direct naar inhoud van 2.5 Beheer van de bestaande ruimtelijke situatie
Plan: Castricum Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0383.BPC12Centrum-VS01

2.5 Beheer van de bestaande ruimtelijke situatie

Voorliggend plan is deels conserverend van aard en deels wordt flexibiliteit geboden in de vorm van centrumbestemmingen. Conserverend bestemmen houdt in dat de bestaande situatie, zoals die bij het opstellen van het bestemmingsplan bekend is, wordt vastgelegd. De flexibiliteit die wordt geboden in de centrumbestemmingen wordt beschreven in paragraaf 2.5.1. In het bestemmingsplan wordt in beperkte mate rekening gehouden met ruimtelijke ontwikkelingen, deze ontwikkelingen komen aan de orde in hoofdstuk 4 van deze toelichting. Dit houdt echter niet in dat voor de rest van het plangebied de bestaande ruimtelijke situatie voor de aankomende tien jaar wordt bevroren. Onnodige starheid van het plan moet worden voorkomen. Kleinschalige ruimtelijke ontwikkelingen en veranderingen binnen de bestaande functie zijn in meerdere of mindere mate wel mogelijk. Een woning blijft een woning en een maatschappelijke functie blijft een maatschappelijke functie. Afhankelijk van de functie worden wel royale of minder royale mogelijkheden binnen de functie gegeven.

Hieronder wordt ingegaan op de planologische afwegingen die zijn gemaakt bij het opstellen van dit bestemmingsplan voor enkele belangrijke functies.

2.5.1 Centrum

In een centrumgebied komen als vanzelfsprekend verschillende centrumfuncties voor. In het centrum van Castricum zijn dit voornamelijk de functies detailhandel, dienstverlening en horeca in combinatie met de functie wonen. Naast dat er grondgebonden woningen in het centrumgebied voorkomen, wordt er ook veelal gewoond boven winkels en andere centrumfuncties. In het centrumgebied worden drie verschillende bestemmingen "Centrum" onderscheiden:

  • Centrum-1: Burgemeester Mooijstraat, de Torenstraat en de uitlopers van de Dorpsstraat vanaf de Korte Cieweg en Cieweg tot en met de Konining Wilhelminalaan.
  • Centrum-2: Dorpsstraat vanaf huisnummer 12 en 29 tot en met huisnummers 102 en 105.
  • Centrum-3: Winkelcentrum Geesterduin.

De verschillen tussen de drie gebieden wordt gevormd door de variatie in functies die in het gebied voorkomen. Zo is het gebied van "Centrum-1" met name gericht op detailhandel en dienstverlening. Het gebied van "Centrum-2" kent een veelheid aan functies en krijgt daarom een iets bredere functieomschrijving. Het gebied van "Centrum-3" kent aanvullend aan de bestemming "Centrum-1" een aantal horecavoorzieningen. In de planregels behorende bij dit bestemmingsplan wordt dit onderscheid juridisch verankerd.

In het gebied met de bestemming "Centrum-1" zijn detailhandel, al dan niet in combinatie met ondergeschikte horecavoorzieningen, (medische)dienstverlenende bedrijven en/ of instellingen, kantoren, bedrijven uit bedrijfscategorie A en B en (bestaande) woningen op de verdieping toegestaan. Vanuit distributieplanologisch oogpunt (de toekomstvisie op detailhandel in Castricum) is het gewenst om onderscheid aan te brengen in de winkelgebieden en te focussen op twee sterke winkelgebieden in de vorm van het dorpscentrum en winkelgebied Geesterduin. Zowel de uitlopers van de Dorpsstraat als de Torenstraat worden niet tot het dorpscentrum gerekend. Voor de uitlopers van de Dorpsstraat geldt dat ze fungeren als aanloopstraat. Voor de Torenstraat geldt dat een fysieke koppeling met het dorpscentrum ontbreekt. Bovendien heeft de straat van oudsher een buurtvoorzienend karakter.

Stedenbouwkundig gezien is een transformatie van centrumfuncties naar woonfuncties in de uitlopers van de Dorpsstraat en de Torenstraat aanvaardbaar. De uitlopers van de Dorpsstraat (ten noorden van de lijn Korte Cieweg - Cieweg en ten zuiden van de Verlegde Overtoom) vormen de introductie op het dorpscentrum door een vermenging van functies. In geval centrumfuncties worden omgevormd naar woonfuncties zal de overgang naar het dorpscentrum hooguit als minder geleidelijk worden ervaren. Transformatie van centrumfuncties naar woonfuncties in de Torenstraat leidt tot versterking van een al bestaande functie in de straat. In plaats van de sterke tweezijdigheid in de huidige situatie, met aan de oostzijde van de straat de grondgebonden woningen in de kenmerkende stijl van de jaren '30 en aan de westzijde van de straat het winkelfront waarvan de basis is gelegd in de jaren '50, kan er door omvorming van winkels in woningen bovendien meer evenwicht in de straat ontstaan. Karakteristiek voor de straatwand is verder dat ze, ondanks de koppeling via de plint, bestaat uit zelfstandige bouwmassa's met een eigen architectuur. Door deze verdeling in de gevelwand kan de functie per pand c.q. perceel verschillen zonder afbreuk te doen aan het karakter van de straat (gelijk de uitlopers van de dorpsstraat in de huidige situatie). De oorspronkelijke bebouwingsstructuur van de straat was hier ook op gericht. Door een gelede opbouw van de gevelwand werd aansluiting gezocht bij de open structuur van omliggende woongebieden. Verder is een deel van de winkels gevestigd in bouwvolumes die vergelijkbaar zijn met die van grondgebonden woningen. Deze bouwvolumes bevinden zich aan de uiteinden van het winkelfront en zijn uitermate geschikt voor omvorming naar grondgebonden woningbouw. De toekomstvisie wordt, gelet op het conserverende karakter van het bestemmingsplan Castricum Centrum niet verwerkt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0383.BPC12Centrum-VS01_0031.jpg"

Figuur 2.18) straatbeeld Torenstraat (nu en voorheen)

In het gebied met de bestemming "Centrum-2" zijn detailhandel, al dan niet in combinatie met ondergeschikte horecavoorzieningen, dienstverlenende bedrijven en/ of instellingen, kantoren, horeca tot en met horeca categorie 2, bedrijven onder categorie A en B, maatschappelijke voorzieningen en bestaande woningen op de verdieping toegestaan.

In het gebied met de bestemming "Centrum-3" zijn detailhandel, al dan niet in combinatie met ondergeschikte horecavoorzieningen, dienstverlenende bedrijven en/ of instellingen en bestaande horecavoorzieningen toegestaan. Er zijn op dit moment geen woningen aanwezig binnen deze bestemming, deze bestemming laat ook geen nieuwe woningen toe.

2.5.2 Wonen

De woonfunctie komt veel in het plangebied voor. Zowel in de vorm van wonen boven winkels als individuele woonpercelen. In dit bestemmingsplan zijn de bestaande woningen positief bestemd. De woningen boven de winkels en boven andere centrumfuncties zijn opgenomen in de centrumbestemmingen en de individuele woningen worden als "Wonen" bestemd.

De bouwregeling welke is opgenomen in dit bestemmingsplan houdt rekening met de diverse bebouwingscategorieën. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de hoofdgebouwen en de bouwwerken die hiervan onderscheiden kunnen worden en in architectonisch opzicht ondergeschikt zijn aan het hoofdgebouw, namelijk de aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en/of overkappingen. De grenzen van de hoofdbouwmassa van de bebouwing zijn in dit plan enerzijds bepaald op basis van hetgeen vanuit stedenbouwkundig oogpunt maximaal aanvaardbaar wordt gevonden bij de diverse categorieën (op grond van de situering van de bestaande bebouwing op een perceel, de vorm en omvang van een perceel, de stedenbouwkundige opzet van de huidige wijk en/ of buurt, bestaande rechten, etc.) en anderzijds op basis van een 'standaard uitgangspunten benadering' uit het Handboek bestemmingsplannen van de gemeente Castricum waarin de volgende verdeling als uitgangspunt wordt aangehouden:

  • vrijstaande woningen: diepte bouwvlak 15 meter;
  • 2-onder-1 kapwoning of dubbele woning: diepte bouwvlak 12 meter;
  • aaneengebouwde woning of rijtjeswoning: diepte bouwvlak 10 meter.

De afweging tussen enerzijds de uitgangspunten uit het Handboek bestemmingsplannen en anderzijds de plaatselijke stedenbouwkundige aspecten heeft geresulteerd in de op de planverbeelding ingetekende bouwvlakken en maximale goot- en bouwhoogtes. De maximale omvang van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen is geregeld in de planregels van het bestemmingsplan. Vanuit het Handboek bestemmingsplannen geldt voor bouwpercelen met een oppervlakte tot 1.000 m2 een maximale oppervlakte van 75 m2. Voor een bouwperceel dat groter is dan 1.000 m2 geldt een maximale oppervlakte van 100 m2.

Erkers

Een erker is een ondergeschikte toevoeging aan de straatzijde van de woning. Typologisch gezien kan een erker beschouwd worden als een uitgebouwd raam aan de straat. Erkers komen meestal vóór de voorgevelrooilijn, vaak op gronden met de bestemming "Tuin". Soms bevinden erkers zich ook aan de zijkant van een woning. Voor nieuwe erkers geldt dat deze kleine grondgebonden uitbouwen van één bouwlaag aan de voor- of zijgevel van het hoofdgebouw onder voorwaarden zijn toegestaan. Er zijn voorwaarden gesteld aan de diepte van de erker, de goothoogte en de afstand tot de openbare ruimte. Binnen de bestemming "Wonen" is bepaald dat aan- /uitbouwen en bijgebouwen minimaal 1 meter achter de voorgevel moeten worden gesitueerd. Aangezien een erker wordt aangemerkt als een uitbouw, dient de erker aan de zijgevel van een woning in principe 1 meter achter de voorgevel te worden gesitueerd. Er is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen voor die situaties waarvoor geldt dat de erker op dit deel van het perceel niet zorgt voor een verstoring en/of belemmering van het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid (uitzicht) en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. Voor het bepalen of het straat- en/of bebouwingsbeeld wordt verstoord of belemmerd door de gewenste nieuwbouw, geldt bijvoorbeeld dat de nieuwe situatie qua beeld in veel gevallen aan dient te sluiten bij hetgeen destijds (stedenbouwkundig gezien) bij de bouw van de woningen in de omgeving beoogd werd. Een en ander afgewogen tegen hetgeen in de loop der tijd bij de woningen in de directe omgeving is aan-, uit- of bijgebouwd. Een andere afweging is bijvoorbeeld dat onderscheid tussen de hoofdbouwmassa en de hieraan in architectonisch opzicht ondergeschikte bouwdelen (aan-, uit- en bijgebouw) gewenst is, of dat het bebouwingsbeeld, zichtbaar vanaf het openbare gebied, niet mag dichtslibben.

Aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten

Dit bestemmingsplan biedt ook de mogelijkheid om "aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten" toe te staan bij de woning. Het gaat hierbij om dienstverlenende beroepen op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied. Belangrijk is dat de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat de ruimtelijke uitwerking of uitstraling in overeenstemming is met de woonfunctie. Grootse reclameborden of neonreclame en andere opvallende uitingen ten behoeve van het beroep of bedrijf dat wordt uitgeoefend, zijn niet toegestaan.

Er is bewust gekozen om "aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten" mogelijk te maken omdat dit tegemoet komt aan de wens van vele mensen om op kleine schaal voor zichzelf te beginnen. Dergelijke "aan huis verbonden beroepen" zijn niet (milieu)hinderlijk voor de omgeving. De toename in het aantal verkeersbewegingen (door bezoek aan het bedrijf) valt weg tegen het overige verkeer dat een woonwijk of -buurt kent. Belangrijk blijft wel dat het "aan huis verbonden beroep" ondergeschikt is aan de woonfunctie. Een woning is in eerste plaats een woning. Het is daarom van belang dat de bedrijfsactiviteit kleinschalig is en blijft. Dit houdt in ieder geval in dat de bewoner van de woning de beroepsuitoefenaar is.

Mantelzorg

Mantelzorg betreft de tijdelijke inwoning van iemand met aantoonbare lichamelijke, sociale en/of psychische ongemakken. Dankzij mantelzorg kunnen mensen langer zelfstandig thuis wonen. Een deel van de woning mag ingericht worden voor deze “afhankelijke woonruimte”. De afhankelijke woonruimte mag worden gecreëerd in het hoofdgebouw van de woning, de aan- en/of uitbouw van de woning of een al dan niet vrijstaand bijgebouw. Om te voorkomen dat er een aparte woning ontstaat, zijn er niet meer bouwmogelijkheden dan op grond van de bestemming 'Wonen' zijn toegestaan.

Bed & breakfast

De gemeente Castricum heeft zijn economische beleid vastgelegd in de "Kwaliteitsimpuls Economie Castricum". In dit beleid vormt "Recreatie en Toerisme" één van de pijlers van de lokale economie. Een knelpunt bij de groei van de pijler "Recreatie en Toerisme" is het eenzijdige aanbod van verblijfsaccommodatie. Campingplaatsen zijn ruimschoots aanwezig, maar "bed & breakfast" en andersoortige verblijfsaccommodaties zijn beperkt. In het beleid betreffende "Recreatie en Toerisme" is opgenomen dat initiatieven op het gebied van bijzondere en kwalitatief goede verblijfsaccommodatie worden ondersteund en gestimuleerd. Hiervoor heeft de gemeente beleid vastgesteld waarin onderscheid wordt gemaakt in kleinschalige initiatieven en grootschalige initiatieven. Het aantal slaapplaatsen is bepalend voor de vraag of sprake is van "kleinschalig" of "grootschalig". In het document "Bed and Breakfast – beleid, Castricum 2009" d.d. februari 2010 is aangegeven wat onder kleinschalige 'bed & breakfast' wordt verstaan, namelijk een kleinschalige overnachtingaccommodatie voor toeristische doeleinden gericht op een kortdurend verblijf en het serveren van ontbijt. Verder geldt dat:

  • Bed & breakfast gevestigd is in een woonhuis/boerderij of bijgebouw.
  • Bed & breakfast ondergeschikt is aan de hoofdbestemming wonen of aan de agrarische doeleinden.
  • De houder hoofdbewoner moet zijn en er daadwerkelijk moet wonen.
  • Bed & breakfast niet beschikt over een zelfstandige kookgelegenheid en een maximale omvang van 3 kamers (6 slaapplaatsen) bij een woonbestemming en maximaal 4 kamers (8 slaapplaatsen) bij een agrarische bestemming heeft.
  • Bed & breakfast onder bepaalde voorwaarden is toegestaan in bijgebouwen en in aan- of uitbouwen. Er mag echter geen zelfstandig woongebouw ontstaan als gevolg van de bed & breakfast in het bijgebouw of de aan- of uitbouw. Om te voorkomen dat zelfstandige woongebouwen ontstaan is een bed & breakfast in bijgebouwen en aan- of uitbouwen alleen mogelijk binnen de regels van de bestemmingen "Wonen" of "Agrarisch".
  • De houder van een bed & breakfast dient te voorzien in zijn eigen parkeerbehoefte en die van zijn bezoekers. Dit geldt voor zowel een bed & breakfast die gelegen is in het buitengebied als in de dorpskernen. De bed & breakfast is ondergeschikt aan de bestaande woonfunctie, conform het bestemmingsplan. Over het algemeen is de openbare ruimte, binnen deze woonfunctie, voldoende toegerust voor een geringe toename van verkeer. Per kamer hanteert de gemeente de parkeernorm van 0,5.
  • Op bed & breakfast-verblijfsaccommodatie zijn enkele regels van de Algemene Plaatselijk Verordening (APV) van toepassing. Het is de verantwoordelijkheid van de houder van de bed & breakfast om te voldoen aan de bepalingen van de APV. In deze toelichting wordt kort ingegaan op de betreffende APV-onderdelen.
    • 1. Handelsreclame: in artikel 4:16 van de APV is sprake van een verbod op hinderlijke of gevaarlijke reclame.
    • 2. Daarnaast geldt op basis van artikel 4:16 van de APV een vergunningplicht voor lichtreclame.
    • 3. Nachtregister: toeristenbelasting wordt geheven op grond van de 'verordening toeristenbelasting.' Na vergunningverlening voor een bed & breakfast wordt een nachtregister aan de houder toegestuurd. In het nachtregister worden aantal personen en overnachtingen bijgehouden. Deze administratie bepaalt de hoogte van de aanslag toeristenbelasting.
  • Drank- en horecavergunning: een drank- en horecavergunning is op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet vereist indien alcoholhoudende dranken tegen betaling worden verstrekt voor gebruik ter plaatse. Voordat een drank- en horecavergunning aan de aanvrager wordt verleend dienen aanvrager en inrichting aan diverse eisen te voldoen. Het ondergeschikte karakter van de bed & breakfast in een (bedrijfs)woning is echter niet te verenigen met een drank- en horecavergunning. Om die reden is een bed & breakfast op basis van dit beleid niet mogelijk indien tevens een drank- en horecavergunning is aangevraagd of verleend. Op deze manier probeert de gemeente een duidelijk verschil te maken tussen een bed & breakfast in (bedrijfs)woningen en een volwaardig horecabedrijf (met bestemming 'Horeca'), dan wel hotel of pension.
  • Brandveiligheid bij bed & breakfast is voor de gemeente een belangrijk aandachtspunt. Een bed & breakfast dient te voldoen aan het Bouwbesluit en aan de brandveiligheidseisen die voortvloeien uit het Gebruiksbesluit. Het Gebruiksbesluit spreekt over een meldingsplicht bij nachtverblijf van 10 personen of minder en een vergunningsplicht bij nachtverblijf van 11 personen of meer. Indien een houder van een bed & breakfast een gebruiksvergunning nodig heeft, wordt hier melding van gedaan door de brandweer. De brandveiligheid van een bed & breakfast wordt door de brandweer per geval bekeken en beoordeeld. Uitgangspunt is de zelfredzaamheid van de gasten te optimaliseren in de geest van de regelgeving, eventueel met gelijkwaardige oplossingen.

Zoals uit het bed & breakfast-beleid is op te maken, is dit gebruik niet zonder meer overal toegestaan. In dit bestemmingsplan is er daarom voor gekozen om voor kleinschalige bed & breakfast een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid op te nemen. Dit betekent dat een kleinschalige bed & breakfast in beginsel niet bij recht is toegestaan, maar dat hiervoor afwijking van het bestemmingsplan verleend moet worden. In het kader van die procedure zal vervolgens worden getoetst aan bovenstaande beleidsaspecten. Indien een grootschalige bed & breakfast, dat wil zeggen een bed & breakfast met meer kamers, is gewenst, dan is daarvoor een nadere afweging van de effecten op de omgeving noodzakelijk en is men aangewezen op een buitenplanse afwijkingsprocedure en/of een partiële herziening van het bestemmingsplan.

2.5.3 Tuinen

De bestemming "Tuin" wordt veelal toegekend aan de gronden gelegen bij de bestemming "Wonen". Het betreft meestal de voortuinen en soms ook de zijtuinen bij vrijstaande of hoekwoningen. Op gronden met deze bestemming zijn alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en erkers (behorende bij de aangrenzende woningen in de bestemming "Wonen") toegestaan. Aan de bouwmogelijkheden voor erkers zijn nadere voorwaarden gesteld met betrekking tot maximale diepte, hoogte en dergelijke.

Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden in de bestemming "Tuin" in principe niet toegestaan, tenzij het bestaande legale aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zijn. Dit wordt op de planverbeelding weergegeven met een aanduiding.

2.5.4 Bedrijven

In het plangebied komen enkele solitair gelegen bedrijven voor. Zoals het voormalige kaaspakhuis aan de Dorpsstraat 95-97, het bedrijventerrein achter Koningin Wilhelminalaan 47-49 en het LPG-tankstation aan de Soomerwegh.

In het algemeen geldt volgens de huidige inzichten dat bedrijven niet zonder meer thuis horen in een woongebied; zeker niet als het categorie 3 bedrijven (of hoger) zijn volgens de uitgave "Bedrijven en milieuzonering" van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). De toelaatbaarheid van bedrijvigheid kan worden gekoppeld aan de methodiek van de VNG-brochure "Bedrijven en milieuzonering 2009". Het centrumgebied van Castricum valt hierbij onder een gemengd gebied. In gebieden met functiemenging heeft men te maken met milieubelastende en milieugevoelige functies die op korte afstand van elkaar zijn gesitueerd. Voor een dergelijk gebied is een specifieke Staat van Bedrijfsactiviteiten van toepassing die geen richtafstanden bevat, maar categorieën A, B en C die aangeven onder welke omstandigheden activiteiten inpasbaar zijn. Voor dit gebied zijn in principe alleen bedrijven uit categorie A en B toelaatbaar.

Het LPG-tankstation aan de Soomerwegh past niet binnen de toegelaten bedrijfscategorieën en wordt derhalve via dit bestemmingsplan specifiek aangeduid met de bijbehorende veiligheidszone voor het LPG-vulpunt, het opslagpunt en het afnamepunt. Ook het NS-station past niet binnen de toegelaten categorieën. Het station wordt getypeerd als een bedrijf in categorie 3.2 vanwege geluid.

Als een bedrijf meer bebouwing wenst dan binnen dit bestemmingsplan mogelijk is, of een ander gebruik c.q. het toelaten van een bedrijf dat niet past binnen de planregels, dan is daarvoor een nieuw afwegingsproces nodig. Een verzoek daartoe wordt terughoudend tegemoet getreden. Voorliggend bestemmingsplan biedt een strak bouwregime wat past bij de bedrijfsfuncties in deze omgeving. Essentieel bij een dergelijke afweging zijn dan de exacte plannen voor extra bebouwing en/ of gebruik, de achtergronden bij die vraag, de relatie met de integrale bedrijfsvoering, de precieze omgevingsfactoren en diverse overige randvoorwaarden. De projectafwijkingsprocedure of partiële herzieningsprocedure is de aangewezen weg als het bedrijf ophoudt te bestaan op deze locatie en men hier woningen of een andere functie wil realiseren.

Als ondergeschikte nevenactiviteit bij het bedrijf is detailhandel in ter plaatse vervaardigde goederen toegestaan.

In beginsel worden nieuwe bedrijfswoningen niet toegestaan. Hiervoor is een aantal redenen aan te wijzen:

  • bedrijfswoningen zijn tegenwoordig in veel gevallen niet meer noodzakelijk voor een goede bedrijfsvoering;
  • het wonen in een bedrijfswoning brengt naar de huidige maatstaven een minder goed leefmilieu met zich mee dan het wonen in een normale woning.
2.5.5 Horeca

In het centrumgebied zijn een aantal horecabedrijven aanwezig. Deze zijn met name geclusterd aan het begin van de Dorpsstraat en op de hoek van de Dorpsstraat met de Burgemeester Mooijstraat.

afbeelding "i_NL.IMRO.0383.BPC12Centrum-VS01_0032.png"

Figuur 2.18) Overzichtskaart horecagelegenheden

Voor horeca geldt dat de aard en ruimtelijke uitstraling van de horecagelegenheden onderling sterk kunnen verschillen. Het gaat hierbij om aspecten als bijvoorbeeld verkeersaantrekkende werking, parkeren, geluid, aantal en omvang van de horeca activiteiten binnen één bedrijf, bezoekersaantallen en -frequentie en het moment van open zijn en de (al dan niet) daaruit voortvloeiende verstorende werking in relatie tot de overige functies in de omgeving. Omdat de verschillende horecagelegenheden van invloed kunnen zijn op de kwaliteit van het woon- en leefmilieu en dus op de ruimtelijke kwaliteit, is er voor gekozen om binnen de horecabestemming een differentiatie aan te brengen met onderscheid in een aantal categorieën. De diverse soorten horecagelegenheden zijn in het "Handboek bestemmingsplannen" weergegeven in de lijst van horeca-inrichtingen.

Voor dit bestemmingsplan wordt de indeling van de horecabedrijven ten opzichte van het "Handboek bestemmingsplannen" gewijzigd. De wijziging zit in de splitsing van horeca categorie 2. Hier wordt onderscheid gemaakt naar een lichtere categorie waarin restaurants en pizzeria's zijn toegestaan en een zwaardere categorie waarin café-restaurant, café, bar, snackbar en cafetaria zijn toegestaan. Deze tweedeling is gemaakt omdat het stimuleren van funshoppen één van de uitgangspunten van het toekomstige horecabeleid is. Restaurants en pizzeria's leveren hieraan een positieve bijdrage. Ook terrassen en uitstallingen leveren een positieve bijdrage aan het verlevendigen van het dorp en het stimuleren van het funshoppen. Terrassen en uitstallingen worden dan ook via dit bestemmingsplan mogelijk gemaakt.

In het bestemmingsplan zijn vier horeca categorieën opgenomen. Het betreft de volgende categorieën:

  • Horeca categorie 1: Horecabedrijven, die gelet op de aard en omvang ervan zowel uit functioneel als uit milieuoverwegingen niet of nauwelijks storend kunnen werken op de bestaande en/of toekomstige functies van de omgeving van deze horecabedrijven; onder deze categorie vallen onder andere een broodjeszaak, theehuis en lunchroom.
  • Horeca categorie 2: Horecabedrijven, die gelet op de aard en omvang ervan zowel uit functioneel als uit milieuoverwegingen in geringe mate storend kunnen werken op de bestaande en/of toekomstige functies van de omgeving van deze horecabedrijven; onder deze categorie vallen een restaurant en pizzeria.
  • Horeca categorie 3: Horecabedrijven, die gelet op de aard en omvang ervan zowel uit functioneel als uit milieuoverwegingen storend kunnen werken op de bestaande en/of toekomstige functies van de omgeving van deze horecabedrijven; onder deze categorie vallen onder andere een café-restaurant, café, bar, snackbar en cafetaria.
  • Horeca categorie 4: Horecabedrijven, die gelet op de aard en omvang ervan zowel uit functionele als uit milieuoverwegingen in min of meer ernstige mate storend kunnen werken op de bestaande en/of toekomstige functies van de omgeving van deze horecabedrijven; onder deze categorie vallen onder andere een dancing, discotheek, nachtclub en kansspeel- / automatenhal.

Zoals aangegeven in paragraaf 2.5.1 zijn binnen de bestemmingIn de bestemming "Centrum-2" horecabedrijven tot en met horeca categorie 2 toegestaan. Zwaardere horeca categorieën binnen deze bestemming zijn niet gewenst. Binnen de bestemming "Centrum -3" zijn alleen bestaande horecabedrijven toegestaan.

2.5.6 Maatschappelijk

In het plangebied zijn verschillende maatschappelijke voorzieningen gevestigd. Deze voorzieningen zijn van belang voor het dagelijks functioneren en de leefbaarheid van het centrumgebied. Er is een grote verscheidenheid in maatschappelijke voorzieningen. Dit komt terug in de gebruiksmogelijkheden in de planregels van dit bestemmingsplan. Dit bevordert ook de onderlinge uitwisselbaarheid van de verschillende functies.

In principe wordt de maatschappelijke functie bestemd conform bestaande gebruiks- en bouwmogelijkheden. Voor het gedeelte van het plangebied dat bekend staat onder de naam Geesterhage en de naastgelegen locatie (gebouw voormalige R.K. basisschool Molenweid) zijn nieuwbouwplannen in voorbereiding. In hoofdstuk 4 wordt hier nader op ingegaan. De plannen voor de nieuwbouw zijn echter nog niet voldoende concreet om in het voorliggende bestemmingsplan te kunnen worden meegenomen. Geesterhage en de voormalige basisschool worden dan ook bestemd naar de bestaande situatie.

De Rooms-Katholieke St. Pancratiuskerk aan Dorpsstraat 115 en de daarachter gelegen begraafplaats zijn bestemd als "Maatschappelijk". De nabijgelegen basisschool aan de Dr. van Nieveltweg krijgt ook een maatschappelijke bestemming. Hetzelfde geldt voor het gemeentehuis aan het Raadhuisplein.

Het woonzorgcomplex "De Boogaert" wordt ook bestemd als "Maatschappelijk". In dit complex is een woonzorgcentrum gehuisvest. Hier worden verschillende (zorg)voorzieningen aangeboden en zijn zorgwoningen ondergebracht.

Binnen de gebieden met centrumvoorzieningen zijn ook maatschappelijke voorzieningen gehuisvest, bijvoorbeeld aan de Dorpsstraat 72. Deze worden mogelijk gemaakt binnen de bestemmingen "Centrum-3".

Een niet-maatschappelijke functie op de plaats van maatschappelijke functies is pas na een nieuw ruimtelijk-juridisch afwegingsproces mogelijk.

2.5.7 Openbare ruimte en Verkeer

De bestemmingen "Verkeer", "Verkeer-Verblijf", "Groen" en "Water" zijn toegekend aan de openbare gebieden. Deze openbare gebieden van het plangebied zijn flexibel bestemd, dat wil zeggen dat binnen de bestemming "Verkeer" bijvoorbeeld, ook groen en water mogelijk is en dat binnen de bestemming "Groen" ook paden, water of parkeerplaatsen mogelijk zijn. Dit is gedaan om aan de praktijk van alle dag tegemoet te komen. De inrichting van de openbare ruimte wil namelijk nog wel eens veranderen. De loop van een wandelpad, de aanpassing van een bocht in de weg en het verleggen van de groenstrook zal binnen de plantermijn op meerdere locaties kunnen voorkomen. Dit plan voorziet in die aanpassingen. Van belang hierbij is dat het openbare gebied na een herinrichting nog steeds openbaar gebied blijft. De grotere groene gebieden zoals een plantsoen zijn wel als zodanig bestemd. Zo wordt voldoende zekerheid geboden aan de omwonenden dat een plantsoen blijft bestaan.