direct naar inhoud van Artikel 12 Waarde - Edams-Volendams erfgoed
Plan: Oorgat e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0385.bpOorgatEO-vg01

Artikel 12 Waarde - Edams-Volendams erfgoed

12.1 Bestemmingsomschrijving
  • a. De voor 'Waarde - Edams-Volendams erfgoed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming (en) mede bestemd voor de bescherming van het op die gronden aanwezige cultureel erfgoed.
  • b. De voor 'Waarde - Edams-Volendams erfgoed' aangewezen gronden kennen de volgende onderverdeling van het op die gronden aanwezige cultureel erfgoed, waarbij het onder 1 en 2 genoemde erfgoed overeenkomstig het bepaalde in de gemeentelijke Erfgoedverordening de status heeft van gemeentelijk monument:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - karakteristiek waardevol bouwwerk': karakteristiek waardevol bouwwerk, met dien verstande dat sprake is van een bouwwerk met een hoge cultuurhistorische en/of architectonische waarde waarvan het exterieur van het gebouw/bouwwerk, zoals omschreven in het in Bijlage 3 opgenomen cultuurhistorisch rapport ´Inventarisatie´, wordt beschermd;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - stolp': stolp, met dien verstande dat sprake is van een bouwwerk met een gemiddelde cultuurhistorische en/of architectonische waarde en waarvan het exterieur van het gebouw/bouwwerk, zoals omschreven in het in Bijlage 3 opgenomen cultuurhistorisch rapport ´Inventarisatie´, wordt beschermd;

12.2 Bouwregels
  • a. Op de voor 'Waarde - Edams-Volendams erfgoed' aangewezen gronden, voor zover het daarbij gaat om beschermde gemeentelijke monumenten, mag uitsluitend worden gebouwd indien:
    • 1. bebouwing mogelijk is krachtens de onderliggende bestemming en;
    • 2. de bestaande cultuurhistorische waardestelling niet wordt aangetast door wezenlijke veranderingen in het stedenbouwkundige en architectonische beeld, bepaald door situering, massa, kapvorm, hoogtematen, gevel- en raamindeling en gevelafwerking met kleur en materiaalgebruik, zulks met inbegrip van waardevolle details en;
    • 3. de bouwwerkzaamheden niet strijdig zijn met:
      • de toegekende cultuurhistorische waardestelling zoals neergelegd in het in bijlage 3opgenomen cultuurhistorisch rapport ´Inventarisatie´;
      • de van toepassing zijnde algemene uitgangspunten zoals opgenomen in artikel 4 van de Erfgoedverordening.
  • b. In afwijking van het bepaalde onder a mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - stolp' het bouwwerk geheel of gedeeltelijk worden vernieuwd in de vorm van een boerderij, bepaald door de grootte van het oorspronkelijke vloeroppervlak, de afmetingen van het authentieke vierkant en de aangegeven goot- en bouwhoogte.

12.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, mits gebouwd wordt krachtens de onderliggende bestemming, een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 12.2 onder a, voor:

  • a. het gedeeltelijk vernieuwen van een karakteristiek waardevol bouwwerk, mits:
    • 1. de werkzaamheden binnen de cultuurhistorische waardestelling blijven dan wel een kwalitatieve bijdrage aan de genoemde waarden leveren en;
    • 2. er geen wezenlijke veranderingen worden aangebracht in het stedenbouwkundige en architectonische beeld en;
    • 3. de gemeentelijke monumentencommissie en/of Noordhollandse welstandscommissie positief adviseert;
    • 4. Voor zover het voor een goede besluitvorming van belang is, kan het college de aanvrager verzoeken een restauratieplan van het object te overleggen.
  • b. het restauratieplan, bedoeld in lid a, onder 4 bestaat uit:
    • 1. een beschrijving van de technische staat van het monument, waarbij de gebreken van het monument nauwkeurig staan vermeld;
    • 2. overzichts- en detailfoto´s die een duidelijke indruk geven van het monument en zijn gebreken;
    • 3. tekeningen van de bestaande toestand van het gemeentelijk monument en tekeningen waarop de voorgenome herstelwerkzaamheden of wijzigingen staan aangegeven;
    • 4. Een op de onder 1 bedoelde beschrijving gebaseerd bestek of werkomschrijving per onderdeel van de toe te passen constructies, materialen, afwerkingen en kleuren alsmede van de wijze van verwerking daarvan;
    • 5. Een begroting die niet ouder is dan twee jaar en is gespecificeerd in hoeveelheden uren, materialen, stelposten en onderaannemers, en;
    • 6. In voorkomende gevallen rapporten inzake bouwfysische, bouwhistorische, constructieve, decoratieve, materiaaltechnische of preventieve aspecten.

12.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden
  • a. een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden aan een gemeentelijk monument kan worden verleend, indien:
    • 1. de directe of indirecte gevolgen van de in de aanvraag genoemde werken en/of werkzaamheden niet leiden tot een verandering en/of aantasting van het gemeentelijk monument;
    • 2. de gemeentelijke monumentencommissie en/of Noordhollandse welstandscommissie positief adviseert.
  • b. Voor zover het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, dan wel de directe of indirecte gevolgen van de in de aanvraag genoemde werken en/of werkzaamheden, wel leiden tot een verandering en/of aantasting van een gemeentelijk monument, kan aan de omgevingsvergunning de verplichting tot het treffen van maatregelen worden verbonden, waardoor de toegekende cultuurhistorische waardestelling van het betreffende monument kan worden behouden.

12.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Een omgevingsvergunning voor het slopen van een gemeentelijk monument kan worden verleend, indien:

  • a. voor zover het bouwwerken betreft die als karakteristiek waardevol bouwwerk zijn aangeduid, ingevolge lid 12.3 onder a is afgeweken van de bouwregels;
  • b. voor zover het bouwwerken betreft die als stolp zijn aangeduid, medewerking conform lid 12.2 onder b mogelijk is;

12.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door:

  • a. de gebieden of bouwwerken ter plaatse van de aanduidingen ‘specifieke bouwaanduiding - karakteristiek waardevol bouwwerk’, ‘specifieke bouwaanduiding - beeldbepalend bouwwerk’, 'specifieke bouwaanduiding - stolp', ‘specifieke bouwaanduiding - waardevol cultuurhistorische element’, ‘cultuurhistorisch attentiegebied’, de voormelde aanduiding geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van een contra-expertise is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen cultuurhistorische waardestelling (meer) aanwezig zijn, dan wel deze waarden niet meer als zodanig bescherming behoeven;
  • b. op terreinen en hun opstallen alsnog de aanduidingen ‘specifieke bouwaanduiding - karakteristiek waardevol bouwwerk’, ‘specifieke bouwaanduiding - beeldbepalend bouwwerk’, 'specifieke bouwaanduiding - stolp', ‘specifieke bouwaanduiding - waardevol cultuurhistorisch element’, ‘cultuurhistorische attentiegebied’, te leggen, indien de noodzaak hiertoe blijkt uit een nader cultuurhistorisch rapport.
  • c. De bestemming ´Waarde - Edams-Volendams erfgoed´ naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval wordt verwijderd, voor zover de noodzaak hiertoe blijkt uit een nader cultuurhistorisch rapport of contra-expertise.