direct naar inhoud van 4.8 Water
Plan: Oorgat e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0385.bpOorgatEO-vg01

4.8 Water

4.8.1 Nationaal Waterplan

In de waterparagraaf van het bestemmingsplan werken de doelstellingen van de Europese Kaderrichtlijn Water (2000) en die van het nationale en provinciale waterbeleid, voor zover voor het plangebied relevant, door. De Kaderrichtlijn heeft als doelstelling landoppervlaktewater, overgangswater, kustwater en grondwater te beschermen om:

  • van water afhankelijke ecosystemen in stand te houden en te verbeteren;
  • de beschikbaarheid van water veilig te stellen en het duurzaam gebruik te bevorderen;
  • het aquatische milieu in stand te houden en te verbeteren door het voorkomen van verontreiniging;
  • de gevolgen van overstroming en droogte te beperken.

Het Nationaal Waterplan (NWP) is momenteel het kader voor het nationale waterbeleid. Het NWP heeft betrekking op het gehele watersysteem, zowel oppervlaktewater, grondwater als de bijbehorende waterkeringen, oevers en dergelijke en het beschrijft de hoofdlijnen van het nationale waterbeleid. Het NWP richt zich op bescherming tegen overstromingen, beschikbaarheid van voldoende en schoon water en diverse vormen van gebruik van water. Ook worden de maatregelen genoemd die hiertoe worden genomen.
Als bijlage bij het NWP zijn beleidsnota's toegevoegd over waterveiligheid, het IJsselmeergebied en de Noordzee. Deze beleidsnota's vormen een nadere uitwerking en onderbouwing van de keuzes die in de hoofdtekst staan van het NWP en dienen in samenhang ermee te worden gelezen.

Het NWP is de opvolger van de Vierde Nota Waterhuishouding uit 1998 en vervangt alle voorgaande nota´s waterhuishouding. Het Nationaal Waterplan is opgesteld op basis van de Waterwet die met ingang van 22 december 2009 van kracht is. Op basis van de Wet ruimtelijke ordening heeft het Nationaal Waterplan voor de ruimtelijke aspecten de status van structuurvisie.

Bij de ontwikkeling van locaties binnen stedelijk gebied wordt ernaar gestreefd dat de hoeveelheid groen en water per saldo toeneemt. Dit moet het stedelijk gebied aantrekkelijk en leefbaar maken en houden. Voor het Oorgat gaat het om een bestaande situatie en is sprake van een consoliderend bestemmingsplan.

4.8.2 Waterbeheersplan 4 (2010-2015)

In dit plan beschrijft het hoogheemraadschap de doelstellingen voor de periode 2010-2015 voor de drie kerntaken: veiligheid tegen overstrommingen, droge voeten en schoon water. De agenda van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier wordt in deze periode sterk bepaald door de klimaatverandering. Deze verandering heeft direct invloed op de kerntaken. De missie van het hoogheemraadschap is erop gericht om ook de komende jaren, ondanks klimaat- en weersveranderingen, Noord-Holland boven het Noordzeekanaal veilig te houden tegen overstromingen en te zorgen voor droge voeten en schoon water. Het kerndoel is vierledig:

  • 1. Het op orde houden van het watersysteem en dit onder dagelijkse omstandigheden doelmatig en integraal beheren.
  • 2. De verontreiniging van het watersysteem door directe en indirecte lozingen voorkomen en/of beheersbaar houden.
  • 3. Het op orde houden van de primaire waterkeringen en overige waterkeringen met een veiligheidsfunctie en deze onder dagelijkse omstandigheden doelmatig beheren.
  • 4. Het in stand houden en ontwikkelen van een calamiteitenorganisatie die onder bijzondere omstandigheden onmiddellijk operationeel is en die beschikt over actuele calamiteitenbestrijdingsplannen voor veiligheid, wateroverlast en waterkwaliteit.

Het hoogheemraadschap hanteert bij zijn beleid de volgende uitgangspunten:

  • het beheersgebied van het hoogheemraadschap is beveiligd tegen overstromingen;
  • dijkversterking blijft altijd mogelijk;
  • alle inwoners van het beheersgebied van het hoogheemraadschap hebben recht op het afgesproken beschermingsniveau tegen wateroverlast;
  • watersystemen zijn gezond voor mens, plant en dier;
  • problemen worden opgelost waar ze ontstaan;
  • met de watervoorraad wordt zorgvuldig omgegaan;
  • niet alles kan overal;
  • samenwerking staat centraal;
  • water is een ordenend principe in de ruimtelijke ordening;
  • het waterbeheer is toekomstgericht.
4.8.3 Watertoets

De watertoets waarborgt de inbreng van het aspect ‘water’ in de ruimtelijke ordening. Met dit procesinstrument worden ruimtelijke plannen en besluiten op hun waterhuishoudkundige aspecten aan het geldende ruimtelijke beleid getoetst. De grootste winst ligt bij vroegtijdige, wederzijdse betrokkenheid en informatievoorziening.Bij brief van 25 september 2008 heeft het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier in het kader van een vooroverleg als voorbereiding op dit plan een reactie gestuurd.Met de opmerkingen uit deze reactie is bij het opstellen van dit bestemmingsplan rekening gehouden.De relevante waterkeringen zijn door middel van een ‘dubbelbestemming’ aangeduid en opgenomen in de planregeling.

4.8.4 Plangebied

De mogelijke ontwikkelingen in onderhavig plangebied zijn zeer beperkt van aard, zodat overigens geen nadelige invloeden te verwachten zijn voor de waterhuishouding.

4.8.5 Project Dijkversterking

Een gedeelte van de Zeevangszeedijk zal worden opgenomen in het inpassingplan ten behoeve van de dijkversterking traject Hoorn-Edam. Voor zover het gaat om de reguliere bestemmingen en de bouw en gebruiksregels is naar verwachting het voorliggende bestemmingsplan maatgevend. Het planologische regime, dat de noodzakelijke ingrepen in ondermeer de waterstaatkundig werken (aanleg, aanpassen en/of verbreden van dijken) en/of aanvullende maatregelen (constructieve oplossing en/of dijkverhoging) mogelijk moeten maken, wordt nader geregeld in een inpassingplan.De exacte afbakening en reikwijdte tussen enerzijds het bedoelde inpassingplan en anderzijds dit bestemmingsplan is op dit moment nog niet bekend.In de vervolg procedure zal nader rekening worden gehouden met de gevolgen van het inpassingplan ten behoeve van het project 'Dijkversterking'.

4.8.6 Keur

Wanneer het voornemen bestaat om in, bij of nabij een waterloop een bouwwerk op te richten (zoals bijvoorbeeld een beschoeiing, steiger of vlonder) is voor een dergelijk bouwwerk veelal een omgevingsvergunning nodig. Een dergelijke vergunning kan in de regel alleen worden verleend, voor zover die onder meer in overeenstemming is met de regels van het bestemmingsplan.

Naast het bestemmingsplan als toetsingskader voor een dergelijke vergunning gelden er vaak ook nog (algemene) regels op basis van de Keur Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2009 voor de hiervoor genoemde bouwwerken. In het geval niet aan die algemene regels wordt voldaan is naast bedoelde omgevingsvergunning ook nog een (aparte) vergunning vereist op basis van deze keur.