kader van het bestemmingsplan moet worden opgesteld.

Het ecologisch onderzoek wordt opgesteld. (Is inmiddels in gang gezet. De resultaten van dit veldonderzoek zullen in oktober 2009 beschikbaar zijn.)

Binnen de bestemming Groen (artikel 5) moet het ook mogelijk zijn om te parkeren ten behoeve van de kavels W5 en W8.

Parkeren wordt niet mogelijk gemaakt binnen de bestemming groen. De ontwikkeling voorziet in voldoende parkeergelegenheid binnen de bouwblokken, zoals ook opgenomen in het Masterplan. De groenbestemming omvat het structurele groen, waarbinnen conform het Masterplan geen parkeren mogelijk is.

De OC-023 gaat er niet mee akkoord met de vrijheid van B&W om privaatrechtelijk nadere eisen te stellen.

De nadere eisen maken geen onderdeel meer uit van de regels van het bestemmingsplan.

Plankaart:

Rondom de damduiker aan weerszijden een G invoegen voor de taluds bij de ontsluiting van het plangebied fase 2 aan de Boerhaavelaan

Groen is ook mogelijk binnen de bestemming water. Vanwege de flexibiliteit is gekozen om de bestemming Water te handhaven.

Conclusie

Het bestemmingsplan (toelichting, regels en plankaart) is aangepast naar aanleiding van de reactie van de OntwikkelingsCombinatie 023.