direct naar inhoud van 4.1 Gemeentelijk beleid
Plan: Haarlem 023
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0392.641386200-0002

4.1 Gemeentelijk beleid

Ontwikkelingsprogramma Haarlem 2005-2010 (2005)

Het uitvoeringsprogramma voor het naoorlogse stadsdeel Schalkwijk beslaat een periode van 15 jaar. Het belangrijkste doel is een gedifferentieerd en duurzaam woon- en leefklimaat, een evenwichtige bevolkingsopbouw, een passend voorzieningenniveau en goed dagelijks beheer. In 1999 is de stedenbouwkundige hoofdstructuur vastgelegd. De hoofdelementen zijn: selectief verdichten, meer differentiatie in het woningaanbod, handhaven groene zoom, ingrijpend wijzigen verkeersstructuur en het fundamenteel aanpassen van de waterhuishouding.

Structuurplan Haarlem 2020 (2005)

Het Structuurplan legt voor de periode 2005 tot 2020 op hoofdlijnen de ambities en wensen vast die alles te maken hebben met ruimte en de verdeling van ruimte in Haarlem. Daarbij is de samenwerking in de Noordvleugel van de Randstad als stedelijk netwerk vertrekpunt. Het structuurplan vormt de ruimtelijke vertaling van de Toekomstvisie Haarlem uit 1999 en laat de mogelijkheden zien voor uitvoering van de stedelijke opgaven.

De speerpunten van beleid zijn profilering op een duurzaam goed woonklimaat, versterking van de zakelijke dienstverlening en versterking van de culturele en toeristische wervingskracht.

Het structuurplan geeft inzicht in de verandergebieden en dynamische knooppunten en de gebieden die consolideren. Het geeft de kaders en bestemmingsplannen zorgen vervolgens voor juridische verankering. Het plangebied 023 valt in het structuurplan binnen verandergebied Schipholweg. Binnen deze zone zijn drie milieutyperingen te onderscheiden. De Schipholweg dient te worden omgebouwd tot een stadsentree met een gemengd stedelijk karakter met vrij lineaire bebouwing, direct erlangs gelegen. De centrale zone tussen de Europaweg tot rondom het kruispunt met de Amerikalaan/Pr. Bernhardlaan en tussen de Slachthuisterrein en ziekenhuisterrein, wordt als stedelijk knooppunt beschouwd. Binnen deze zone dient optimaal gebruikgemaakt te worden van dubbel grondgebruik en functiemenging. Overige buurten krijgen een stedelijk (woon)karakter.

Een belangrijk doel van dit gebied is een bindende factor te worden tussen Oost en Schalkwijk. Om die reden is al vroegtijdig een raamwerk van openbaar vervoer en langzaam verkeer relevant. Een nieuwe langzaamverkeersroute is over de Schipholweg tussen Schalkwijk centrum en de Amsterdamstraat. Gecombineerd met een 'overstapmachine' op de Zuidtangent richting binnenstad, kan dit gebied worden omgevormd tot een centrale stadszone. Tevens kan dit een structuurversterking voor Schalkwijk en de Slachthuisbuurt betekenen. Bijna overal is multifunctionaliteit leidraad.

De bebouwing langs de Schipholweg krijgt publieksfuncties op de begane grond en boven woningen en/of kantoren. De gestapelde woningen kunnen wisselend de vorm van appartementen, gezinswoningen met daktuinen en penthouses hebben.

Woonvisie Haarlem 2006-2012 (2006)

In de gemeentelijke Woonvisie zijn speerpunten geformuleerd ten aanzien van de ontwikkeling van de woningvoorraad. Kort samengevat zijn de speerpunten 'meer, beter, dynamisch en betaalbaar'. In de Woonvisie zijn uiteenlopende maatregelen opgesomd die een bijdrage moeten leveren aan bovengenoemde speerpunten. Aan de maatregelen die een ruimtelijke impact hebben, en daarmee relevant zijn voor het bestemmingsplan, wordt in deze paragraaf aandacht besteed.

Op de eerste plaats zet Haarlem in op het opvoeren van de woningbouwproductie. Haarlem wil de woningvoorraad onder andere uitbreiden door het mogelijk maken en stimuleren van meervoudig ruimtegebruik en menging van de woonfunctie met werkfuncties. Het eventueel omzetten van een werkfunctie naar een woonfunctie is ook denkbaar, maar dit mag niet ten koste gaan van de spreiding van de werkfuncties. Een betere woningvoorraad heeft vooral betrekking op herstructurering, duurzaam bouwen en het bevorderen van sociaaleconomisch gemengde buurten. Het creëren van een gedifferentieerd woningaanbod, het vernieuwen van de woningvoorraad, het vergroten van de toegankelijkheid en het verbeteren van de leefomgeving (vooral de inrichting van de openbare ruimte) zijn hierbij belangrijke aandachtspunten.

De op dit moment meest zichtbare behoefte betreft veelal eengezinswoningen, zoals blijkt uit de Woonvisie. Toch wordt door de vergrijzing en nieuwe woonwensen een groeiende acceptatie van en vraag naar meer stedelijk wonen voorspeld en wordt een verschuiving in de behoefte richting appartementen verwacht. Haarlem zet in op een aanpak van het woningtekort in zowel de koop- als huursector. Hierbij kiest zij voor een dynamische en leefbare stad die haar bewoners aan zich wil binden, nieuwe koopkracht wil aantrekken en adequate huisvesting wil bieden voor een goed ondernemersklimaat. 023 is, in de noordstrook van Schalkwijk, aangemerkt als één van de nieuwbouwprojecten binnen Haarlem.

Uitvoeringsprogramma Schalkwijk 2000+

Het Uitvoeringsprogramma Schalkwijk beschrijft de noodzakelijk ingrepen in Schalkwijk die moeten leiden tot een duurzame, kwalitatieve, hoogwaardige leefomgeving voor ten minste de komende 30 jaar. Het plan is gebaseerd op de strategie van de 2 netwerken: het waternetwerk en het verkeersnetwerk vormen de basis voor een ecologische stedelijke ontwikkeling. Het Uitvoeringsprogramma Schalkwijk 2000+ is bedoeld om een gedifferentieerd, duurzaam woon- en leefmilieu te creëren waarbij een evenwichtige opbouw van het stadsdeel ontstaat.

Dit vanuit de drie kwaliteitsinvalshoeken milieu, fysiek ruimtelijk en sociaal. Hiertoe zijn een aantal hoofdstructuren bepaald, welke op hun beurt zijn onderverdeeld in 27 deelplannen. In Noordrand Boerhaavewijk worden de ambities beschreven voor 023. Voor het plangebied beoogt het uitvoeringsprogramma een uniek woningbouwplan, eventueel in combinatie met kantoren en sportvoorzieningen. Hierbij is een goede relatie van het gebied met de Slachthuisbuurt, het Reinaldapark en de woonbebouwing van Schalkwijk uitgangspunt.

Groenstructuurplan (1991)

Het groenstructuurplan omvat een inventarisatie van de groen-ontwikkelingen en geeft een visie op de ontwikkeling en inrichting van de groene buitenruimte van Haarlem. Het dient als basis bij uitbreidingsplannen. In het plan wordt geconstateerd dat ten zuiden van de Schipholweg een afnemende betekenis krijgt door bebouwing.

Voor Schalkwijk is gesteld dat er een samenhang en verbindingen moeten ontstaan tussen de verschillende recreatiegebieden die ten oosten liggen van Haarlem. Een structurerend element hierbij is het water.

Haarlems Verkeers- en Vervoerplan (2003)

Het HVVP beschrijft het beleid op het gebied van verkeer en vervoer voor de komende 10 jaar. Het HVVP is een plan op hoofdlijnen. In het HVVP wordt een beschrijving gegeven van de hoofdstructuren voor het autoverkeer, het openbaar vervoer en de fiets, waarbij de voetganger een prominente plek inneemt. De Schipholweg, de Amerikaweg en de Boerhaavelaan zijn de belangrijkste ontsluitingswegen voor het plangebied. Deze wegen zijn tevens hoofdrijroutes voor de hulpverleningsdiensten. De Schipholweg en de Amerikaweg zijn gebiedsontsluitingswegen type A, waar 50 km/h geldt. De Boerhaavelaan wordt in het HVVP omschreven als een gebiedsontsluitingsweg type B. De Amerikaweg is tevens een hoofdfietsroute binnen Haarlem. Langs de Boerhaavelaan ligt een busroute. De gemeente is voornemens buiten het plangebied ten oosten van de huidige volkstuinen een fietsverbinding te realiseren.

Ruimte voor groei (1999)

Om de Haarlemse economie een impuls te geven wordt een actief en wervend kantorenbeleid gevoerd. Het streven is om de groei van werkgelegenheid gelijke tred te laten houden met de landelijke tred, dat wil zeggen op 1,9% per jaar. Onvermijdelijk hierbij is dat er keuzen gemaakt moeten worden als het gaat om het beschikbaar stellen van ruimte voor economische activiteiten. Keuzen qua ruimtegebruik en -intensivering, maar ook qua bedrijfstakken die met een relatief gering ruimtegebruik een hoge economische groei en aantal arbeidsplaatsen kunnen realiseren. De kantorensector is een sector die zich bij uitstek voegt aan deze criteria. Zowel de commerciële als de niet-commerciële dienstverlening zijn bedrijfstakken die, naast bijvoorbeeld toerisme en detailhandel, voor Haarlem grote perspectieven bieden.

In de in 2007 door de gemeente Haarlem vastgestelde uitvoeringsstrategie van het Platform bedrijven en kantoren van de metropoolregio Amsterdam, is het Haarlemse kantoorprogramma uit de kantorennota 'ruimte voor groei' geactualiseerd en afgestemd op de jaarlijkse vraagprognose voor de Haarlemse regio tot 2030. Het in dit bestemmingsplan opgenomen kantoorprogramma past binnen deze vraagprognose.

Speelruimteplan (1998)

Voldoende speelruimte in een wijk of buurt draagt bij aan de leefbaarheid van een wijk. De speelplekken dienen veilig bereikbaar te zijn voor de kinderen. Speelruimte in bestemmingsplannen is op de volgende manieren vast te leggen:

  • exclusieve bestemming 'Speelruimte' voor de huidige speellocaties en de ontmantelde speellocaties, inclusief de leeftijdscategorie waarvoor de (huidige) locaties zijn aangelegd;
  • 'speelvoorzieningen' opnemen in de planregels bij bestemmingen Groen, Wonen, Recreatie en Water.

Uitgangspunten die in het bestemmingsplan moeten worden opgenomen:

  • de woonomgeving moet maximaal bespeelbaar zijn inclusief de veilige bereikbaarheid van de speelvoorzieningen;
  • bij verandering van de functie van een speellocatie (bestaand of ontmanteld), dient zowel de oppervlakte als de leeftijdscategorie gecompenseerd te worden;
  • speelruimte en bespeelbare openbare ruimte dienen vanaf de eerste structuurschets bij ruimtelijke plannen als volwaardig element behandeld te worden, zowel in stedenbouwkundig opzicht als in de grondexploitatie;
  • voor uitleg-/nieuwbouwlocaties de door het ministerie aanbevolen c.q. verzochte 3%-norm hanteren. Dat betekent 3% van de oppervlakte van de nieuwbouwlocatie bestemmen voor spelen; komt overeen met 300 m² per ha.
  • In bestaande wijken is het moment waarop het bestemmingsplan herzien wordt, een goede aanleiding om de nieuwe ruimtelijke norm in te brengen. Bij iedere wijziging in het bestemmingsplan moet in het licht van meer speelruimte worden bekeken of de 3%-richtlijn gehaald kan worden. Wijzigingen van verkeerssituaties worden getoetst op verkeersveiligheid voor jeugdige verkeersdeelnemers.

023 betreft een nieuw op te zetten wijk. Uitgangspunt hierbij is:

  • streven naar voldoende ruimte om buiten te spelen; hierbij wordt als richtlijn de 3%-norm gehanteerd;
  • voor het zo optimaal mogelijk benutten van de schaarse speelruimte worden hoogwaardige speelplekken nagestreefd.

Ten aanzien van de speelruimten in de stad wordt gewerkt aan een nieuwe nota waarin kwaliteit en kwantiteit van de speelplekken wordt gewogen.