Artikel 12 Verkeer - Verblijfsgebied
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Verkeer - Verblijfsgebied’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing;
-
b. ter plaatse van de aanduiding ´specifieke bouwaanduiding - dijkbeun´, mede voor een dijkbeun ten behoeve van detailhandel in de vorm van het innemen van een standplaats ten behoeve van ambulante handel;
-
c. ter plaatse van de aanduiding ´terras´, mede voor een terras ten behoeve van de horeca;
-
d. parkeervoorzieningen;
-
e. groenvoorzieningen;
-
f. nutsvoorzieningen;
-
g. speelvoorzieningen;
-
h. kunstwerken;
-
i. reclame-uitingen;
-
j. water;
-
k. waterhuishoudkundige voorzieningen;
met de daarbij behorende,
-
l. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
12.2 Bouwregels
op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte van:
-
a. speelvoorzieningen, niet meer mag bedragen dan 4 m;
-
b. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 3 m mag bedragen.
12.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
-
a. de woonsituatie;
-
b. de verkeerssituatie;
-
c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
12.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde onder 12.2 ten behoeve van de bouw van een luifel aan op aangrenzende gronden gelegen gebouwen, met inachtneming van de volgende regels:
-
a. de diepte van de luifel mag ten hoogste 1 m bedragen;
-
b. de hoogte van de luifel mag ten hoogste 0,25m bedragen, alsmede de randen van de luifel;
-
c. de vrije hoogte tussen het maaiveld en de onderkant van de luifel dient minimaal 2,5 m te bedragen;
-
d. de afstand tot de rijweg, niet zijnde het trottoir, dient minimaal 0,6 m te bedragen.