direct naar inhoud van Artikel 12 Wonen-2
Plan: Haarlem 023
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0392.641386200-0002

Artikel 12 Wonen-2

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen-2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep, met dien verstande dat binnen de bestemmingen GD-2 en W-2 niet meer dan 390 woningen zijn toegestaan;
  • b. ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van gemengd-2': kantoren, maatschappelijke voorzieningen, dienstverlening, sport en bedrijven uit ten hoogste categorie B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging', met dien verstande dat:
    • 1. binnen de bestemmingen GD-2 en W-2 het gezamenlijk vloeroppervlak ten behoeve van deze functies ten hoogste 2.500 m² bedraagt;
    • 2. deze functies uitsluitend op de eerste en tweede bouwlaag zijn toegestaan;
  • c. parkeren, met dien verstande dat:
    • 1. 1 parkeerplaats per woning wordt geprojecteerd binnen het bouwblok;
    • 2. 0,5 parkeerplaats per woning wordt geprojecteerd in openbaar gebied;
  • d. ter plaatse van de aanduiding parkeergarage een (deels) verdiepte;
  • e. bijbehorende voorzieningen, zoals verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de bestemming, groenvoorzieningen, speelvoorzieningen, tuinen, erven, ontsluitingswegen, nutsvoorzieningen en water.
12.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

12.2.1 Algemeen
  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-2' is een aaneengesloten oppervlakte van ten minste 324 m² onbebouwd, met dien verstande dat de ontsluiting van de onbebouwde ruimte aan de zuidzijde van het bouwvlak wordt gerealiseerd, een (deels) verdiepte parkeergarage telt hierbij niet mee als bebouwd oppervlak;
  • b. de hoogte van een bouwlaag bedraagt ten minste 2,9 m en ten hoogste 4 m, met dien verstande dat de hoogte van de begane grond ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd-2' ten minste 3,5 m en ten hoogste 4,5 m bedraagt;
  • c. de bouwgrens van ieder bouwvlak dient voor minimaal 90% bebouwd te worden, met dien verstande dat de bebouwing ten hoogste 1 m terug mag liggen ten opzichte van de bouwgrens;
  • d. het hoogste punt van gebouwen ten behoeve van het parkeren dient zich niet hoger dan 3,5 m boven grondwaterpeil te bevinden.
12.2.2 Gebouwen
  • a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt respectievelijk ten minste en ten hoogste de met de aanduiding 'minimale en maximale bouwhoogte (m)' aangegeven minimale en maximale bouwhoogte.
12.2.3 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen van grondgebonden woningen
  • a. de afstand van aan- en uitbouwen en bijgebouwen tot de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt ten minste 1 m;
  • b. de afstand van aan- en uitbouwen en bijgebouwen tot perceelsgrenzen bedraagt ten minste 1 m;
  • c. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,25 m;
  • d. de diepte van aan- en uitbouwen, gemeten vanuit de gevel van het hoofdgebouw waaraan de aan- of uitbouw wordt gebouwd, bedraagt ten hoogste 2,5 m;
  • e. de bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m, gemeten vanaf het aansluitend terrein;
  • f. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf met een maximum van 40 m².
12.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn mag niet meer dan 1 m bedragen, gemeten vanaf het aansluitend terrein;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen achter de voorgevelrooilijn mag niet meer dan 2 m bedragen, gemeten vanaf het aansluitend terrein;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen, gemeten vanaf het aansluitend terrein.
12.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. bijgebouwen als zelfstandige woning;
  • b. prostitutie en seksinrichtingen;
  • c. detailhandel;
  • d. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • e. het gebruik als opslag-, laad- en/of losplaats ten behoeve van handelsdoeleinden;
  • f. Bevi-inrichtingen;
  • g. Wgh-inrichtingen;
  • h. maximaal 35% van de vloeroppervlakte van een woning mag worden gebruikt ten behoeve van het aan-huis-gebonden beroep, met een maximum van 50 m²;
  • i. ter plaatse van de aanduiding gemengd zijn de functies genoemd onder lid 12.1, onder b uitsluitend toegestaan op de begane grond en eerste verdieping en georiënteerd op de Schipholweg.